Hoe atoomspion Abdul Khan in Nederland zijn gang kon gaan

12-08-2016 14:59

Op een dag kreeg Frits Veerman, onderzoeker in de nucleaire technologie, een bijzonder telefoontje, met het verzoek zich te melden in de Bijlmerbajes. Als hij niet zou komen, zou hij door de politie worden opgehaald. In deze gevangenis werd hij door zo’n tien mensen dagenlang ondervraagd, medewerkers van onder meer de rijksrecherche en de geheime dienst. Daar in de Bijlmerbajes vertelde Frits Veerman over de spionage door Abdul Quadir Khan, zijn Pakistaanse collega, die later de vader van de ‘islamitische atoombom’ zou worden. De ondervragers waren echter niet geïnteresseerd in de spionage van Abdul Khan, maar wel boos op Frits Veerman: waarom had hij zijn collega verlinkt? Frits werd verteld dat zijn optreden grote gevolgen had voor het aanzien van Nederland en ook grote gevolgen zou hebben voor hem persoonlijk. Veerman was verbaasd, maar vooral erg bang. Hij vroeg waarom hij zijn baan kwijt was en waarom hij nu in deze gevangenis zat. Toen werd hem verteld dat het allemaal zijn eigen schuld was, dat hij zich niet met de spionage door Khan had moeten bemoeien, dat hij beter zijn mond had kunnen houden. Als hij dat niet begreep, was hij wel erg dom. Veerman stond op en liep naar de deur, maar die was op slot…

Hoe geheime informatie verdween

Onlangs schreef ik hoe Nederland veertig jaar geleden atoomspion Abdul Khan toestond om in ons land informatie te verzamelen over ultra centrifuge, kennis die nodig is voor het maken van een atoombom. Mede met deze informatie heeft Pakistan een atoombom ontwikkeld – en Khan heeft deze kennis doorverkocht aan onder meer Iran en Noord-Korea. Vandaag volgt het verhaal van Frits Veerman, onderzoeker bij nucleair onderzoeksbureau FDO (VMF-Stork) in Amsterdam en een collega van Abdul Khan bij URENCO in Almelo, een bedrijf dat zich bezighoudt met het verrijken van uranium. Veerman verbaasde zich erover hoe slordig hier werd omgegaan met materiaal van grote militaire waarde. Geheime kennis en tekeningen, die in speciale kasten moesten worden opgeborgen, vond hij gewoon bij Khan thuis, waar diens Zuid-Afrikaanse vrouw de stukken vertaalde. Bovendien nam hij materialen mee, die nooit meer terug kwamen. Over de telefoon sprak Khan met voor Veerman onbekende personen over zijn werk. Bovendien kreeg Veerman het aanbod om naar Pakistan te vliegen, om daar met mensen te spreken, zoals andere deskundigen eerder hadden gedaan.

Hoe de geheime dienst wegkeek

Veerman meldde de spionage tot driemaal toe bij de leiding van het bedrijf waarvoor hij werkte, maar daarvan hoorde hij niets meer terug. Totdat hij het bijzondere telefoontje kreeg om zich te melden in de Bijlmerbajes, in een opzichtige poging om de klokkenluider te intimideren en te voorkomen dat hij zich verder zou uitspreken. Het lijkt erop dat URENCO in Almelo niet de eerste plek was waar atoomspion Abdul Khan zijn gang kon gaan. Lang voordat Veerman in 1976 de spionage activiteiten van Khan bij URENCO had gemeld, moet deze spion al elders zijn slag hebben geslagen. Zoals bij toenmalige vliegtuigfabriek Fokker, waar Khan mogelijk vrije toegang had tot veel vertrouwelijke militaire informatie. Ook hier zou hij kennis en materiaal achterover hebben gedrukt en naar Pakistan hebben gestuurd, zo heb ik uit betrouwbare bron begrepen. Zowel bij Fokker als bij URENCO was Khan zonder problemen door de screening gekomen. De melding van Veerman van de atoomspionage door Khan was voor de geheime dienst (BVD) bepaald geen nieuws, maar de Amerikaanse CIA had onze dienst verzocht om niet in te grijpen en Abdul Khan zijn gang te laten gaan. Dat kon Khan in alle rust doen – tot in de jaren negentig heeft hij in Nederland kennis kunnen vergaren.

Een leven vol onzekerheid en stress

In 1998 voerde Pakistan de eerste test uit met een atoomwapen en sindsdien is dit radicaal islamitische land een kernmacht geworden, die op voet van koude oorlog leeft met het buurland India, dat ook een gevaarlijke kernmacht is. Kahn gaf in 2004 toe dat hij de nucleaire kennis die hij in Nederland heeft opgedaan heeft doorverkocht aan landen als Iran en Noord-Korea, maar ook aan Libië, dat nu ten prooi is gevallen aan extremisten en jihadisten. Het valt bepaald niet uit te sluiten dat onze nucleaire kennis ooit in handen kan komen van terroristische organisaties. Toen Frits Veerman de Nederlandse overheid meldde waar Abdul Khan mee bezig was, is hem op bijzonder harde wijze de mond gesnoerd. Dit heeft grote gevolgen gehad voor zijn persoonlijk leven. Veerman is zijn werk als onderzoeker kwijtgeraakt en heeft zijn vak nooit meer ergens anders kunnen uitoefenen. Het nieuws en de controversen rondom zijn persoon leidden er ook toe dat sommige vrienden en dorpsgenoten toch anders naar hem gingen kijken. Geheime diensten kwamen bij hem op bezoek en hielden hem in de gaten. In het buitenland werd hij regelmatig opgepakt en ondervraagd. Een leven vol onzekerheid en stress. Hard trainen op zijn racefiets heeft ervoor gezorgd dat zijn hoofd helder en zijn lichaam gezond is gebleven.

Voldoende redenen voor onderzoek

Nederland heeft het non-proliferatieverdrag ondertekend, dat verspreiding van atoomwapens moet voorkomen. Het optreden van de Pakistaanse atoomspion Abdul Khan in ons land geeft voldoende redenen voor onderzoek. Eerst een onderzoek naar de wijze waarop Frits Veerman sinds zijn melding veertig jaar geleden is behandeld en hoe voor deze klokkenluider genoegdoening mogelijk is, dat lijkt me een mooie taak voor het nieuwe Huis voor klokkenluiders. Maar ook een inhoudelijk onderzoek, dat is een mooie opdracht voor de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Dat onderzoek moet ook duidelijk maken welke verzoeken er vanuit Amerika zijn geweest om Abdul Khan te beschermen en welke Nederlandse politici hebben besloten om deze atoomspion zijn gang te laten gaan. De belangrijkste financier van het Pakistaanse atoomprogramma – en ook sponsor van het technologisch instituut van Abdul Khan – is Agha Hasan Abedi, wiens BCCI bank jarenlang een dubieuze rol speelde in de internationale wapenindustrie.

De criminele bankier Agha Abedi was op zijn beurt een goede zakenvriend van prins Bernhard – ik denk dat het goed zou zijn om in het onderzoek de mogelijke rol van deze voormalige zakenprins niet te vergeten.