Politiek

Hoe Nederland de fuik van het JSF-drama invloog

29-10-2012 12:37

Het lijkt erop dat het JSF-project voor de vierde keer in tien jaar tijd wordt gered. VVD en PvdA gaan voorlopig door met deelname aan het JSF-programma, aldus bronnen rond de kabinetsformatie. Voormalig GroenLinks Kamerlid Arjan El Fassed reconstrueert het JSF-drama en heeft nog enkele aanbevelingen voor Mark Rutte en en Diederik Samsom. “Terwijl iedereen in Den Haag weet dat er ooit een parlementaire enquête naar de JSF zal komen, blijft besluitvorming met draagvlak uit.”

‘De JSF was wat mij betreft een gigantisch foute beslissing’
Nadat in 2002 het kabinet Kok II het besluit had genomen om deel te nemen aan dit omstreden project ontstond een politieke worsteling in de Tweede Kamer tussen de fractie van de PvdA, aangevoerd door woordvoerder defensiematerieel Frans Timmermans en het door de PvdA gesteunde kabinet-Kok II. Timmermans zei tien jaar geleden tegen de Volkskrant: “Ik wil over een jaar of vijftien niet voor een parlementaire enquêtecommissie verschijnen die uitzoekt waarom er veel meer geld is uitgegeven dan geraamd is.” Volgens hem waren de financiële onzekerheden die aan het kabinetsbesluit van Paars II kleven enorm. Laurens Jan Brinkhorst, de D66 minister van Landbouw in het kabinet Kok II toen in 2002 het deelnamebesluit werd genomen zei enkele maanden later in Vrij Nederland: “De JSF was wat mij betreft een gigantisch foute beslissing.” Volgens hem zou het moeilijk worden de miljarden die de staat er in zou stoppen terug te krijgen. “Dat gaat niet het aanstaande kabinet, maar het kabinet daarna veel geld kosten.”

Door het aftreden van het tweede Paarse kabinet in verband met Srebrenica bleef een krachtmeting uit. Nadat de verkiezingen van 2002 de verhoudingen in de Tweede Kamer met de komst van een grote LPF-fractie drastisch had gewijzigd, was de PvdA niet meer nodig voor een meerderheid.

De Tweede Kamer wist weinig tot niets
Vier jaar later werd de JSF-deelname voor de tweede keer gered. Nog voor de verkiezingen van 22 november 2006 tekende de minderheidsregering-Balkenende III een memorandum of understanding met de Amerikanen, zodat de JSF geen inzet van de verkiezingen of de kabinetsformatie kon zijn. Er was een comfortabele Kamermeerderheid en met een beroep op ‘zakelijk geheim’ werd het memorandum niet aan het parlement ter inzage gegeven. Wel werd de Kamer ingelicht over een verwijderd element van het memorandum, namelijk de aanschaf van testtoestellen.

In 2009 explodeert het JSF-dossier opnieuw. Dit keer in de regeringscoalitie tussen CDA en PvdA. Om de val van die coalitie te redden werd een compromis bereikt: het definitieve besluit over aanschaf van de JSF werd doorgeschoven naar een volgend kabinet. Wél wordt besloten tot de aanschaf van twee testtoestellen met een prijskaartje van 200 miljoen euro. In het coalitieakkoord van kabinet Rutte I is met steun van de PVV het tweede toestel definitief zeker
gesteld. Het JSF-project was ook toen omgeven door dezelfde onzekerheden: de alsmaar stijgende kosten, technische mankementen, twijfels over orders voor het bedrijfsleven, geluidsoverlast en de grote vraag of de staat haar investering krijgt terugbetaald. Bovendien kreeg de Tweede Kamer niet altijd de juiste informatie van Defensie.

We zijn letterlijk een fuik in gevlogen
In de wetenschap dat een demissionair kabinet een motie toch niet uit kan voeren en ingehaald zou worden door een kabinetsformatie diende de PvdA zowel vlak voor de verkiezingen in 2010 als aan de vooravond van de verkiezingen in 2012 een motie in om uit het JSF-project te stappen. Een Kamermeerderheid stemde voor die moties. Omdat het zo’n
motie met een demissionair kabinet weinig zin heeft en het JSF-project alleen doorgang heeft kunnen vinden via kabinetsformaties diende ik in juli een motie in voor een parlementaire enquête naar de hele gang van zaken rond het JSF-dossier en de ongelukkige besluitvorming daarover. Het was al lang duidelijk dat Nederland letterlijk een fuik in is gevlogen. Hoe langer dit project voortduurt hoe lastiger het wordt om terug te trekken. Dat werd vorige week nogmaals bevestigd door de Algemene Rekenkamer.

Juist daarom is een parlementaire enquête noodzaak. Onder het mom dat een besluit nog niet is genomen stellen voorstanders en twijfelaars dat een parlementaire enquête niet nodig is. Maar als je een fuik in bent gevlogen dan is er een besluit. Doorgaan kost veel geld en stoppen kost veel geld. Hoe heeft het zover kunnen komen? Welke lessen moeten hieruit worden getrokken?

‘Ik zou het bonnetje maar bewaren’
Al ver voordat het kabinet in 2002 de knoop doorhakte, had Defensie zijn keuze al bepaald. Ambtenaren spraken in interne stukken zelfs van ‘sluipende besluitvorming’. Defensie kijkt sinds 1997 niet meer naar andere opties. Besluitvorming heeft willens en wetens in kleine stappen plaatsgevonden. De Tweede Kamer werd telkens geconfronteerd
met nieuwe fasen. En iedere fase kost extra geld maar formeel over de aanschaf werd geen besluit genomen. Het besluit van Kok II om deel te nemen aan de zogenoemde System Design & Development-fase was geen besluit tot aanschaf maar je doet niet zomaar een investering van bijna een miljard. Deelname was de de facto keuze voor de JSF. In 2006 tekende staatssecretaris Van der Knaap een akkoord over de Production, Sustainment & Follow-on Development fase. Opnieuw een investering maar geen besluit tot aanschaf. Vervolgens steggelde CDA en PvdA over deelname aan de testfase (Initial Operational Test and Evaluation). Zij bereikten een compromis over het principebesluit om deelname aan deze fase met een eerste testtoestel. Waarover D66 voorman Alexander Pechtold zei: ‘ik zou het bonnetje maar bewaren‘.

Er zijn teveel vragen die onbeantwoord blijven
In 2015 willen PvdA en VVD een knoop doorhakken over de aanschaf van de JSF. Opnieuw wordt een nieuw brokje besluitvorming voorgelegd. Terwijl iedereen in Den Haag weet dat er ooit een parlementaire enquête naar de JSF zal komen, blijft besluitvorming met draagvlak uit. Er zijn teveel vragen die onbeantwoord blijven. Een verstandig besluit nemen, betekent het lef om dit dossier niet alleen via een zijdeur tijdens kabinetsformaties en ingewikkelde compromissen in voor coalitiepartners verteerbare blokjes te hakken maar een voorstel via de voordeur het parlement binnen te dragen. Zo’n voorstel dient bestand te zijn tegen alle instrumenten die het parlement tot haar beschikking heeft, inclusief een parlementaire enquêtecommissie.