Ahmed Marcouch, een politieke biografie

21-02-2014 14:01

dossier_marcouch_530

 

Toen ik met Marcouch doorsprak over de ‘vredesmissie‘ van de politie in Slotervaart, was hij net terug van een werkbezoek aan de politie in Vlissingen. Hij was toen al Kamerlid. ‘De politie in heel Nederland is heel erg bezig met al dat multiculti- gedoe,’ stak hij van wal. ‘Er gaan miljoenen euro’s vooral naar, zeg maar, thee drink-activiteiten. Ik krijg altijd jeuk van begrippen als vrede stichten,  dan ben je als politie echt de weg kwijt. Maar die mentaliteit heerst heel breed in politiekringen van hoog tot laag. “Kennen en gekend worden” is inderdaad ook zo’n kreet die je overal steeds weer hoort. Maar de informatiepositie van de politie in de wijken is vaak nul komma nul. Dat is een structureel probleem bij alle politiecorpsen van Eindhoven tot Meppel.’ 

Uruzgan

‘Kijk als een politiechef in één van de ergste criminele wijken van Amsterdam roept dat het zo belangrijk is om “te kennen en gekend te worden”, dan is dat vergelijkbaar met een legercommandant in Uruzgan die daar eerst een jaar met de bevolking gaat babbelen voordat hij de Taliban gaat bevechten, snap je? Daarom vond ik het ook zo belangrijk dat er hier meer Marokkaanse agenten kwamen en heb ik daar lang voor gepleit. Ik leerde het belang van dat soort kennis  toen ik zelf in de Indische buurt werkte. Ik hoefde niet eerst anderhalf jaar te besteden aan het leggen van contacten. Ik had die contacten al en kon gewoon meteen aan de slag gaan. Ik sprak de taal, ik kende de cultuur en de mentaliteit en ik wist waar ik moest zijn. Ik wist wanneer ik sociaal moest zijn en wanneer ik bot moest zijn.’

Bontkraagjes

‘Heel veel Hollandse agenten hebben die kennis niet,’ vervolgde hij zijn verhaal. ‘Dat betekent dat je in zo’n wijk met veel Marokkanen met een enorm informatiegat zit. Je weet gewoon niet wat daar gebeurt, wie wat doet. Je weet niets. Een flink deel van de Amsterdamse agenten komt uit de provincie en kan echt Hassan niet van Houssein onderscheiden. Ze kunnen die jongens met opgeschoren koppen en bontkraagjes gewoon niet uit elkaar houden, net als ik zelf indertijd de Nigerianen en de Ghanezen niet uit elkaar kon houden.’

‘De politie in heel Nederland is heel erg bezig met al dat multiculti- gedoe, er gaan miljoenen euro’s vooral naar, zeg maar, thee drink-activiteiten.’

‘Maar toen ik agent in de Indische buurt was zag ik meteen of een Marokkaanse jongen uit het noorden of het zuiden van Marokko kwam, uit de stad of uit de Rif. Het is een voordeel om die kennis te hebben. Het gaat mij dus niet om een politiek correcte afspiegeling van de samenleving, maar alleen om die specifieke kennis.’

Alles klein maken

Als het  je doel is om alleen de ‘vrede te handhaven’, moet je alle incidenten voortdurend kleinmaken en bagatelliseren om te voorkomen dat het beeld ontstaat dat de situatie eigenlijk wel degelijk aan het escaleren is, was de analyse van Marcouch. ‘Op den duur is alles zogenaamd klein geworden en zie je door al die kleine boompjes het bos niet meer. Dan blijken die vermeende kleine crimineeltjes plotseling tot monsters te zijn uitgegroeid die botweg de politie staan uit te dagen door het politiebureau met stenen te bekogelen en 48 parkeermeters op te blazen. Zo diep waren we dus gezakt in Slotervaart.’

‘Maar dat drama heeft de politie dus zelf geschapen. Het oude districtsbureau was voor mijn komst totaal niet bezig met optreden en handhaven. Maar ook toen de nieuwe politiechef kwam bleef die oude cultuur voor een deel gewoon in stand. De politie zag helemaal niets in wat ik daar wilde. De agenten waren voor een belangrijk deel welzijnswerkers geworden. De nieuwe politiechef was daar verantwoordelijk voor. Ik wilde daar vanaf. Daar was ik tegen aan het vechten. De politiechef hier hoorde ik nooit over het vergroten van de pakkans. “Wat gaan jullie nou eigenlijk doen om die criminelen te pakken?”, vroeg ik hem steeds. Maar ik kreeg daar gewoon geen antwoord op. Je moet langdurig en structureel rechercheren, goede informatie verzamelen en die jongens oppakken. Stop daar je energie in, in plaats van in praten.’

‘De conclusie was dat de politie niets deed’

‘Hier in Slotervaart, hadden de straatcoaches van de SAOA aanvankelijk ook te maken met enorme tegenwerking van de politie,’ vertelde Marcouch. ‘De politie in Slotervaart was helemaal niet blij met de komst van de coaches, want plotseling liepen er jongens rond die wel aanhoudingen verrichtten. We weten ook waar die houding vandaan komt namelijk van de politietop in Amsterdam. Je moet dat optreden van toenmalig hoofdcommissaris Bernard Welten bij Pauw & Witteman nog maar eens bekijken. Hij vertelde toen dat hij zo bang was voor Parijse toestanden. Hij legde precies uit wat er hier in Slotervaart aan de hand was en de conclusie was dus dat de politie niets deed, al jaren niet.’

‘Er is maar één groep verantwoordelijk voor de criminaliteit in een wijk en dat zijn de criminelen zelf’

‘Maar de burgers willen een stad waarin de politie er voor ze is als ze in de problemen komen. Dat recht hebben ze gewoon. We moeten investeren in een politiekorps dat weet wat er leeft in de wijk en daarop anticipeert. Er moeten meer goede buurtregisseurs bij de politie komen. De deskundigheid van de recherche moet sterk worden verbeterd. De rechercheteams worden vaak bemand door jonge, onervaren mensen. Er zijn te weinig politiemensen en daarom moeten ze juist intelligent, slim en effectief ingezet worden.’

Nul komma nul

‘Er is maar één groep verantwoordelijk voor de criminaliteit in een wijk en dat zijn de criminelen zelf’, stelde Marcouch. ‘Maar de Marokkaanse gemeenschap en vooral de ouders zijn wel medeverantwoordelijk voor de oplossing van het drama. Als je de problemen gaat ontkennen of erger nog, als je solidair bent met die criminelen, dan word je medeplichtig aan het in stand houden van dat criminele klimaat. Dan hebben we er nog een probleem bij, want we hebben die burgers nodig voor aangiftes en getuigenverklaringen. Je kunt dat alleen maar doorbreken door op een goede manier te reageren, gewoon bereikbaar te zijn en de misdaad echt te gaan aanpakken. Je moet laten zien dat je alert en effectief bent; en burgers niet afpoeieren als ze aangifte komen doen.’

Hij gaf een voorbeeld van hoe in de praktij, precies het tegenover gestelde gebeurde: ‘Van de week hoorde ik een verhaal van een mevrouw die hier in Nieuw-West aangifte wilde doen van een ernstig strafbaar feit. Ze had zitten praten als Brugman met een agent die haar wel vier uur lang probeerde af te houden van het doen van die aangifte. Daar stak die agent al zijn energie in. Dan ben je toch echt helemaal het spoor bijster. Wat is hier aan de hand zeg? Vier uur!’

Trekken

‘Ik heb echt twee jaar moeten trekken om de politie beweging te krijgen,’ vertelde Marcouch. ‘Niet alleen in Slotervaart hadden we dat probleem trouwens. Alle stadsdeelvoorzitters in Nieuw-West smeekten al jaren om extra agenten, maar die kwamen gewoon nooit. Het probleem was dat ik als stadsdeelvoorzitter geen enkele bevoegdheid had, zoals heel veel mensen kennelijk nog steeds niet weten. Ik heb geprobeerd om het op andere manier voor elkaar te krijgen. Door de publiciteit te zoeken en door lastig te zijn voor de politie. Ik gaf in die periode een interview aan Weert Schenk van de Volkskrant. Dat stuk kwam op de voorpagina met de strekking: “Marcouch vraagt om hard optreden maar de politie wil niet.“‘

‘Hoofdcommissaris Welten heeft toen eindelijk ingezien dat er echt wat moest gebeuren,’ vervolgde Marcouch. ‘Vanaf dat moment kregen we hier tien extra agenten, waarvan een deel Marokkaanse politiemannen waren die onder meer uit Amsterdam-Oost kwamen. Zij deden niet alsof zij in een 1000-en-één-nacht-film waren beland en ze iedereen beleefd moesten groeten met Salaam aleikum. Zij gedroegen zich niet als welzijnswerkers, maar als agenten. Ook de straatcoaches kwamen doordat ik de publiciteit zocht en door te lobbyen op het stadhuis. Na twee jaar zag je al de kentering in die slechte wijken. De straatgroepen werden teruggedrongen en de criminaliteit werd minder. Daarnaast heb ik dus gepleit voor langdurige intensieve recherche op die jongens. Of dat gebeurd is, weet ik niet, want ik kreeg daar van de politie gewoon geen informatie over.’

Structureel rechercheren

‘De politie zou met de bevoegdheden en de mankracht die zij al heeft veel meer resultaten kunnen boeken’, stelde Marcouch vast. ‘Ik vind dat de politie tegen elke overtreding en strafbaar feit moet optreden. Simpel. Je moet gewoon goed zijn, daar gaat het vooral om. Maar we hebben maar heel weinig competente mensen bij de politie rondlopen. Preventief oppakken mag niet volgens de wet. Maar je kunt wel structureel preventief rechercheren. Als je dat doet, dan krijg je ze echt wel een keer te pakken. Dat betekent recherchecapaciteit inzetten, goed volgen, observeren, goeie aangiftes opnemen, getuigen en informanten zoeken. Dat moet allemaal. Maar dan moet je ook wel in beweging komen.’

‘Niet eerst een taakstrafje, weer een taakstrafje en dan weer een taakstrafje. Nee, de eerste klap moet een daalder waard zijn’

‘Als de politie niet zichtbaar bezig is met het aanpakken van de criminaliteit maar zich juist heeft teruggetrokken uit de wijken dan krijg je die aangiftes, getuigen en informanten natuurlijk nooit. Daardoor krijgt de politie vaak zijn dossiers niet rond waardoor de bewoners weer constateren dat die criminelen gewoon blijven rondlopen. Dat is de vicieuze cirkel die doorbroken moet worden. Als de politie ze te pakken heeft, moeten ze vervolgens lang en goed opgesloten worden door de rechter en dat gebeurt dan weer niet. Niet eerst een taakstrafje, weer een taakstrafje en dan weer een taakstrafje. Nee, de eerste klap moet een daalder waard zijn. Dat is het tweede grote probleem.’

Lees alle andere hoofdstukken van ‘Ahmed Marcouch, een politieke biografie’.