‘Islamofobie’: Islam kritiek onthouden is laffe vorm geloofsdiscri-minatie en historische vergissing

30-06-2017 12:47

De aanslag met een bestelbusje op de bezoekers van een moskee in Londen, dreigbrieven sturen naar gebedshuizen en ook Tijs van den Brink (EO) heeft het gemerkt: vijandschap tegenover moslims bestaat. De term die we ook politici steeds vaker horen gebruiken voor deze vijandschap is ‘islamofobie’. 

Maar ‘islamofobie’ is in rap tempo de verzamelterm geworden waar geweld tegen gelovigen en religiekritiek onder één dak bivakkeren. Alsof kritiek op een godsdienst en mensen naar het leven staan van hetzelfde laken een pak is.

Kritiek op geloof

De verwarring die de term ‘islamofobie’ zaait is zo venijnig, dat er al genoeg mensen zijn die beweren dat religiekritiek eigenlijk een vorm van racisme is. Of dat kritiek op de islam door moslims ervaren wordt als geweld en dat om die reden anti-islam en haat tegen moslims hetzelfde is.

Dat is het niet. In een moderne seculiere samenleving als de onze kan tolerantie voor gelovigen prima samengaan met forse kritiek op het geloof.

‘Islamofobie’ richting strafrecht

Na de aanslag op de moskee in Londen beloofde de Britse regering ‘islamofobie’ harder te zullen aanpakken. Daarbij denken de Britten aan nieuwe wetgeving tegen zogenaamd ‘niet-gewelddadig extremisme‘. Daarmee schuift Groot-Brittannië op richting Canada, waar religiekritiek al gelijk staat aan moslim-haat, anti-semitisme en racisme. Wanneer volgt Nederland?

Omdat politici zich meer en meer geroepen voelen om ‘islamofobie’ richting het strafrecht te duwen, is het van groot belang dat we weten wat we er met z’n allen onder verstaan. Want geweld of het oproepen daartoe is wel degelijk iets anders dan de kritiek die je kunt hebben op een godsdienst.

Ziekelijke vrees voor islam

De letterlijke betekenis van ‘islamofobie’ is: een (ziekelijke) vrees voor de islam. Mensen die bang zijn voor een religie of voor hoe die zich in een samenleving manifesteert zijn niet per se gewelddadig. En zolang de angst niet gewelddadig wordt of resulteert in bedreiging of discriminatie, doet de mens niets verkeerds – laat staan iets strafbaars – met zijn vrees.

Dat mensen – in meer en mindere mate – op hun hoede zijn voor de islam is overigens te begrijpen. De vrees kan ingegeven zijn door de moord op Theo van Gogh en de ruim 40 andere terreuraanslagen in Europa de afgelopen 13 jaar. Voor alle daders vervulde de islam daarbij een cruciale rol.

Kritiek, zonder fobie

Of de woede die een cartoon kan losmaken onder gelovigen wereldwijd. En de moordaanslagen die volgden op de tekenaars ervan in Parijs en Kopenhagen. Het feit dat er sindsdien nergens meer cartoons van de Profeet verschijnen, is op zichzelf een ‘daad’ van ‘islamofobie’.

Dat is de angst die na elke aanslag bezworen dient te worden. Maar zover dat lukt blijft er nog genoeg over om – zonder fobie – kritiek te hebben op de islam of op de rol die het in een samenleving speelt. Het patriarchaat, de scheiding tussen kerk en staat, de houding tegenover homo’s, de vrijheid om van je geloof te kunnen vallen, eerwraak, het respect voor anders- en niet-gelovigen en het taboe op gemengde huwelijken. Om maar een paar onderwerpen voor debat te noemen.

Geloofsdiscriminatie

We zijn het aan onze seculiere waarden verplicht religiekritiek te koesteren. Het is bovendien de enige weg om maatschappelijk ongemak of angst voor een ander geloof in goede banen te leiden.

Geweld en bedreigingen tegen moslims verdienen dezelfde harde aanpak als geweld en intimidaties tegen ieder ander. Om deze ernstige vergrijpen op één hoop te vegen met het hekelen of beschimpen van een geloof is een blamage voor onze seculiere samenleving.

Bovendien, de islam de kritiek onthouden, waar het christendom al wel de vruchten van heeft kunnen plukken, is een laffe vorm van geloofsdiscriminatie en vooral een historische vergissing.

 

Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLZ.