Column

Gloria Wekker heeft mij wakker geschud

19-12-2017 13:55

Ik heb dat boek van Gloria Wekker gelezen, Witte Onschuld, en realiseerde mij plotseling, als boerenzoon (en voormalig boer), dat wij vanuit ons ‘culturele archief’ neerkijken op boeren, en dat ik daar eigenlijk mijn hele leven al last van heb. Dat zit zo, boeren zijn in de geschiedenis altijd de onderliggende partij geweest, de macht lag altijd bij de koningen, ridders, landeigenaren enzovoorts, en boeren vormden de allerlaagste klasse. In het onderbewustzijn kijkt iedereen daarom op boeren neer, de ‘horigen’, vanuit het culturele archief, en daar kom je niet zomaar vanaf.

Ook vrouwen, zwarten en moslims kijken neer op boeren

Ik vind dus dat er een nieuwe UvA-faculteit moet komen, boerenstudies, die ‘intersectioneel’ naar deze zaak gaat kijken, waarbij we ons realiseren dat andere groepen zoals vrouwen, zwarten en moslims weliswaar ook gediscrimineerd worden, maar dat op geen enkele groep zo wordt neergekeken als op boeren. De slavernij en koloniale tijd bijvoorbeeld duurden maar enkele eeuwen maar op boeren wordt al neergekeken sinds mensenheugenis. De gedachte dat de zwarte medemens minderwaardig is, is zo’n beetje bij iedereen wel uit het (onder-) bewustzijn verdwenen, maar dat boeren minderwaardig zijn, dat denkt iedereen nog steeds, bewust of onbewust. Ook vrouwen, zwarten en moslims kijken neer op boeren. Denk aan het begrip ‘boerenlul’ of het begrip ‘boer’ op zichzelf: het heeft een negatieve connotatie en de boer wordt er als het ware continue mee ‘ontmenselijkt’ in een giftig, ‘discursief patroon’. Ik vind dat het ‘boerzijn’ dus meer aandacht verdient, er moet een ‘etnografie’ van geschreven worden, een nieuw ‘narratief’. Ik begrijp nu ook waarom ik nooit professor of minister ben geworden, dat komt door mijn boerzijn. Als ik in de tram zit in Amsterdam, word ik ook vaak aangekeken en dan zie ik ze denken: ‘Daar heb je weer zo’n boer.’

Zoals Gloria Wekker vindt dat witheid niet erkend wordt als ‘geracialiseerde positie’, en zoals zij meent dat witheid doorgaans gezien wordt als “zó gewoon en zó ontdaan van specifieke eigenschappen”, zo vind ik dat het niet-boerzijn bepaalde, kwalijke karaktertrekjes met zich meebrengt. Wekker ziet racisme als onderdeel van ons ‘collectief erfgoed’, maar ik zie nu vooral de discriminatie van ‘tot boer gemaakten’. En trouwens, zoals Wekker meent te weten dat witte mannen seksuele fantasieën en dromen hebben over zwarte vrouwen, waarin die mannen redders zijn, zo heb ik mij gerealiseerd dat alle vrouwen fantasieën en dromen hebben over boeren, die zij willen overheersen. Als vrouwen met boeren naar bed gaan, dan actualiseren ze hun fantasie, als ze niet met boeren naar bed gaan, dan is dat om ze te straffen, omdat boeren die fantasie opwekken. Het gebeurt me dagelijks (Alledaags Boerzijn, Plaisier 2018).

Ik wil subsidie voor een podcast

Trouwens, als een witte man een zwarte man ziet, dan speelt volgens Wekker “De gelijktijdigheid van de angst en het verlangen van de witte man met betrekking tot een seksuele potentie die hij nooit kan bereiken.” Ik wist dat niet maar wat ik wel weet is dat als mannen een boer zien, ze altijd jaloers zijn. Als ik op m’n klompen door de stad loop met een Grolsch-beugel in m’n hand, dan zie ik ze gewoon misprijzend kijken, de mannen in pak. Pure jaloezie. Wekker weet ook nog iets over de “mannelijke vorm van witte onschuld: een militant, agressief niet-weten en niet willen weten, dat poseert als kennis.” Maar dat is projectie: de ontkenning van het niet-boerzijn, vooral door vrouwen, juist dat is een militant, agressief niet (willen) weten dat poseert als kennis.

Nu ik dit allemaal bekend heb gemaakt, ga ik ervan uit dat er voortaan wekelijks een plekje voor me vrij wordt gemaakt aan tafel bij De Wereld Draait Door, dat ik een subsidie krijg voor een podcast (minimaal 25.000 euro, zoals Anousha Nzume voor haar kleurlingen-podcast), dat uitgevers zich melden, dat ik volgend jaar de intersectionele Joke Smit-prijs win, en dat ik een goedbetaalde positie krijg aan de faculteit Boerenstudies. En nu niet zeggen dat we Wageningen al hebben, want die gaat over landbouw, dat is iets heel anders.

U zit in de ontkenning; dat heet de burgerreflex

Kortom, u bent allemaal boerenhaters. U haat mij. U bent racistisch, want u beoordeelt mij continue op mijn blanke, boerenkop. En als u nu verontwaardigd bent of zelfs boos wordt, dan zit u in de ontkenning. Dat heet ‘de burgerreflex’, een normale reactie. Die heeft u omdat u hier nooit eerder over nagedacht heeft.

Arnon Grunberg schreef laatst in een voetnoot: “Het gegoochel met collectieve identiteiten en begrippen als onschuld en daarmee medeplichtigheid en schuld is gevaarlijk. Precies daar begint het fascisme. Laten we niet vergeten dat een pijler van het nazisme de opvatting was dat Joodse onschuld niet bestaat, ook niet onder baby’s.”

Grunberg lult vaak maar wat maar Witte Onschuld deed me inderdaad wel denken aan Mein Kampf. Het is tendentieuze pseudowetenschap geschreven door een rancuneuze narcist, een prediker, goeroe, Messias, iemand met echte waanideeën in z’n kop. En iemand dus die voortdurend één bepaalde bevolkingsgroep verkettert, in het geval van Wekker: blanken, en met name blanke mannen. Maar eerlijk is eerlijk, door Wekker ben ik wel tot mijn nieuwe boerenbewustzijn gekomen. Wekker heeft mij wakker geschud.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens