Politiek

#Bruslog: ‘De EU is transparanter dan Den Haag’, zegt de lobbyist

04-07-2016 10:15

In het benauwde zaaltje waren half februari zo’n zeventig mannen aanwezig van hetzelfde type: veertigers en vijftigers in slecht zittende pakken. Ze kwamen uit alle landen van de EU en hadden geen publieke rol. Je moet goed in dit netwerk zitten om te weten wie dit zijn en wat ze precies doen. De zes mannen op het podium hebben allemaal wel een naam, maar de organisatie waarvoor ze werken staat niet op hun naambordje. Het is dus een zoekplaatje, want zelfs mét de deelnemerslijst wordt niet altijd duidelijk welk belang ze vertegenwoordigen.

Zo werkt panellid Farid Aliyev voor de organisatie ‘BEUC‘. Farid is blij veel bekenden te zien. Deze conferentie is exemplarisch voor de vele lobbyconferenties in Brussel: ze worden bezocht door mensen die elkaar door en door kennen omdat ze voortdurend zaken met elkaar doen. In februari ging het over een buitengewoon technisch onderwerp waar geen burger iets van weet: “customer authentication”. Media zijn er nauwelijks, op drie correspondenten en uw verslaggever na. Er is ook één wetenschapper. Rara wie hebben de meeste invloed op het beleid?

Lobbyisten in geuren en kleuren

Op de gastenlijst staan 111 lobbyisten, waarvan tientallen verstek hebben laten gaan. Ze komen van lobbybureau’s, koepelorganisaties en banken. VISA, BNP Paribas, ABN AMRO, ING en vele anderen staan op de deelnemerslijst. De 27 ambtenaren op dezelfde lijst werken bij het Europees Parlement, de Europese Commissie of de permanente vertegenwoordigingen van lidstaten en niet-lidstaten, een soort ambassades. Deze permanente vertegenwoordigers kunnen eveneens als lobbyisten worden opgevat: ze spreken namens hun eigen lidstaat, zoals lobbyisten spreken namens hun klant.

De lobbyisten en ambtenaren zijn nog om een andere reden slecht van elkaar te onderscheiden: sommige organisaties klinken als publieke instellingen, maar zijn dat niet. Zo is de Dutch Payments Association gewoon een zakelijke dienstverlener en is de European Banking Federation een bankenclub wiens naam verrassend veel lijkt op de European Banking Authority die dan weer een Londense EU-instelling is. De vaagheid geldt zelfs voor de organisator: het Center for European Policy Studies (CEPS) lijkt onafhankelijk, maar krijgt nogal wat EU-geld.

Allemaal partners die meedoen

De titel van deze halfdaagse conferentie is: “How strong should customer authentication be?” Echt veel budget is er niet voor, want de bijeenkomst wordt gehouden op het shabby kantoor van CEPS, al ligt dat kantoor wel op een peperdure locatie. VISA heeft meegeholpen de conferentie te organiseren. Er hangt ook een poster van ECRI: het European Credit Institute. Maar of ECRI ook meebetaalt is niet duidelijk. Een EU-instelling is dit in ieder geval niet.

Zie hier de transparantie van Brussel. Loop zelf een zaaltje in en het probleem is meteen in volle omvang duidelijk: het is niet duidelijk wie er aanwezig zijn en welke belangen deze mensen vertegenwoordigen. Je kunt dit alleen weten als je je permanent in dit netwerk begeeft en langere tijd betrokken bent bij een thema. Anders blijven de aanwezigen inwisselbare passanten zonder profiel, die allemaal dezelfde technocratische taal uitslaan en hetzelfde soort pak dragen, terwijl ze in werkelijkheid hele verschillende belangen hebben.

Een effectieve lobby is onduidelijk

Tijdens mijn #bruslog-serie sprak ik meerdere lobbyisten die in Brussel proberen in opdracht van grote bedrijvenkoepels EU-regelgeving te veranderen. “Hoe doet je dat?” vroeg ik ze. Er kwamen wat lessen uit: je moet zoeken naar waar de macht zit, je moet in een vroeg stadium aan tafel zitten en je moet niet over alle dossiers iets willen zeggen. Maar hoe je effectief een lobby voert, dat wist niemand. Of niemand wilde het vertellen. Het gaat allemaal om de feiten, zegt iedereen steeds. Pas op met feiten, leerde ik.

Een lobbyist vertelde me dat een koepelorganisatie niet effectief kan zijn als deze geen Duitse leden heeft. Een veeg teken van de macht van grote landen. Als de Duitsers niet meedoen, vraagt iedereen zich af of je de Duitse opinie wel kent. Ook kunnen de Duitsers een eigen lobby beginnen. “Geldt dat ook als Litouwen mist?” vroeg ik. Litouwen blijkt geen Duitsland, maar ik mocht daar niet uit concluderen dat grote landen meer te zeggen hebben dan kleine.

“Het ligt allemaal heel genuanceerd en dat is per keer verschillend”, meldde de lobbyist. Om te vervolgen: “Het is hier in Brussel veel transparanter dan in Den Haag”.

Chris Aalberts deed dit jaar onder de titel #Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land.