Politiek

Waarom zoveel geheimzinnigheid over een journalistenreis naar Israël?

06-06-2017 12:00

Hoe uw verslaggever precies op de mailinglijst van het CIDI terecht is gekomen weet hij niet. Twee maanden geleden kwam er een mailtje binnen. Het CIDI – het Centrum Informatie en Documentatie Israël – organiseert deze zomer haar jaarlijkse reis voor journalisten. Een week lang krijgen journalisten een blik achter het dagelijkse nieuws over Israël en de Westbank. Het CIDI meldt:

 

“Tijdens deze [reis] vinden er ontmoetingen en gesprekken plaats met Israëlische politici van links tot rechts op het politieke spectrum, Joodse en Arabische journalisten, Joodse en Arabische Israëli’s en experts op deelgebieden. In de Westbank spreken we met Palestijnse politici, journalisten en andere prominenten. (…) Tijdens deze studiereis bezoeken we plaatsen door het hele land. Je zal tijdens de reis kennismaken met zowel de geschiedenis als de actualiteiten van Israël en de Palestijnse gebieden.”

 

Controverse alom

Geen onderwerp zo controversieel als Israël. In de zomer van 2014 waren er protesten tegen de oorlog in Gaza. Uw verslaggever kreeg al snel op Twitter te horen dat hij pro-Israël was. Dat was geen compliment. Dit kon inderdaad zo overkomen, want de pro-Palestina demonstranten deden werkelijk alles om kritiek uit te lokken. Israël-fans waren een stuk vriendelijker, al viel die zomer ook bij hen een gebrek aan zelfkritiek op. Zo werd Frits Bolkestein bij een solidariteitsbijeenkomst voor Israël uitgejouwd toen hij meldde dat hij de regering Netanyahu niet steunt.

Israël komt steeds weer terug: bij een verkiezingsdebat, een boekpresentatie, gesprekken met PVV-aanhangers en discussies over antisemitisme. De uitnodiging van het CIDI is dus verleidelijk: eens echt in de geschiedenis van en actualiteit rond Israël duiken. Uw verslaggever meldde zich aan en daar waren de reacties al: sommige vrienden fronsten hun wenkbrauwen en zeiden grappend – maar soms met een opvallend serieuze ondertoon – dat ze niet meer met hem zouden praten als hij mee zou gaan. Zie hier hoe hopeloos het debat over Israël is.

Kritiekloze club

Het CIDI heeft een imago, zo leerde uw verslaggever al snel: dit is volgens critici de pro-Israël-lobby die vindt dat Israël geweldig is en dat we niet zo moeilijk moeten doen over de bezette gebieden. De Palestijnen, die zouden volgens het CIDI hun mond moeten houden. Iemand anders presenteerde het CIDI als de lange arm van de Israëlische regering. Het CIDI ontkent dat: de stichting is onafhankelijk en wil dat er vrede komt. Het CIDI brengt wel ontegenzeggelijk een pro-Israëlisch geluid. Helemaal kritiekloos is de stichting echter niet: toen onlangs een NRC-correspondent uit Israël moest vertrekken, sprak het CIDI zich daar wél tegen uit. Ook is het CIDI tegen de nederzettingenpolitiek.

De kernvraag zou moeten zijn wat een journalist doet bij een reis met zo’n duidelijk politiek profiel. Het CIDI kondigt aan dat er gepraat gaat worden met vertegenwoordigers van beide zijden van het conflict, maar dat laat onverlet dat het CIDI een hele duidelijke politieke voorkeur heeft en dat die tijdens deze reis terug zal komen. De reis kreeg eerder van journalisten het verwijt eenzijdig te zijn. Toch zijn al meer dan 150 journalisten met het CIDI op het vliegtuig gestapt. Nu.nl, GeenStijl, Powned, Buitenhof, Nieuwe Revu, Elsevier, Parool, Telegraaf en Reformatorisch Dagblad zagen in het verleden geen bezwaar. Toch is slechts een klein aantal journalisten en publicisten transparant over deelname: Frenk der Nederlanden, Nikki Sterkenburg, Margaux Tjoeng en Frank Berkemeier.

Onafhankelijke informatie

Uw verslaggever moet bij deze reis denken aan Joris Luyendijk, die in zijn boek over het Midden Oosten schreef dat Israël goede persvoorlichters heeft en de Palestijnen niet. We krijgen steeds het perspectief van Israël voorgeschoteld en veel minder dat van de Palestijnen. Het CIDI heeft kennelijk de middelen om een dergelijke reis jaarlijks aan te bieden. Een Palestijnse evenknie is er niet in deze vorm, al organiseerde PalestineLink er vijf jaar geleden eentje voor studenten. Deze organisatie heeft niet gereageerd op de vraag van uw verslaggever of zij nog steeds iets soortgelijks aanbieden.

De CIDI-reis is nauwelijks los te zien van de kritiek van Palestina-fans dat de Nederlandse berichtgeving over Israël te pro-Israëlisch is. Het is ook moeilijk géén verband te leggen met krimpende journalistieke budgetten. Er zijn dus wel wat vragen: hoe gaat dat, zo’n journalistenreis? Wat levert dat aan inzichten op? Hoe neutraal is zo’n reis? Wie spreken we? Welke stemmen krijgen we te horen en welke niet? Wat vinden journalisten hier eigenlijk van? Kunnen ze er iets mee? Kunnen we verwachten dat hun visie op Israël verandert of worden ze bevestigd in wat ze al dachten?

Eerste doel bereikt

Als de politieke visies je om de oren vliegen, is het handig te weten hoe uw verslaggever Israël beschouwt. De kern is: als Israël zichzelf niet verdedigt, wordt het van de kaart geveegd. Dat is voor velen een zwaar pro-Israël standpunt, maar het betekent juist niet dat alles wat Israël doet deugt. Een tweede reden om positief te zijn is dat Israël het enige land in het Midden Oosten is waar homo’s een normaal leven kunnen leiden. Israël-critici melden meteen dat alleen Tel Aviv een homo-vriendelijke stad is. Misschien is dat zo, maar toch denkt uw verslaggever dat hij in deze regio alleen in Israël niet wordt gemarteld of erger.

Of dat oordeel zo blijft, zullen we zien. Voorlopig heeft het CIDI haar eerste doel bereikt. Uw verslaggever moet zich inlezen. Zijn kennisachterstand blijkt immens. Wat deze reis verder op gaat leveren kunt u de komende tijd lezen op TPO.