Politiek

De Amsterdamse politiek kan en moet anders

01-07-2015 14:45

Na twee jaar in de Amsterdamse politiek rond te hebben gelopen, valt je een aantal dingen op. Als provinciaal merk je bijvoorbeeld dat Amsterdammers niet allemaal over het paard getilde megalomane museumdirecteuren zijn die een fietstunnel als een inbreuk beschouwen op het Rembrandt-kijken. Maar je ziet ook zaken in de politiek. Zaken die beter kunnen en anders moeten.

De Stopera is, zoals elk politiek systeem, een dichtgetikt systeem met tradities die ‘nou eenmaal zo horen’. Onze hoofdstad verdient echter beter dan dat. Op basis van mijn ervaringen hieronder een paar tips voor de Amsterdamse politiek. Want die kan veel beter, onze hoofdstad verdient beter.

1 Amsterdam is middeleeuws in haar afvalinzameling en verwerking

Natuurlijk, het is hier niet het GroenLinks paradijs Nijmegen. Maar je kan veel slimmer afval inzamelen, scheiden en hergebruiken. Dat kost in eerste instantie veel geld. Maar om de nieuwe partijleider van GroenLinks te citeren: “Het gaat er niet altijd om wat het kost, maar om wat het de samenleving opbrengt”. Amsterdam is toch zo innovatief? Verzin er dan eens wat op. En als het kan zonder Pakhuis de Zwijger-jargon.

2 Speel eens minder vaak Tweede Kamertje en politiseer niet alles

Als adviseur zou ik dit nooit zeggen, maar het kan echt een graadje minder. In andere steden in Nederland kan dat ook. Neem onderwijs: Asscher en Hilhorst hebben het Amsterdamse basisonderwijs niet gered dan wel verpest. Nu wordt het onder D66 niet opeens heel veel slechter of superveel beter. Het is gewoon zoeken naar de juiste mix tussen keuzevrijheid en gemengde scholen en kijken wat je kan doen om alle scholen beter te maken. Daar is iedereen het over eens. Doe dus niet alsof daar een ideologisch verschil in zit; bovendien op iets wat beleidsterrein is waar je als stad nauwelijks invloed op hebt.

Denk minder in coalitie en oppositie maar meer aan de stad. Politiseer waar moet, maar doe niet alsof het ene of andere stadsbestuur in één keer dingen 90-graden kan draaien. Ook in Amsterdam zijn de marges van de politiek klein: groen voor je deur of een parkeerplek voor je deur, dat is een ideologische keuze in het stadsbestuur. Of: de inzet van camera’s of de erfpacht. Een paar procent verschuiven in subsidies is geen ideologische keuze, 65 mini-amendementen over vaarverordeningen op de grachten ook niet. Dat is waanzinnig partijpolitiek geneuzel.

3 Het conformisme in de Amsterdamse gemeenteraad is verschrikkelijk

Als voorbeeld: tijdens een raadsvergadering zit iedereen in ongeveer dezelfde pakken. De VVD’er gaat voor double breasted, de GroenLinkser voor een ribcolbertje en daar houdt het verschil wel op. Dat geldt niet alleen voor kledingkeuze, alsof de hele Raad op een datingsite zou invullen: ‘ik houd van muziek’ en ‘ik houd van lekker eten’.

Dat Peter Kwint een uitzondering is, omdat hij wel gewone kleren draagt, een tatoeage heeft (zoals half Amsterdam) en een uitgesproken muzieksmaak, is een schande voor het stadsbestuur. En juist een eigen persoonlijkheid en een eigen voorkomen, dát mag wel iets fanatieker. Vroeger dachten wij in de provincie dat in Amsterdam wel eigenzinnige types rondliepen…

4 Een gemeenteraadsvergadering is niet te volgen voor een gewone Amsterdammer

Vergaderingen worden weliswaar uitgezonden via een livestream, met een openbare agenda en stukken, maar dan nog is het niet te doen. Niemand weet na drie minuten meer waar de Raad het over heeft, moties worden op papier uitgedeeld en je kan niet eens zien wie waarop op stemt. Het is achterlijk dat je niet simpel op een scherm kunt zien wie waarop heeft gestemd.

Amsterdammers die een keer in de Stopera komen kijken of hun steun voor dan wel protest tegen iets willen laten horen, druppelen na een paar uur procedureel gedoe vaak hulpeloos af. De lengte van de vergaderingen is, ook door de eerder benoemde politisering, vaak potsierlijk, mensonterend en debat-dodend. GroenLinks-raadslid Zeeger Ernsting deed onlangs een paar voorstellen hierover, maar deze kunnen nog veel verder gaan. Immers: ook ingewikkelde onderwerpen kun je normaal behandelen. Het moet anders in de Nederlandse hoofdstad, met z’n zelfbenoemde creativiteit.

5 Het allergrootste probleem voor de Amsterdamse gemeenteraad is de tweedeling

Er zijn zaken die je wel moet politiseren. Zaken waarvan je eerst gezamenlijk moet bepalen dat het heel belangrijk is om het vervolgens ideologisch in te vullen. Het allerbelangrijkste daarbij is de tweedeling in Amsterdam.

De politiek is hier een mooi voorbeeld van. Kijk eens op een willekeurige bijeenkomst van elke partij: grotendeels blank en hoog opgeleid. In de Raad zie je precies hetzelfde. Dat is niet per se de schuld van partijen, maar het is wel een groot probleem voor Amsterdam, waar meer dan 200 nationaliteiten wonen.

Autochtoon en allochtoon

De gemeenteraad moet zich in haar debatten, beleid en werkwijze veel meer realiseren dat er gescheiden werelden zijn in Amsterdam. Veel meer nog dan nu zou de Raad zogenoemde ‘nieuwe Amsterdammers’ erbij moeten betrekken. Je moet niet alles in etnische termen willen beoordelen want nieuwe Amsterdammers zijn immers niet alleen nieuwe Amsterdammer.

Laat deze mensen vooral kiezen of ze een groene stad willen of een stad waar het hoogste liberale doel is een parkeerplek voor je deur. Hiervoor kunnen ze bij GroenLinks terecht of bij de VVD. Maar de scheiding is wel de grote uitdaging voor Amsterdamse politiek. Zowel in de gemeenteraad maar vooral in de stad zelf is het bestrijden van de tweedeling tussen allochtoon en autochtoon de allergrootste uitdaging. Hoe?, daar moet de Raad vooral ruzie over maken, maar die scheiding moet aangepakt.

Huub Bellemakers was tot voor kort voorlichter en adviseur bij GroenLinks Amsterdam.