Sinds Geert Wilders zo tekeer gaat tegen mensen zoals ik, zie ik het als een geuzentitel: Ja, ik ben elitair

15-12-2016 14:59

Het zit me al een poosje dwars: ik ben een gewone Nederlander en voel me onderdeel van het volk, maar niet van Wilders’ volk. Terwijl ik toch, net zo goed als hij, het vaak helemaal niet eens ben met de manier waarop zaken in Nederland zijn geregeld.

Burgers en buren

Het feit dat de armste wijken in ons land vaak de zwaarste lasten moeten dragen, dat de zorgen van veel mensen worden genegeerd of gebagatelliseerd; de slechte organisatie van de zorg voor kinderen en jongeren met psychische problemen, de tekortschietende ouderenzorg – het moet allemaal anders. Maar wat niet anders moet, is proberen als buren en burgers zo goed mogelijk met elkaar te leven. En dat is precies wat Wilders stelselmatig kapot probeert te maken.

De baas zijn

Zijn partij mag dan als een komeet omhoogschieten in de peilingen, de meeste mensen zullen niet op hem stemmen. En dat is niet omdat ze dat niet durven, want in het stemhokje kijkt niemand mee. Dat is omdat miljoenen Nederlanders Wilders niet lusten. Maar daarom maken die miljoenen Nederlanders nog wel onderdeel uit van het Nederlandse volk.

Het is meer dan jammer dat Wilders zijn ‘volk’ een rad voor ogen draait met valse beloften over de toekomst en het vooruitzicht dat zij straks weer ‘de baas’ zijn – een vooruitzicht dat ik vooral angstaanjagend vind. Want democratie is geen kwestie van ‘de baas zijn’. Ik moet er ook niet aan denken dat hij onze rechters gaat verbieden de wet toe te passen, iets wat ze in zijn geval hebben gedaan. Wie gaan dat in zijn Nederland dan wel doen? De ‘bazen’ op straat? Hijzelf?

Kil wereldbeeld

Nederland is geen ziek land geworden, zoals hij beweert. In ons land barst het van de mensen die zich inzetten voor elkaar: voor zieke mensen, kinderen, vluchtelingen, gehandicapten, mensen met psychische problemen, voor een leefbare stad, voor dieren en de natuur. Mensen die elkaar weten te vinden op wat ze met elkaar delen, die samen dingen opbouwen en plezier maken. Dat past niet in zijn gepolariseerde, kille wereldbeeld. Wilders wakkert liever het wantrouwen aan, speelt mensen uit elkaar, zet ze tegen elkaar op: het ‘volk’ tegenover ’de elite’. En ‘de elite’ is dan iedereen die het waagt met hem van mening te verschillen.

Geuzentitel

Ik kom uit een milieu waar nog nooit iemand had gestudeerd. Maar dat wilde ik als meisje van 11 jaar wel. Ik wilde naar het gymnasium en daarna naar de universiteit. Ik wilde naar de schouwburg en ik wilde piano leren spelen. Ik wilde ‘moeilijke boeken’ begrijpen en mensen spreken die veel hadden geleerd, gelezen en nagedacht. Niet voor het geld – ik heb nooit veel verdiend. Niet om me af te zetten tegen mijn milieu – integendeel.

Ik wilde me gewoon ontzettend graag ontwikkelen.

Omdat ik dat ook heb gedaan (en nog steeds probeer te doen), hoor ik niet bij Wilders’ ‘volk’, maar bij de vermaledijde ‘elite’. Sinds hij zo tekeer gaat tegen mensen zoals ik, zie ik het als een geuzentitel: Ja, ik ben elitair! En dat ben ik vol overtuiging en van harte.

Ik wens het elk kind uit zijn ‘volk’ toe.