Reportage

Chris Aalberts in Israël – Kolonisten vertrekken niet snel van de Westbank

17-07-2017 10:21

Een van de meest controversiële kwesties in Israël is het nederzettingenbeleid. De afgelopen decennia bouwde Israël tientallen dorpen op de Westelijke Jordaanoever. Israël is door de internationale gemeenschap al talloze keren opgeroepen te stoppen met de bouw van deze nederzettingen. Ook landen die Israël normaliter steunen noemen de nederzettingen illegaal. De journalisten die met het CIDI op reis zijn door Israël nemen er een kijkje. Zo komen we ergens waar we anders nooit zouden zijn geweest: de nederzetting Shilo.

We worden thuis ontvangen door Uri, een kolonist die in Nederland werd geboren in een niet-religieus Joods gezin. Op zijn achttiende vertrok hij naar Israël en inmiddels woont hij hier met zijn vrouw en kinderen al twintig jaar. Vanaf het balkon van zijn huis is er een fantastisch uitzicht over de wijde omgeving. Zo’n bezoek bij iemand thuis stelt extra eisen aan de bezoekers. De CIDI-reisleider wijst ons erop dat Uri niet per se dezelfde standpunten heeft als wij. Vriendelijk en respectvol optreden zijn gewenst. Iedereen is meteen de vriendelijkheid zelve.

Wapperende vlaggen en speeltoestellen

Shilo is een dorp op een heuvel. Ergens doet het denken aan een soort bungalowpark: de huizen ogen goed onderhouden, er is geen hoogbouw en er staan her en der speeltoestellen. Dit is duidelijk een kinderrijke omgeving. Israëlische vlaggen wapperen vrolijk in de wind alsof er niets bijzonders aan de hand is. Het huis van Uri had qua sfeer ook prima in Almere kunnen staan, alleen dan zonder dit weidse uitzicht. De journalisten zitten in een ruime kring in de huiskamer en stellen hem de ene na de andere vraag.

Uri is rector op een middelbare jongensmuziekschool, waar de leerlingen algemene kennis wordt bijgebracht, maar waar ook aandacht is voor religie en muziek. Shilo bestaat zo’n twintig jaar langer dan hij er woont. De nederzetting werd opgericht na de Jom Kipoeroorlog. Het idee ontstond dat de bezette gebieden niet leeg moeten blijven. Door er te wonen wordt het land verder ontwikkeld, verbetert de veiligheid en wordt het gebied een echt onderdeel van Israël. Onbewust suggereert deze manier van praten dat de Palestijnen niet bestaan. Maar die zijn er natuurlijk nog steeds wel.

Religieuze regels en toelating

Voor de Israëlische onafhankelijkheidsoorlog woonde er al Joden op deze plek, meldt Uri. Volgens de bijbel stond hier 400 jaar lang het Tabernakel, een voorloper van de Tempel op de Tempelberg. We kunnen dit allemaal lezen in het boek Samuel. Deze Bijbelse plek ligt 200 meter verderop. In Shilo wonen 400 families. De nederzetting is religieus: in het openbaar moet men zich houden aan de religieuze wetten. Om in een kleine nederzetting te mogen wonen moet je langs een toelatingscomité. Palestijnen melden zich volgens Uri nooit aan. Of zij er niet willen wonen of dit niet kunnen betalen, blijft onduidelijk. Vermoedelijk beide.

Uri spreekt niet over de bezette gebieden maar over Judea en Samaria. Vroeger waren er subsidies en belastingvoordelen om hier te gaan wonen, maar al in 1993 heeft premier Rabin die afgeschaft. Om een nederzetting te starten is toestemming van de regering nodig. Voorzieningen als water en elektriciteit worden vervolgens door de regering aangelegd. Met de Palestijnse Autoriteit hebben de kolonisten niets te maken. Ze bouwen zelf hun huis en kopen daarvoor grond van de regering. Als de grond achteraf van Palestijnen blijkt te zijn wordt de nederzetting alsnog ontmanteld.

Hartstikke veilig, zo’n nederzetting

Tijdens de Tweede Intifada was het in deze regio onrustig, vertelt Uri. “Je wist niet of je terug zou komen van je werk.” Hij kocht een kogelvrij vest. Een wapen had hij al en hij traint jaarlijks met schieten. Hij draagt het wapen altijd bij zich omdat het anders gestolen kan worden. Goed bidden helpt ook, leren we. Momenteel is het rustig en zijn er weinig extra veiligheidsmaatregelen. Er staat geen hek om Shilo heen en kinderen hebben hier een onbezorgde jeugd. Het laatste incident met een Palestijn dateert van twee jaar geleden en vond in een andere nederzetting plaats.

Uri probeert ons duidelijk te maken dat Joden en Palestijnen hier vreedzaam samenleven, maar echt overtuigend is het niet. Er bestaat interactie met Palestijnen: ze gebruiken dezelfde wegen, dezelfde supermarkten en hebben soms dezelfde werkgevers. Maar Uri mag van het Israëlische leger niet met zijn gezin door Ramallah lopen. Hij heeft wel een vriend die Palestijns is, maar als de werkgever van die vriend daar achter komt, raakt die Palestijn zijn baan kwijt. Toch concludeert Uri dat het samenwonen van Joden en Palestijnen in de praktijk goed verloopt.

Delegaties en burgers

Uri komt met een stelling die we tijdens deze reis niet kunnen controleren: delegaties aan onderhandelingstafels zijn heel anders dan gewone burgers. In de politiek is er niets mogelijk nu het vredesproces stil ligt, maar de praktijk is anders. Volgens hem willen Israëli’s in plaatsen als Tel Aviv een muur bouwen om de Palestijnen buiten te sluiten, maar in de regio van Shilo wonen Joden en Palestijnen juist samen. Dat er wel degelijk grote fysieke afstand tussen de twee groepen bestaat, waarbij de kolonisten in het voordeel zijn, blijft onbenoemd.

Uri gaat letterlijk middenin het conflict zitten, merk ik op. Hij ontkent dat niet: hij wil bijdragen aan de concrete opbouw van deze regio en wil daar niet alleen maar over praten. Hij blijft sowieso hier, want anders kun je in zijn visie Israël ook wel meteen opgeven. Als hij zou vluchten, waarom zou een ander deze gebieden dan nog wel verdedigen? Als het moet doet hij zijn kogelvrije vest aan: “Dit is ons leven, dit is ons land en dit is waar we blijven. Als je in 1975 had gezegd dat er in 2015 een half miljoen Joden op de Westbank zouden wonen, had men dat niet geloofd.”

 Chris Aalberts ging begin juli met het CIDI naar Israël en de Westbank. Deze reis werd grotendeels betaald door het CIDI. U heeft kritiek op deze reis? Die is bij uw verslaggever al bekend. De hele serie vindt u hier.