De Binnenhof-verbouwing – Een parlement laat zich niet zomaar verbannen

09-12-2015 12:28

Op mijn werkkamer in de Tweede Kamer staat een kastje van de interne draadomroep, de oude radioverbinding van het Binnenhof. Als ik aan de reusachtige knoppen draai hoor ik krakend de stemmen uit één van de vele vergaderzaaltjes in dit gebouw. Al die vergaderingen zijn ook te volgen via internet, maar dat loopt in de Tweede Kamer regelmatig vast. Dan is er altijd nog de interne draadomroep, een manier van radio-distributie die in ons land in 1975 officieel werd afgeschaft, maar op het Binnenhof nog altijd actief is.

Het Binnenhof blijft verbazen

kamerradioHet Binnenhof heeft mij vaak doen verbazen. Bijvoorbeeld toen ik bij de statige entree het borstbeeld aantrof van de filosoof Gerardus Bolland, die niet alleen ageerde tegen joden, arbeiders en vrouwen, maar de bevolking na de Eerste Wereldoorlog ook waarschuwde voor de gevaren van de parlementaire democratie. En het Binnenhof heeft mij ook vaak ontroerd. Zoals op het moment dat ik voor het eerst de oude Handelingen-kamer betrad, waar alles wordt bewaard wat sinds 1815 in het parlement is uitgesproken. Daar bleek een onbekende medewerker ooit een plankje te hebben opengelaten voor de jaren 1940-1945, toen vanwege de Duitse bezetting het parlement niet bijeen kon komen. Een spontaan gedenkteken van onze democratie.

De grandeur van de traditie

De Bundestag in Berlijn, de House of Commons in Londen, zelfs de Kamer van volksvertegenwoordigers in Brussel, het zijn imposante gebouwen, paleizen van de macht. Als ik buitenlandse politici ontvang op het Binnenhof, vinden ze het hier vaak vriendelijk en klein, gezellig en rommelig. De grandeur van het Binnenhof zit vooral in de traditie. Hier zetelt al twee eeuwen de Tweede Kamer. Op de plek waar al eeuwen daarvoor, in de tijd van de Republiek der Nederlanden en de tijd van de graven van Holland, de politieke macht zat. Dit is de plaats waar de liberaal Thorbecke in 1848 het rechtstreeks kiesrecht mogelijk maakte en de socialist Domela Nieuwenhuis streed voor het algemeen kiesrecht, dat in 1919 werd ingevoerd.

 

Geen paleis voor het parlement

Het Binnenhof symboliseert onze politiek. Het is een veelheid aan gebouwen, uit verschillende tijden en in verschillende stijlen, dat hier een onnavolgbare eenheid vormt. In deze gebouwen zijn onvergelijkbare mensen tot een vergelijk gekomen. Dit doolhof van gangetjes en trappetjes heeft eeuwenlang politici nader tot elkaar gebracht. Vaak zijn er plannen gemaakt voor imposante nieuwbouw. Zoals het plan van premier Thorbecke, die het Binnenhof goeddeels wilde slopen en hier een Paleis voor het parlement wilde bouwen. Dit voorstel werd in 1863 door de Tweede Kamer aangenomen, maar het werd nooit uitgevoerd. Het Binnenhof bleef immuun voor dergelijke politieke grootheidswaan.

 

Verbanning van het Binnenhof?

Van 1815 tot 1992 was de Tweede Kamer gehuisvest in de oude balzaal van het voormalig stadhouderlijk paleis. Altijd was hier te weinig ruimte, altijd was er achterstallig onderhoud. Maar tussen de rook en de herrie door deden de parlementariërs gewoon hun werk. Toen in 1992 de huidige Tweede Kamer in gebruik werd genomen, ging het klagen ook door. In de ruim twaalf jaar dat ik actief ben aan het Binnenhof was altijd sprake van gebrek aan ruimte en van achterstallig onderhoud. De Rijksgebouwendienst zegt nu dat de achterstand zo groot is geworden, dat het hele complex langdurig op de schop moet. De Tweede Kamer zou vanaf 2020 voor 5,5 jaar het Binnenhof moeten verlaten.

 

Veel kritiek op de plannen

Donderdag gaat de Tweede Kamer met minister Blok in debat over de renovatie. Die verbouwing moet 475 miljoen euro kosten, met verhuizingen inbegrepen ruim 500 miljoen euro. De nieuwbouw in 1992 koste 214 miljoen gulden, dat is ongeveer 100 miljoen euro: een vijfde. Ik vraag me af waarom de afgelopen jaren het achterstallig onderhoud zo is opgelopen. En als we deze plannen overnemen, zal tot 2020 evenmin groot onderhoud worden gepleegd. In de Tweede Kamer is veel kritiek op dit voorstel. Ook ik kan me niet onttrekken aan de indruk dat deze renovatie in een bepaalde richting wordt gestuurd: naar één alomvattende verbouwing, gepland in de verre toekomst.

 

Een politieke keuze

‘De omvang van de renovatie is een politieke keuze.’ Dat schreef voorzitter Spies in het Advies Renovatie Binnenhof. De verbouwing van het Binnenhof gaat over veel en verschillende zaken. Dingen die echt nodig zijn, voor de arbeidsomstandigheden en de veiligheid van de mensen die hier werken. Andere zaken lijken me niet noodzakelijk. Zoals een ruimte voor ontspanning, een winkel voor relatiegeschenken. Doucheruimte in de fietsenstalling, digitalisering van de naambordjes. Het plaagdier-vrij maken van de gebouwen, het meeuwen-vrij maken van de daken. Deskundigen zeggen dat veel van deze projecten in de afzonderlijke gebouwen los van elkaar kunnen worden gedaan. Dan zou de politiek gewoon op het Binnenhof kunnen blijven.

 

Een bijzondere eigenaardigheid

Het Binnenhof is klein en rommelig. In de Tweede Kamer loop je boven aan een trap plotseling tegen een troon op, die werd gemaakt voor Koning Willem III en die tot 1904 midden in het parlement stond. In de kelders van ons parlement werd onlangs een kluis gevonden, waarvan niemand in inhoud kende en waarvan de sleutels al sinds de jaren tachtig kwijt waren. Ondanks de nieuwe media kan een Kamerlid nog steeds gebruik maken van een draadomroep, die volledig uit de tijd is, maar toch wel handig als het internet weer eens vast loopt. Misschien is het misplaatste romantiek, maar ik ben bang dat met een grote renovatie ook een deel van de bijzondere eigenaardigheid van het Binnenhof verloren gaat.

 

Een Vader des Vaderlands

Donderdag zal blijken of de Tweede Kamer wel of niet wordt verbannen van het Binnenhof. Maar ook als de restauratie in delen wordt gedaan, zullen we goed moeten omgaan met de historische schatten die hier verborgen liggen. Soms letterlijk, zoals het lichaam van Johan van Oldenbarnevelt. Die de politieke basis heeft gelegd voor de onafhankelijke Republiek der Nederlanden. In 1619 werd hij midden op het Binnenhof onthoofd, op verzoek van prins Maurits van Oranje, waarna het lichaam op wonderbaarlijke wijze verdween. Waarschijnlijk liggen zijn resten nog steeds in de oude grafkelders onder de Eerste Kamer. De restauratie van het Binnenhof is een mooi moment om het lichaam van deze Vader des Vaderlands op een waardige wijze te begraven. Ik was ondertussen al even op zoek gegaan in de catacomben onder de senaat.