Achtergrond

Acht jaar Barack Obama’s Midden-Oostenpolitiek: een retrospectief

14-11-2016 14:36

Dat de regering Obama besloot om geen nieuwe avonturen in het Midden-Oosten aan te gaan is goed te begrijpen gegeven de totale mislukkingen van de Amerikaanse ingrepen in Afghanistan en later Irak. Nu Obama’s termijn er bijna opzit is het zaak vast te stellen hoe de recente Amerikaanse Midden-Oostenpolitiek gekarakteriseerd kan worden en wat daarvan de gevolgen voor de regio en de wereld zijn.

De beroemde rode lijn van Obama

Een belangrijk gegeven zijn de publieke verklaringen van Obama over het eventuele gebruik van chemische wapens door President Assad van Syrië. Zou hij dat doen dan overschreed hij een rode lijn en dan zou Amerika ingrijpen. Wel, het gebeurde, maar Amerika deed niets. Assad moest zijn chemische wapens inleveren, wat hij trouwens maar gedeeltelijk gedaan heeft, en hij kon verder gewoon blijven zitten.

President Obama gaf als een van de redenen om niet in te grijpen op dat hij er de handen van het Congres niet voor op elkaar kreeg. Maar politieke commentatoren in de Verenigde Staten geven aan dat de beroemde nucleaire deal met Iran de basis is geweest om niet in te grijpen. Wall Street journalist Jay Solomon meldde dat de Iraniërs de Amerikanen te verstaan hadden gegeven dat als de Amerikanen Assad zouden aanvallen er geen sprake van een deal kon zijn.

En natuurlijk zijn de Russen altijd faliekant tegen het ingrijpen tegen Assad, wat heet.

Begin 2014 had de Amerikaanse ambassadeur Robert Ford in Syrië ontslag genomen omdat hij vond dat de Amerikaanse regering kansen liet liggen om de gematigde Arabische Syrische oppositie te steunen om zo een tegenwicht te bieden tegen toenemende Iraanse steun aan het Assad regime en in het verlengde daarvan tegen Russische invloed in het land waarover hij zich grote zorgen maakte.

Een steeds grotere sjiitische aanwezigheid

En die zorgen zijn terecht aldus terrorisme-expert Charles Lister van het Amerikaanse Middle East Institute, die stelde dat er vandaag de dag zo’n 50 à 60.000 sjiitische strijders in Syrië actief zijn, vooral rond Aleppo. Het zijn Iraanse militairen, vooral leden van de Republikeinse Garde die daar vechten en de leiding geven aan Libanese Hezbollahstrijders en Irakese en Afghaanse milities een sjiitisch front vormen. De Syrische oppositie werd op haar beurt gedwongen om op fronten acties te coördineren met jihadisten zoals die van voormalig Nusra, wilde ze niet totaal uitgewist worden door vooral Hezbollah.

Maar de Amerikanen hebben weinig oog voor deze massale sjiitische aanwezigheid in Syrië. Ze zijn, net als veel Europese staten, geobsedeerd door Islamitische Staat en steunen daarin de Koerdisch-Syrische strijdkrachten van de YPG/SDF, die streeft naar een autonome Koerdische entiteit in het Noorden van het land. Het bizarre van deze steun is dat groepen die door de Amerikanen gesteund worden met elkaar slaags zijn geraakt. Zo werd in februari dit jaar de door de CIA gewapende militie ‘Ridders der Gerechtigheid’ van het Vrije Syrische Leger uit de stad Marea, ongeveer 30 kilometer ten noorden van Aleppo door de door het Pentagon gesteunde Syrische Democratische Krachten verjaagd.  Ambassadeur Robert Ford was altijd al tegen het bewapenen van de YPG/SDF strijders. Koerdische SDF strijders vanuit Manbij veroverden de afgelopen dagen dorpjes op weg naar de strategisch belangrijke stad El Bab, wat het FSA met (lucht)steun van Turkije en de VS bewoog om het offensief om El Bab te versnellen. El Bab, een stad van ooit 70.000 nu nog maar ca 30.000 is vrijwel uitsluitend Arabisch is, is een belangrijke positie op weg naar Raqqa, ook vrijwel geheel Arabisch.

Libanon

Een andere versterking van de sjiitische krachten in het Midden-Oosten is de recente verkiezing van Michael Aoun, een Maronitische christen, tot president van Libanon. Aoun die ooit naar Parijs vluchtte voor de vader van Assad, daar zo’n 13 jaar verbleef, sloot na terugkomst in Libanon een alliantie met de sjiitische Hezbollah die nauw gelieerd is aan Syrië en Iran. Zijn politieke opponenten zien met lede ogen aan hoe Hezbollah almaar machtiger wordt in het kleine land. De Saoedi’s zagen de bui al hangen en hebben hun financiële steun aan het Libanese leger ingetrokken.

Het brutale Egypte

Nog opmerkelijker is evenwel de move dat het meest bevolkte Arabische land Egypte maakt richting Rusland. In oktober dit jaar hielden Russische en Egyptische strijdkrachten voor het eerst sinds 45 jaar een gezamenlijke oefening. En er zijn geluiden dat Rusland weer een militaire basis in het land krijgt, bij Sidi Barrani, nabij de Libische grens. Het is allang geen geheim meer dat president Sisi de Syrische president Assad steunt. Egypte is altijd tegen regime change geweest, allereerst uit angst om zelf –weer- aan de beurt te zijn. Sisi vreest bij een eventuele val van de dictator dat Syrië een islamitisch-fundamentalistisch regime krijgt, vergelijkbaar met dat van Sisi’s voorganger de moslimbroeder Morsi die hij in een coup opzij heeft gezet. Recentelijk reisden naar verluidt Egyptische officieren naar het Syrische Tartoesj waar de Russen een basis hebben om daar samen met de Russen trainingen te verzorgen. Rebellen in West Aleppo troffen in een inmiddels mislukte poging om de belegering van Oost Aleppo te breken, een wapendepot aan met door Egypte gefabriceerde munitie. Misschien oud spul maar toch. Egypte staat door deze politiek lijnrecht tegenover ‘suikeroom’ Saoedi-Arabië dat het land sinds Sisi aan de macht is al met meer dan 25 miljard dollar gesteund heeft. Daags nadat Egypte meestemde met een Russische VN resolutie over Syrië stopte het Saoedi Aramco subiet de olietoevoer naar Egypte. Daarop zou de Egyptische minister van olie, Molla naar Iran gaan voor overleg. Toen dat echter bekend werd, bleek de ontmoeting niet door te gaan. Analisten denken vanwege de storm van kritiek door deze openlijke stap tot nadere samenwerking.

Saoedi-Arabië, de verliezer?

Het is geen geheim dat Saoedi-Arabië uit is op de val van Assad, die immers een van de belangrijkste bondgenoten van Iran is, de eeuwige sjiitische tegenstrever van het soennitisch-wahhabistische koninkrijk. Saoedi-Arabië lijkt de gewelddadige ‘sjiitisering’ van het Arabische Midden Oosten als groter gevaar te zien dan Islamitische Staat en Al Qaida. Iran versterkt haar machtspositie niet alleen in Syrië en Libanon maar het stookt ook in het ten zuiden van Saoedi-Arabië gelegen Jemen waar het in toenemende mate de sjiitische Hoethi’s en de verdreven president Saleh steunt in hun strijd. En waar het Irak van de soennitische Saddam Hoessein de grote vijand van Iran was is het land met zijn huidige sjiitische regering, een innige bondgenoot geworden van haar vijand van eertijds: Iran zette tal van Iraakse sjiitische milities op, traint en bewapent ze. Het zijn milities die nu bij Aleppo tegen de Syrische oppositie vechten en bij Mosul tegen Islamitische Staat. Een leider van een van die milities Qais al Khaz Ali zei onlangs dat de bevrijding van Mosul wraak is voor de dood van Hoessein, stichter van het sjiitische geloof. De geopolitieke aspiraties van Iran zijn sterk religieus gemotiveerd. Teheran beschouwt Mekka en Medina, gelegen in Saoedi-Arabië als ‘bezet door soennieten’.

Een andere ontwikkeling die Saoedi-Arabië zeer dwars zit, is de recente Amerikaanse wetgeving die het mogelijk maakt om het Saoedische Koninkrijk juridisch aan te klagen voor 9/11. Deze wetgeving werd met overweldigende meerderheid door het Amerikaanse congres aangenomen. Om te voorkomen dat zijn steun aan Saoedi-Arabië niet in twijfel kon worden getrokken, sprak president Obama zijn veto over de wet uit maar dat veto werd snel ‘overruled’ door het congres. Het land, waaruit maar liefst 15 van de 19 kapers van 9/11 afkomstig waren, kan zo worden aangeklaagd en zo stellen de Saoedi’s vast dat Amerika niet meer die vaste vriend van weleer is. Want President Obama kan dan voor de bühne zijn veto hebben uitgesproken maar zijn Midden-Oosten politiek kan alleen maar geïnterpreteerd worden als dat hij van bondgenoot aan het wisselen is: van het soennitische Saoedi-Arabië naar het sjiitische Iran.

Obama, de president die de ruimte liet aan Rusland en Iran

Hoe kunnen we, concluderend, dan de Amerikaanse Midden-Oostenpolitiek karakteriseren en wat zijn de gevolgen van deze politiek voor de regio en de wereld? Wel de door Obama zo gekoesterde deal met Iran heeft als gevolg dat Iran en in haar kielzog de sjiitische krachten in het Midden-Oosten enorm aan invloed hebben gewonnen. Een gevolg daarvan is weer dat Syrië blijft branden. En een gevolg daarvan is dat het voorlopig niet gedaan met de vluchtelingenstromen binnen het land en richting Europa, wat een versterking tot gevolg heeft van het Europese populisme. Tegelijkertijd voelt Assad zich sterker dan ooit in de strijd door de openlijke Iraanse en Russische steun en de stilzwijgende laissez-faire houding van de Amerikanen. Obama zal zo met zijn Midden-Oosten politiek de geschiedenis ingaan als de president die geen avonturen meer aanging, en die een historische deal sloot met aartsvijand Iran, maar die daarmee ook de Russen ongekend veel ruimte in de regio gaf en, wat wellicht het meest dramatische is, Syrië liet branden.

Een nieuw geluid en een nieuwe politiek?

En de nieuwe president Trump? Die zei dat hij met Rusland wil samenwerken in de strijd tegen Islamitische Staat. Maar Rusland en Assad vechten in Aleppo vooral tegen het Vrije Syrische leger en ontzien de burgerbevolking totaal niet. Ze houden coute que coute de belegering van Oost Aleppo in stand, en verlengen tot nu toe steeds de ultimatums aan rebellen om zich over te geven – wat natuurlijk niet gaat gebeuren. Rusland bombardeert in het gebied van het Vrije Syrische Leger scholen, ziekenhuizen en markten, maar niet de would-be hoofdstad Raqqa van Islamitische Staat. Kandidaat Trump kon roepen wat hij wilde. President-elect Trump wordt vanaf dag een na de verkiezingen dagelijks bijgepraat over de ware situatie in elke politiek dossier, dus ook in het Syrische. Laten we hopen dat hij daarom tot politiek zinnige inzichten komt en zich realiseert dat president Poetin linksom of rechtsom geen bondgenoot is, maar een sluwe tegenstander die slechts een belang heeft: het Russische en dat het overgrote deel van het Syrische volk in de eerste en laatste plaats van dictator Assad af wil. Trump zegt te luisteren naar de stem van die Amerikanen die al zo lang niet gehoord zouden worden. Laat hij dan ook gaan luisteren naar de stem van de Syriërs.