De mythe van ‘moslims als Europa’s nieuwe Joden’

07-03-2017 20:39

Tot de bedrieglijke politieke redeneringen van onze tijd behoort het verhaal dat de huidige islamieten in Europa de ‘nieuwe Joden’ zouden zijn. Met andere woorden, hun positie lijkt op die van Joden tussen 1933 en 1945 in Duitsland en het door dat land bezette Europa. Zonder aanspraak op volledigheid te willen maken volgen hier een drietal fundamentele verschillen.

Ten eerste: in tegenstelling tot menige hedendaagse islamiet werden Joden in het Duitsland tussen de beide wereldoorlogen bekritiseerd en gehaat, niet omdat zij weigerden om te integreren, maar omgekeerd, omdat hun integratie een enorm succes was. Echter, hun welslagen wekte bij veel niet-Joden een pathologische jaloezie op. Anders dan veel islamieten die de waarden van de Westerse cultuur afwijzen, waren Joden vaak seculier en behoorden tot het culturele, politieke en economische establishment. Hier stelden zij, ondanks een immer aanwezig christelijk of nationalistisch gemotiveerd antisemitisme, hun loyaliteit jegens de staat keer op keer onder bewijs.

Duitse wetenschap

Het waren regelmatig Joodse geleerden die de Duitse wetenschap haar wereldfaam verschaften. Daarvoor staat overigens niet alleen de naam Einstein garant. Tot de grote Duitse nationalisten die zich tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het Duitse keizerrijk verdienstelijk hebben gemaakt behoorde ook de Joodse wetenschapper Fritz Haber, drager van de Nobelprijs voor Chemie. Hij wordt gezien als de ‘vader van de gasoorlog’ die in die dagen aan Duitse zijde haar intrede deed. Het was mede aan het organisatorische genie van Walther Rathenau, ook van Joodse komaf, te danken dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog zo lang kon volhouden.

‘Islam was de enige religie waarover Hitler te spreken was’

Duitse Joden, waarvan er 12.000 sneuvelden, streden met evenveel overtuiging als hun niet-Joodse kameraden. Velen werden gedecoreerd. Voor wie hierin is geïnteresseerd: de lijst van staatsgetrouwe Joden, niet alleen in Duitsland maar ook elders in Europa, is schier eindeloos. Kortom, een integratiesucces zonder weerga waaraan Jodenhaters een einde hebben gemaakt.

Bolsjewieken

Ten tweede: het Jodendom kende, in tegenstelling tot de islam, geen internationaal en theologisch gemotiveerd terrorisme. Joodse bomgordelterroristen bestonden niet. De opvatting dat er wel degelijk sprake zou zijn geweest van een Joods terrorisme is geënt op de mythe van het ‘Joodse bolsjewisme’. Deze duiding, die vooral in Midden- en Oost-Europa populair was en is stelt dat Joden, die bij de bolsjewieken ten tijde van de Russische Revolutie ‘oververtegenwoordigd’ waren, medeverantwoordelijk zouden zijn voor de horror van het partijcommunisme. En wie kaatst zou volgens de aanhangers van dit gedachtegoed de bal terug mogen verwachten.

Wij kijken even naar de validiteit van deze redenering. De identificatie van bolsjewisme met Jodendom is onjuist: er zaten meer Joden bij de mensjewieken en de sociaal-revolutionairen dan bij de bolsjewieken. Joden behoorden ook tot de felste tegenstanders van het bolsjewisme. Het was een Joodse vrouw, Fanya Kaplan, die op 30 augustus 1918 een aanslag op Lenin pleegde waardoor hij zwaargewond raakte.

Vluchtelingen en onderduikers

De gelijkstelling van bolsjewisme en Jodendom wordt ook gelogenstraft door het feit dat de bolsjewieken iedere religie de oorlog verklaarden – en dat gold tevens voor het Jodendom. Klopt het dan niet dat Joden relatief oververtegenwoordigd waren binnen de gelederen van de Russische partijcommunisten? Jazeker wel, maar dat gold ook voor Polen, Letten en Georgiërs. En dat was weinig verwonderlijk. In zijn beginfase werd het partijcommunisme nog als een emancipatiebeweging gezien. Echter, een ‘Joods’ terrorisme kan gerust naar het rijk van de fabelen worden verwezen.

‘Wanneer Joden vluchten is er politiek gezien gegarandeerd zwaar weer op komst’

Ten derde: in tegenstelling tot veel huidige islamieten moest iedere Europese Jood na Hitlers machtsovername voor zijn leven vrezen en uiteindelijk vluchten. Joodse gelukzoekers bestonden niet, Joodse onderduikers wel. Immers, er was nog geen Joodse staat die de vluchtelingen kon opnemen. Islamitische illegalen daarentegen, veelal jong, mannelijk en door testosteron gedreven, kunnen kiezen uit tientallen islamitische staten om zich te vestigen. Alleen al in Saudi-Arabië staan 100.000 goed geoutilleerde tenten klaar die uitsluitend tijdens de hadj gebruikt worden. Allemaal leeg. Hier zouden drie miljoen vluchtelingen een goed onderkomen kunnen vinden. Riad weigert dit en ziet deze vluchtelingen liever in Duitsland. Ter compensatie werd onze oosterburen financiële ondersteuning bij de bouw van 200 moskeeën aangeboden. Dat dan weer wel.

Kanaries in de mijn

De suggestie dat het lot van huidige islamieten in Europa en dat van Joden ten tijde van de Weimarrepubliek of tijdens het Derde Rijk op elkaar zou lijken is nogal bizar. Al was het maar omdat Hitlers anti-judaïsme in de Arabische wereld van harte werd (en wordt) toegejuicht. In 1941 ontmoetten de virulente Jodenhater Mohammad Amin al-Hoesseini, grootmoefti van Jeruzalem en Palestijns-Arabisch nationalist, en Hitler elkaar in Berlijn. Inzake het ‘Jodenvraagstuk’ bestonden er hoogstwaarschijnlijk geen meningsverschillen. De islam was de enige religie waarover Hitler te spreken was. Een divisie van de Waffen-SS (‘Handschar‘) was goeddeels uit Moslim-vrijwilligers samengesteld.

Joden waren en zijn de kanaries in de mijn. Wanneer zij vluchten is er politiek gezien gegarandeerd zwaar weer op komst. De vlucht van duizenden Europese Joden naar Israël die momenteel plaatsvindt is dan ook een zeer veeg teken. Tijdens een wandeling langs een strandboulevard in Tel Aviv waant men zich zo nu en dan in Parijs – zoveel Frans wordt er gesproken. En het zijn geen toeristen, maar vluchtelingen die hier zijn neergestreken. Wil men de metafoor per se gebruiken dan lijkt het er eerder op dat Joden de ‘nieuwe Joden’ zijn.