Politiek

Het kosmopolitische Nederland

15-03-2013 11:00

“Het zijn de kosmopolitische criticasters die vriend zijn van elk land behalve van hun eigen land.” – Benjamin Disraeli

Als volk worden wij internationaal gewaardeerd om onze open houding. Nederlanders zijn niet nationalistisch of chauvinistisch, nee – wij zijn wereldburgers. Misschien is het aan dit post-nationalistische zelfbeeld te danken dat we graag een bemiddelende rol spelen in internationale politiek – zie bijvoorbeeld het Strafhof in Den Haag. Hoe is het met dit kosmopolitisme gesteld binnen de Nederlandse politiek?

Om links van het midden te beginnen; bij de SP heerst het idee dat de arbeider nog enigszins trots mag zijn op het vaderland. Deze partij is niet geheel afkerig van patriottische nostalgie en gaf zelfs een aanzet tot het oprichten van een Nationaal Historisch Museum. Met de aantekening dat uiteraard niet alles destijds deugde, mogen er best wat gloedvolle herinneringen worden opgehaald aan bijvoorbeeld de Gouden Eeuw.

Sociologie

In de sociologie wordt de kosmopoliet getypeerd als een open en kritische wereldburger met hoge status en een (post)modern waardenpatroon dat uitgaat van ontplooien, maatschappelijk succes, materialisme en genieten. Hij gaat vooral om met gelijkgestemden, zit in de hogere inkomensklasse, is consumptiegericht en technologie-minded. Een kosmopoliet zou impulsief en avontuurlijk zijn en gevoelig voor zowel status als etiquette.

SP’ers veroverden (tijdelijk) de harten van kiezers door hardop te zeggen dat bankiers, net als iedereen, voor hun geld dienen te werken. Men ageert tegen topambtenaren en gouden handdrukken, daar waar PvdA’ers terughoudender stelt dat we nu eenmaal leven in een polderdemocratie. Met de op-globaal-niveau-opererende aandelenhandelaren en valutaspeculanten heeft de SP-stemmer weinig op. Kosmopolitisme heeft in deze kringen een vieze nasmaak gekregen – men denkt hierbij aan topmanagers die van bedrijf naar bedrijf zweven. Zij ruilen de ene metropool in voor de ander, zonder ergens langdurige betrokkenheid bij te ervaren. De kosmopoliet is bij uitstek een onthechte mens.

GroenLinks

GroenLinks is daarentegen openlijk kosmopolitisch. Het idee van het Vaderland is hier een nietszeggend relict, een fossiel uit het industriële tijdperk dat men het liefst vergeet of inruilt voor moeder natuur. We moeten diversiteit vieren omwille van de diversiteit. Hoe meer culturen, identiteiten en etniciteiten per vierkante meter, hoe beter: dan vieren we de tolerantie pas écht. Wie zijn wij immers om anderen onze levensstijl voor te schrijven? Behalve dan als het op het milieu aankomt.

Een D66’er zal zich meer thuisvoelen bij Groenlinks dan bij de SP, misschien juist vanwege dit uitgesproken kosmopolitische karakter. D66 heeft een “post-history” karakter. Met andere woorden; hier heerst de gedachte dat de ideologische, religieuze en culturele conflicten der beschaving nu wel beslecht zijn. We leven in wezen in één grote mondiale metropool. Een bourgeois-gesellschaft waarin, á la Hegel, met de introductie van de gelijkheid voor de wet de spirituele en ethische breuklijnen hun relevantie verliezen en uiteindelijk zullen komen te vervallen. Hooguit moeten we de nadere invulling van deze metropool nog even samen bekijken; even zien hoe we de verworvenheden onderling verdelen.

Liberalen

Deze lijn wordt in het algemeen ookwel gedeeld door de VVD. Ideologische en levensbeschouwelijke conflicten zijn ondergeschikt aan het marktproces. Carl Schmitt wees er op dat liberalen er een handje van hebben te denken dat botsingen tussen rivaliserende wereldbeschouwingen en culturen net als economische conflicten middels gezonde concurrentie kunnen worden gekanaliseerd.

Onterecht, volgens Schmitt, gezien culturen ten opzichte van elkaar een wezensvreemdheid bezitten die zich niet in analogie laat denken tot het concurrentieconflict, waar inzet en beoogd doel altijd het zelfde zijn – namelijk kapitaal, omzet en winst. Wie economie en handel een warm hart toe draagt, spreekt de taal van het geld. En de taal van het geld is een wereldtaal.

Man een man

Het verschil tussen VVD’ers en de voorgenoemden is dat als je VVD’ers dit beeld voorhoudt van een post-historische, post-etnische kosmopolitische metropool c.q. multiculturele heilstaat, ze daarop allergisch reageren. Ze vinden niet dat onze beschaving door het stof moet voor wat er vroeger gebeurd is; ze kijken naar de realiteit en zien dat onze beschaving meer netto rijkdom en kennis heeft voortgebracht dan de, bijvoorbeeld door de bevrijdingstheologie verheerlijkte, derde wereld. Ergens diep in hun binnenste voelen ze aan dat dat te maken heeft met Nederlandse normen als: “Een man een man, een woord een woord. Je komt op tijd op afspraken, betaalt schulden netjes af – als het tegenzit niet meteen opgeven maar proberen een creatieve oplossing te vinden.”

Naast de Nederlandse soberheid hangt dit ook samen met Verlichtingswaarden als rationalisme en objectiviteit. Maar als je VVD’ers vraagt dit onder woorden te brengen, haken ze af. Dan wordt het te abstract en rennen ze terug naar hun winkel of kantoor. Aan het eind van de dag moet de schoorsteen immers blijven roken. VVD’ers snappen dat Mark Rutte een betrouwbare man is die netjes op de centjes past, maar dat ze hem niet moeten vragen om – zoals Bart de Wever en Etienne Vermeersch onlangs deden – te debatteren over Nietzsche’s levensbeschouwelijk nihilisme en het materialisme van de Westerse beschaving.

Seculier

Dan is het last but not least voor de volledigheid van de beeldvorming wel zo eerlijk nog wat te zeggen over het CDA en de PVV. Het CDA vist in dezelfde electorale vijver als, wel, iedereen, en heeft daarnaast het probleem van de secularisering oftewel ontkerkelijking. Het is te religieus voor “normaal seculier denkende mensen” – voor SGP’ers en CU’ers niet christelijk genoeg.

De partij heeft zich te vaak laten kennen als banenmachine die koste wat kost moest blijven draaien. Zie bijvoorbeeld het grote aantal “prominenten” die tijdens de vorming van het gedoogkabinet steeds hun plasje over de formatie moesten doen. De kerk als instituut brokkelt in Nederland steeds verder af en daarmee ook het CDA.

Angstgevoelens

De PVV tenslotte. Onlangs vertegenwoordigde ik het Humanistisch Verbond tijdens een discussie in Nijmegen tussen mijzelf, een theoloog, en een voorman van de Islam Democraten. “Mensen praten over islamisering,” zei die laatste daarbij, “puur om angstgevoelens op te wekken. In de Randstad zijn er nu eenmaal veel moslims en er komen er steeds meer bij. Die mensen moeten ergens kunnen bidden en dus stijgt het aantal moskeeën. Dat is toch geen islamisering?” Hoewel erg subtiel gespeeld, nodigen dergelijke uitspraken toch uit tot een tegenreactie, en in ons verder kosmopolitische politieke landschap komt die van de PVV.

Het is echter de vraag of de PVV ooit nog wat zal bereiken. Door het kabinet te laten vallen heeft Wilders het laatste krediet dat hij bij de andere fracties had, verspeeld. Een absolute meerderheid haalt hij nooit. Ook heeft de partij bijna geen lieden met bestuurservaring, en zonder een sterk netwerk onder ambtenaren en burgemeesters krijgt men in Nederland niets gedaan – zie de decentralisering van de Algemene Wet Werk en Bijstand die vastliep op de lobby van de VNG.

Islamisering

Ook is Wilders tegen alles wat er in Brussel gebeurd, dus ook op Europees niveau staat hij met legen handen. Terwijl immigratiewetgeving tegenwoordig met Europees beleid is verknoopt. Dus als je wat tegen islamisering wil doen, dan moet je daar beginnen. Natuurlijk wordt er niet geluisterd door kosmopolieten als barones Ashton. Eventueel zou men dan samenwerking kunnen zoeken met meer confessionele krachten, maar daarvoor ontbreekt het aan visie.

Concluderend kan ik stellen dat het tijd is onszelf af te vragen waar we als Nederlanders –  misschien zelfs als Europeanen – voor staan. Verstaan we onder “kosmopolitisme” dat we de hele wereld omhelzen? Dus van Hollywood-entertainment en de platvloerse poep- en plasgrappen van Gordon tot de islam? Of zijn we selectief en maken we keuzes? Traceren we ons erfgoed tot de beschaving van de Oude Grieken en Romeinen, Germaanse tradities, Renaissancecultuur en Verlichtingsfilosofie? We moeten ons de vraag stellen: “Wat is ons vaderland meer dan met zijn allen bier zuipen – bij het voetbal van oranje rond de buis, op koning(in)endag in de kroeg?”