‘De Verenigde Naties of de Verenigde Domheid’

04-10-2017 17:47

Als jong ambtenaar nam ik ooit deel aan een werkgroep van de Verenigde Naties over armoedebestrijding. Dat vond gedurende drie dagen plaats in een kasteel in een bosrijke omgeving nabij Brussel. Nooit eerder had ik zo chique en exquisiet geluncht en gedineerd als tijdens die dagen. Er waren een paar dames uit Genève overgekomen. Die traden zo hautain op dat de rest zich als stront behandeld voelde. De secretaresses waren voor deze dames een soort ongedierte dat alle bevelen in een twee drie moest opvolgen. Dat was mijn eerste ervaring met de Verenigde Naties.

Hartstochtelijk voorvechter van vrijheid van denken

Na zo’n belevenis is het een verademing een oud boek te lezen uit een revolutionair tijdperk. Van een auteur die nog het pure idealisme uitdraagt, wat  ongetwijfeld ooit aan de basis lag van de Verenigde Naties. Zo’n bevrijdend boek is ’Esquisse dun tableau historique des progrès de lesprit humain’ van markies Caritat de Condorcet, postuum verschenen in 1795. Condorcet is een schrijver die zich heeft bevrijd van bijgeloof, van eender welke ideologie of religie en hartstochtelijk opkomt voor de vrijheid van denken. Dat van zijn visie weinig is terecht gekomen komt omdat idealen, – rationeel, ideologisch of religieus -, altijd tot het tegendeel verrotten als mensen die belust zijn op macht en geldelijk gewin er zich mee gaan bemoeien. Dat gold voor de christelijke kerken, voor socialistische en communistische regimes en nu evenzeer voor managers in de onderwijs-, gezondheids- en welzijnssector, voor aan het pluche geplakte politici en dus ook voor de Verenigde Naties.

Zelf het initiatief in handen houden

In deze bijdrage wil ik eerst en vooral aantonen hoe de denkbeelden van Condorcet na meer dan tweehonderd jaar even actueel zijn. Daarna wil ik onderzoeken hoe ooit zijn idealen werkelijkheid zouden kunnen worden. Vooruitlopend kan worden gezegd dat we niets hoeven te verwachten van internationale organisaties zoals de VN. Dat werkt zelfs averechts. We moeten als Europeanen het initiatief zelf in handen houden.

Ik zal mij beperken tot twee ideeën van Condorcet, namelijk hoe ontwikkeling van een volk tot stand komt en hoe dit wordt belemmerd door instituties. Condorcet heeft zijn hele leven, vrij van passies en zonder een woord vuil te maken aan zijn vervolgers, een strijd gevoerd tegen instituties die de vrijheid verhinderen. Het gaat bij hem om de mensenrechten, om het elimineren van bijgeloof, om het zuiver toepassen van wetenschappelijke methoden ook op moreel en politiek gebied, met als doel het lot van de mensen te verbeteren.

Gelijk qua mogelijkheden, maar niet qua ontwikkeling

Net zoals de morele en intellectuele ontwikkeling van een kind afhankelijk is van een passende opvoeding, waarbij rekening wordt gehouden met de perioden waar het kind rijp is om een volgende ontwikkelingsfase in te gaan, zijn er landen met een hoge beschaving die de fase van de Verlichting al hebben doorgemaakt en landen die niet zover ontwikkeld zijn. Cruciaal is de stelling van Condorcet dat net als alle kinderen mogelijkheden en talenten hebben, ook landen, volkeren of rassen gelijk zijn qua mogelijkheden, maar niet qua ontwikkeling. Alle naties kunnen een hoger beschavingspeil bereiken, met vrije mensen, bevrijd van vooroordelen en niet meer onderdanig aan koningen of tirannen, waar geen barbarij meer is en geen onwetendheid.

Vijanden van de vooruitgang

Er zijn volgens Condorcet drie soorten vijanden van de ontwikkeling: intellectuelen die de vooruitgang schaden, minder verlichte mensen die de verspreiding van al bekende waarheden vertragen en corrupte machthebbers die willen verhinderen dat de mensen verlicht worden. Maar tirannen en priesters (voeg er nu de imams bij) zullen de verlichting van het volk niet kunnen tegenhouden, ondanks alle vernederingen en terreur. Europa kan hier een rol spelen, mits er een einde komt aan de economische uitbuiting, de minachting van mensen van een ander ras of geloof en de bekeringsdrift van priesters of van goedmensen in het algemeen. Europeanen kunnen voor andere volkeren de bevrijders zijn, op voorwaarde dat in de handel andere volkeren dezelfde rechten worden toegekend, hun onafhankelijkheid wordt gerespecteerd en niet wordt meegegaan met corrupte regeerders die hun volk uitbuiten. Kan Condorcet moderner zijn! Hij verwijst terloops naar ’de Hollanders die middels verraad, pesterijen en misdaad een handelsmonopolie opeisen’. Over Azië zegt hij dat de mensen bevrijd moeten worden van ’een religie die hen in een eeuwige kindsheid houdt en in slavernij zonder hoop op verandering’.

Optimisme

Condorcet blijft optimistisch: ’Er komt een dag dat alle mensen overal ter wereld vrij zullen zijn, mensen die slechts hun rede als meester zullen erkennen; waar de tirannen, de slaven en de priesters verdwenen zullen zijn, waar elke vorm van bijgeloof de kop ingedrukt zal worden’. Die vrijheid en de gelijke rechten worden belemmerd door verschillen in rijkdom, in bestaansmiddelen en in opleiding.

Verschillen in rijkdom, bestaansmiddelen en opleiding

Over de verschillen in rijkdom zegt Condorcet dat die niet helemaal opgegeven moeten worden, want dat zou de rechten van de individuen veel schade toebrengen. Het zijn de excessen die moeten verdwijnen (in onze tijd zijn die juist toegenomen). De wet moet te grote verschillen tegengaan via belastingen. Openbare ambten mogen niet extreem bezoldigd worden en zelfverrijking moet aan banden worden gelegd.

Verschillen in bestaansmiddelen waarbij veel mensen amper genoeg hebben, worden verholpen door een systeem van sociale zekerheid. Dit ontbreekt in veel niet-westerse landen. Zo’n systeem is het beste criterium om de mate van Verlichting van een land te evalueren.

Tenslotte kan onderwijs de mensen minder afhankelijk maken van anderen. Daar leren ze hun rechten en plichten kennen, leren ze zich te verdedigen, worden ze minder het slachtoffer van indoctrinatie en bijgeloof en van charlatanerie. Onderwijs voor allen is essentieel, ook voor vrouwen. Condorcet maakt komaf met de vooroordelen over vrouwen. Er zijn volgens hem geen motieven om de ongelijkheid van rechten tussen man en vrouw te rechtvaardigen. Die ongelijkheid heeft geen andere oorsprong dan machtsmisbruik. De emancipatie van de vrouw is een van de belangrijkste criteria om de ontwikkelingsstatus van een volk of een land te beoordelen.

Ontwikkelingsachterstand in het Midden-Oosten en Afrika

We zijn nu tweehonderd jaar verder. Neem nu het Midden-Oosten en Afrika. De verschillen in rijkdom tussen een kleine elite  en de rest zijn daar enorm. Het volk profiteert nauwelijks van de opbrengst van de grondstoffen. Het onderwijs is er lamentabel. Het lot van de vrouwen triest. Het gaat hier om landen en volkeren die blijkbaar een niet te overbruggen ontwikkelingsachterstand hebben. Domheid alom. De vertegenwoordigers van die landen in onder andere de Verenigde Naties zijn clanleden of vrienden van de machthebbers die er baat bij hebben dat hun volk achterlijk blijft. We kunnen het beter hebben over de Verenigde Domheid. De internationale organisaties bieden de machthebbers een mogelijkheid de Verlichting tegen te houden. Dat bijvoorbeeld in de Mensenrechtenraad van de VN landen als Saudi-Arabië vertegenwoordigd zijn is niet alleen een farce, maar vooral een gotspe.

De enige oplossing is dat Europa zich terugtrekt uit de Verenigde Naties en samen met de immigranten uit het Midden-Oosten en Afrika concrete initiatieven neemt om de mensen in die landen hoop te geven op een betere toekomst.

Maar eerst moeten we zelf het voorbeeld geven van beschaafdheid. Toen de conferentie over armoedebestrijding was afgelopen, had de Nederlandse afgevaardigde, Mulock Houwer jr., het lef aan de kasteeluitbater een lunchpakket voor onderweg te vragen.