Politiek

Op weg naar Brussel: Vier lessen over crowdfunding

12-09-2015 13:59

 

Enige scepsis over crowdfunding lijkt niet onterecht, aangezien er weinig succesvolle journalistieke projecten bestaan die op basis hiervan tot stand zijn gekomen. Velen noemen De Correspondent een voorbeeld, maar in feite namen donateurs destijds een abonnement op een nog niet-bestaand magazine. Bij crowdfunding als die voor ThePostOnline ben je je geld na je donatie simpelweg “kwijt” en is de vraag wat je er precies voor terugkrijgt. Wat kunnen we leren van mijn crowdfundingactie die in juli van dit jaar startte?

De perverse prikkel van dit type actie is helder: de stukken die door crowdfunding tot stand gaan komen zijn voor iedereen beschikbaar. Hoewel Arnold Karkens ruim 10.000 euro meer heeft opgehaald dan ik, heeft een groot deel van zijn lezers niet gedoneerd. De vraag is dus: waarom zouden donateurs eigenlijk geld geven? Ze kunnen de artikelen toch gratis lezen. En dus ging mijn campagne over een onderwerp waar weinig over geschreven wordt, om de prikkel wat te verhogen. Wat blijkt? Ruim twee maanden later heeft de actie al 3280 euro opgeleverd. En het bedrag stijgt nog steeds.

Afgelopen donderdag was het dan zover: donateurs konden met mij in discussie over wat ik vanaf komende week in Brussel ga doen. Vier conclusies op basis van die bijeenkomst.

 1. Weinig interactie

De meeste donateurs hebben helemaal geen behoefte aan een discussiebijeenkomst met degene die ze hebben gesteund. Crowdfunding levert vooral donateurs op die niet op zoek zijn naar interactie of discussie. Veertien donateurs wilden in discussie waarvan er uiteindelijk zeven aanwezig waren. Nog een tiental meldde zich af en kwam met ideeën, waar ik ze ook toe had uitgenodigd. Hoewel ik niet weet hoeveel donateurs exact doneerden voor mijn campagne, is dat aantal zeker een factor tien hoger. De meeste donateurs willen dus wel betalen voor journalistiek, maar verder geen inspraak.

2. Open blik

De aanwezige donateurs hadden geen duidelijke opdracht voor me en dat gold ook voor donateurs met schriftelijk suggesties. Twee leden van D66 vertelden dat ik natuurlijk carte blanche heb. “We zouden natuurlijk 200 journalisten naar Brussel moeten sturen”, merkte een van hen op. Ze wist al wat ik schreef en dat ik geen D66-fan ben. Ook voor D66-leden hoeft de verslaggeving niet positief over de EU of pro-D66 te zijn. Ook donateurs willen neutrale verhalen lezen. Of zoals een GroenLinks-er het verwoordde: “het wordt wel erg saai als we nu al weten wat je schrijft.”

3. Net een opinietijdschrift

Het idee dat crowdfunding tot partijdige journalistiek kan leiden – “wie betaalt bepaalt” – is ook tot sommige donateurs doorgedrongen. Het leidt tot reflectie op in hoeverre dit soort nieuwe journalistieke modellen toekomst hebben. Een donateur zag dit wel als een potentieel risico, maar vroeg zich ook af of dit anders is bij traditionele media: Kun je bij Elsevier straffeloos schrijven dat het EU-klimaatbeleid een doorslaand succes is of bij De Volkskrant dat de huidige migratiecrisis draait om economische migranten? We weten het antwoord.

4. Inhoudelijke ideeën

Het grote voordeel van crowdfunding: donateurs geven niet alleen geld, maar ze hebben ook ideeën. Het nadeel laat zich raden: ik vind niet alle ideeën goed of interessant. Maar de waarde zit niet zozeer in het feit dat de donateurs met specifieke ideeën komen die uitgevoerd moeten worden, maar in dat die ideeën een beeld geven van wat voor lezers interessant is en wat zij wel en niet weten of willen weten. Deze politiek geïnteresseerde burgers geven een perspectief aan welke EU-verslaggeving ze missen, wat hen zou kunnen boeien en waar ze nog niets van weten.

Is crowdfunding de toekomst van de journalistiek? Voor dagelijkse verslaggeving waarschijnlijk niet, maar het lijkt achtergronden voor nichepublieken prima te kunnen financieren.

Mijn crowdfunding steunen kan nog steeds. Morgen: welke inhoudelijke ideeën heeft de brainstorm met donateurs opgeleverd