Politiek

Waterschapsverkiezingen: Eindelijk heb ik politieke thema’s gevonden

03-03-2015 11:45

Op 18 maart vinden tegelijk met de verkiezingen voor de Provinciale Staten de waterschapsverkiezingen plaats. Waar de Provinciale Staten al weinig enthousiasme oproepen onder burgers, geldt dit in nog sterkere mate voor de waterschappen. Want dit is bij uitstek het bestuursniveau waar burgers verreweg het minst vanaf weten.

Hans Middendorp, lid van het Algemeen Bestuur van waterschap Delfland kon de onwetendheid over waterschappen niet langer aanzien en schreef er een kort en informatief boek over: ‘Niet bang voor water? Wat de waterschappen voor je doen’. De titel verraadt het perspectief wat in dit boek wordt gehanteerd: een positieve blik op het nut van deze onbekende bestuurslaag.

Nuttige taken

Die positieve blik blijkt niet ten onrechte, want in ruim honderd pagina’s laat Middendorp zien hoe nuttig de waterschappen zijn. Waterschappen gaan over waterveiligheid, wateroverlast, waterzuivering, waterkwaliteit en waternatuur. Het blijkt technologisch nog een geavanceerd terrein te zijn ook.

Middendorp illustreert aan de hand van rampen in het verleden wat er gebeurt als er geen goed watermanagement zou bestaan en legt uit welke problemen Nederland op watergebied heeft. Hij heeft met name veel oog voor klimaatverandering, waardoor het steeds belangrijker wordt Nederland te beschermen tegen het water wat werkelijk van alle kanten op ons afkomt.

De auteur schreef dit verhaal als reactie op de onwetendheid die hij steeds tegenkwam op het terrein van de waterschappen. Zijn motivatie is niet om te laten zien dat waterschappen net als de Tweede Kamer een relevante politieke arena zijn waar duidelijke keuzes voorliggen. Middendorp stelt die vraag niet centraal maar geeft er tegelijk toch antwoord op.

Dalende bodem

Een terugkerend thema in dit boek is het dalen van de Nederlandse veenbodem. Dit is een natuurlijk proces, leren we. Hoe moet het waterschap reageren? Als het grondwaterpeil bij een dalende bodem gelijk blijft, krijgen we natte voeten, kelders en kruipruimten. Maar als we het grondwaterpeil daarom verlagen, daalt de bodem nog verder. Wat te doen? (p.94). Ook blijken er verschillende visies te bestaan rond een mogelijke afsluiting van de Nieuwe Waterweg en het terugwinnen van fosfaat, vezels en biogas. Moeten waterschappen daar meer in investeren?

Na mijn wekenlange zoektocht naar de politieke dimensie van de waterschappen, heb ik eindelijk politieke thema’s gevonden. Maar het zijn wel dimensies waar geen burger ooit voor te interesseren is. In de praktijk zullen de burgers bovendien de korte termijn voor de lange termijn laten gaan. Extra pompen dus, voorlopig geen zeesluis en niet extra investeren in duurzaamheid. Maar welke posities bepaalde bestuurders bij al deze kwesties innemen en hun argumenten daarvoor, zal hen ontgaan.

Andere dimensie

Welke politieke dimensie rond de waterschappen gaat de burger wel raken? Ook daar geeft Middendorp het antwoord: het terrein ‘meegenieten van water’ (p.126). In vergelijking met alle andere thema’s in dit boek is het een minimaal beleidsgebied, namelijk de vraag of het waterschap wat extra’s moet doen voor wandelaars, kanoërs en andere recreanten.

Dit is vergeleken met de belangrijke taken rond waterveiligheid en waterkwaliteit een minimaal beleidsterrein, maar op dit punt zijn partijen waarschijnlijk nog wel te onderscheiden. Sommige partijen zijn meer voor de recreant, andere meer voor de natuur. Al moet de burger dan nog steeds in een uiterst dor informatielandschap zoeken welke partij zich aan welke kant van deze dimensie bevindt.

Middendorp schrijft in de inleiding dat ‘alle Nederlanders [dit verhaal] zouden moeten kennen’. Dat klopt maar dat is onvoldoende ambitieus: meer burgers zouden door dit verhaal moeten nadenken of waterschapsverkiezingen niet anders vormgegeven moeten worden.