Politiek

Europees Parlement uit puberteit?

18-02-2013 09:59

Europarlementariërs zijn soms net pubers. Ze willen van alles en kunnen flink zeuren. Jengelen om meer (zak)geld bijvoorbeeld. Maar als het geduld van hun ouders echt op is, binden ze in, want doorzetten betekent verstoorde relaties. En dus geen zakgeld.

Aan de ene kant is Europa stapje voor stapje steeds democratischer geworden. Het Europees Parlement heeft flink aan macht gewonnen sinds 1979. Je kunt je nauwelijks nog belangrijke  EU-wetgeving voorstellen waarbij het Parlement niet het laatste woord heeft of minstens ‘incontournable’  is. Dit is pure winst, al is het Parlement niet evenredig populairder geworden. Zeker niet in Nederland, ondanks vele verwoede pogingen.

Brussel wordt serieuzer genomen

Het probleem is dus niet een gebrek aan macht. Die hebben Europarlementariërs steeds meer,  althans op papier. Wel is Brussel lange tijd een vergaarbak geweest van uitgerangeerde politici die aan het eind van hun carrière naar Europa mochten afzakken  om hun pensioen aan te vullen en snoepreisjes te maken. Dit verandert gelukkig gestaag. Politieke partijen nemen Brussel steeds serieuzer, ook waar het ‘human resources’ betreft.

Maar diezelfde Europarlementariërs worden nog steeds verkozen via nationale lijsten en zijn voor hun plekje op de lijst afhankelijk van leiding en leden van hun partij. In de praktijk, en dat is geen geheim, dus van een handjevol partijbobo’s. Die bobo’s bepalen de koers in Den Haag, voor velen vreemd genoeg nog steeds de navel van de wereldpolitiek.

Een tandeloze tijger

In de EU besluitvorming is de Raad, de 27 lidstaten, afhankelijk van het Europees Parlement, dat dus  steeds meer te zeggen heeft. Maar de leden van het Parlement zijn voor hun positie weer afhankelijk van hun politieke leiding in de hoofdsteden. Daarom, als het echt spannend wordt, kiest men doorgaans eieren voor zijn geld. Zoals gezegd, het zijn net kinderen. Straks wordt papa boos en krijg je straf. Geen zakgeld meer. Dag pensioen, dag reisjes. Zeg dan maar dag tegen de democratie. Zo wordt het Parlement nooit een echte medewetgevende waakhond, maar blijft het een tandeloze tijger.

Dit moet stoppen. Het Parlement heeft nu een uitgelezen kans om zijn tanden te tonen. De meeste grote fracties willen de in de Raad bekonkelde EU meerjarenbegroting torpederen. Hier hebben ze een breekpunt van belang. Die begroting is er immers eentje van pappen en nathouden en subsidieert vooral het verleden, zonder in de toekomst te durven investeren. Het Parlement heeft nu eindelijk het laatste woord.

Begroting naar de prullenbak

Graag moedig ik de volksvertegenwoordigers daarom aan om dit fletse gedrocht naar de prullenbak te verwijzen. Niet vanwege hun natte federale droom en drammen om meer geld voor Brussel, maar om ervoor te zorgen dat het goed besteed wordt. Aan een Europa dat werkt  en tevens volledige verantwoording  kan afleggen voor onze belastingcenten.

Dat vraagt moed en een onafhankelijke houding. Daarvoor moet je volwassen zijn.  Dan is het laf om in het geniep te gaan stemmen. Dat zou dit Parlement onwaardig zijn. Ik hoop daarom op een open debat met een eigen afweging en een transparante stemming.  Dan is het Parlement de puberteit echt voorbij. Met wij,  Europanen, als grootste winnaars.

Wytze Russchen was politiek adviseur van wijlen Minister van Staat Willy De Clercq (VLD). Hij is 24 jaar politiek actief binnen de VVD en Open Vld in Nederland en België.