Opinie

Integratie tussen de lakens leidt tot versnelde verspreiding islam

14-10-2017 20:14

Racisme is een zware beschuldiging. In het veelbesproken interview van Roelof de Vries voor het radioprogramma De Overnachting, toont Hiddema zich hiervoor gevoelig. Zijn pleidooi voor ‘integratie tussen de lakens’ dient om de beschuldiging van racisme (en fascisme) aan het adres van Forum voor Democratie (FvD), verre van zich te werpen.

Is racisme wel altijd te vermijden?

Aanleiding van de beschuldiging van racisme is de uitspraak van FvD-fractievoorzitter Thierry Baudet dat de samenleving wordt “geteisterd door zelfhaat die we proberen te ontstijgen door de Nederlandse bevolking homeopathisch te verdunnen met alle volkeren van de wereld, zodat er nooit meer een Nederlander zal bestaan. Zodat wie wij zijn, niet meer gestalte kan krijgen.”

Baudet bestrijdt de beschuldiging van racisme door te stellen dat hij doelt op identiteit en waarden en niet op ras. Hiddema voegt hieraan toe dat hij als FvD-er helemaal niet tegen maar juist vóór rassenvermenging is. Hij ziet in rassenmenging, mits deze op een natuurlijke manier verloopt, een probaat middel ter bevordering van de integratie. Ten voorbeeld stelt hij de Zuid-Europese gastarbeiders in de jaren ’60: “Als al die Marokkanen, net als de Grieken, Spanjaarden en Italianen destijds, zich nou eens gingen vermengen met Hollandse vrouwtjes – tussen de lakens vind de beste integratie plaats – is er verder niks aan de hand. Dat is een natuurlijk proces, en dat noem ik vermenging.”
Hiddema roept uit: “Dat is toch prachtig!”
Tegen deze achtergrond begrijpt hij volstrekt niet dat juist hij geboekstaafd wordt als iemand die tegen rassenvermenging zou zijn, en dat juist zijn FvD wordt uitgemaakt voor racistisch.

Nu heb ik eerder al eens beweerd dat zowel een politiek pleidooi voor rassenvermenging, als een pleidooi om rassenvermenging juist te voorkomen, als racistisch bestempeld kan worden. Weliswaar benadrukt Hiddema dat het gaat een om natuurlijke vermenging. Hoe natuurlijk is echter vermenging nog, als deze door een politicus gepropageerd wordt? Het argument dat rassenmenging racistisch is, wordt ook door tegenstanders van FvD gebruikt.

Mij is het er echter niet om te toen Hiddema weg te zetten als racist. Als cultureel antropoloog weet ik maar al te goed hoe etnocentristisch onze naoorlogse preoccupatie met racisme eigenlijk is. Alleen al om over dit overgevoelige onderwerp een beetje out-off-the-box te kunnen nadenken, lijkt me enige coulance op zijn plaats. Ik voel me hierbij gesteund door politicoloog en GroenLinks-lid Meindert Fennema die zegt dat een verbod op racistische denkbeelden bij de VN is ingebracht door de totalitaire SovjetUnie, en dat veel democratische landen juist deze paragraaf niet ondertekend hebben, omdat ze vonden dat gedachten, in tegenstelling tot handelingen, vrij behoren te zijn. In het oorspronkelijke plan van de VN zijn het bovendien niet de burgers, maar het is de overheid die zich dient te onthouden van racisme. Fennema geeft een voorbeeld: Je mag Antilianen best uitmaken voor messentrekkers. De overheid mag bij een sollicitatieprocedure een Antiliaan niet weigeren, op basis van het argument dat Antilianen messentrekkers zijn. Overigens, voor wie het weten wil, Fennema is getrouwd met een Curaçaose.

Wie beslist wie met wie trouwt?

In de moderne, geliberaliseerde, westerse samenleving gaan we er van uit dat de keuze voor een huwelijkspartner, een individuele keuze is. Het is zogezegd een keuze waarvoor het individu zich niet hoeft te verantwoorden. Als die keuze racistisch is, dan is dat geen enkel probleem. Als zangeres Anouk bijvoorbeeld consequent valt op donkere mannen (ik weet niet of dat werkelijk zo is, maar dat wordt gezegd), dan is dat haar zaak. In veel culturen is partnerkeuze evenwel niet enkel een individuele keuze. Dikwijls is huwelijk onderdeel van een uitruilsysteem waarbij verschillende families vrouwen met elkaar uitruilen. Zeker waar familie de hoogste organisatiegraad van de samenleving is, zitten aan die uitruil politieke consequenties. Vanuit westers oogpunt bezien, zou je bij die samenlevingen kunnen spreken van een inherent racistische bevolkingspolitiek. Het is, zoals reeds aangegeven, toch ook wel erg etnocentristisch gedacht om zulke culturen de maat te nemen op basis van onze naoorlogse gevoeligheden.

Wat mij opvalt aan Hiddema’s voorbeeld van Zuid-Europese gastarbeiders die in Nederland relaties aangaan is dat die gastarbeiders voornamelijk mannen waren. Van een uitruil van vrouwen was dus geen sprake. Zij pikten als het ware Nederlandse vrouwen in, zonder daarvoor Griekse, Italiaanse of Spaanse vrouwen voor terug te leveren. Dat heeft ongetwijfeld hier en daar tot wrevel geleid. Dat die wrevel binnen de perken bleef, heeft ermee te maken dat veel Zuid- Europeanen alweer snel terugkeerden. Het heeft er echter ook mee te maken dat de Nederlanders niet beter wisten dan partnerkeuze als een individuele keuze te beschouwen. Als een Nederlands meisje dan viel op een Zuid-Europeaan, dan werd dat ervaren als een fait accompli: je kunt toch niet verbieden dat ze van elkaar houden! Vragen met betrekking tot het feit dat een Nederlandse vrouw die een relatie aangaat met Zuid- Europeaan niet meer beschikbaar is voor een Nederlandse man werden nauwelijks gesteld. Dat soort vragen vielen buiten het gebruikelijke denkraam. In veel culturen vallen dit soort vragen echter niet buiten het denkraam. Veel mannelijke immigranten zullen het als bijzonder tolerant zo niet als ongelofelijk slap van ons ervaren, dat zij zomaar vrij mogen verkeren met huwbare vrouwen hier te lande.

Mag dat wel van de islam?

Hiddema ziet het als volgt: om de integratie te bevorderen moet er meer gevreeën worden. Probleem is dat moslims zich niet laten ‘bevrijen’. Omdat de islam een groot taboe legt op relaties met niet-moslims zijn moslims niet te porren tot integratie tussen de lakens. Wat Hiddema stelt klopt echter niet helemaal. Wat weinig Nederlanders weten is dat moslimmannen wel, maar moslimvrouwen geen relatie mogen aangaan met een niet-moslimman. “Moslimmannen mogen met niet-islamitische vrouwen trouwen, andersom is dat verboden”, schrijft Joris Luijendijk in Een tipje van de sluier.

Hoe het precies zit, wordt geïllustreerd in de televisieserie Allah in Europa. Presentator Jan Leyers vraagt aan een tweetal Hongaarse hoofddoek dragende studentes: “Zouden jullie overwegen met een christelijke jongen te trouwen?”
Eén van de studentes antwoordt: “In de islam mag een vrouw niet met een niet-moslim trouwen, omdat kinderen de godsdienst van de vader meekrijgen. Daarom mogen wij niet trouwen met iemand die geen moslim is. Het mag een Hongaar, een Arabier of een Chinees zijn, maakt niet uit, zolang hij maar moslim is. Maar een man mag uiteraard wel trouwen met elke vrouw die in één God gelooft.”
Als Leyers zich afvraagt of dat wel eerlijk is, antwoordt de andere studente: “Ik denk dat een moslimmeisje beter niet met een niet-moslim trouwt. Het maakt de relatie alleen maar ongemakkelijk en lastig. Omdat een moslimvrouw die haar geloof volgt haar man zal gehoorzamen als die haar iets vraagt.”
Een moslimvrouw mag dus niet met een niet-moslimman trouwen omdat ze dan door haar gezagsgetrouwheid tegenover man van haar geloof vervreemd. Bovendien zou ze dan moeten accepteren dat haar kinderen geen moslim meer zijn. De huwelijksregels zijn dus zo ingericht dat ze de verspreiding van de islam stimuleren.

Het nageslacht van menghuwelijken is islamitisch

Moslimmannen zijn dus vrij gebruik te maken van Hiddema’s integratiebeleid door met Nederlandse vrouwen te trouwen. Omdat zij met vier vrouwen mogen trouwen is er ook geen principieel bezwaar om met meerdere Nederlandse vrouwen te trouwen of om aan hun moslimvrouwen nog Nederlandse vrouwen toe te voegen. Moslimvrouwen zouden echter niet met een Nederlandse man mogen trouwen tenzij deze zich tot de islam bekeerd. Bij beide vanuit de islam gedacht mogelijke typen menghuwelijken is het nageslacht islamitisch. Trouwt een moslimman met een Nederlandse vrouw dan zijn de kinderen islamitisch. Trouwt een tot de islam bekeerde Nederlandse man met een moslimvrouw dan zijn de kinderen ook islamitisch.

Het door Hiddema voorgestelde beleid leidt er dus toe dat Nederland nog sneller islamiseert dan nu al het geval is. Ik vraag me af of men zich deze consequentie bij Forum voor Democratie wel gerealiseerd heeft.