Politiek

Europa: Hard op weg naar een nieuwe klassenstrijd

13-10-2012 13:04

In de VS is het al vele jaren onderwerp van discussie; nu blijkt dat ook ons land eraan moet geloven: het krimpen van de middle class, van de klasse met een gemiddeld inkomen. Een proces dat volgens deskundigen de economie een stuk instabieler én hardvochtiger zal maken.

De Amerikaanse economie wordt al dertig jaar geplaagd door stijgende inkomensverschillen. Op dit moment bezit de rijkste één procent van de bevolking 40 procent van al het kapitaal; en de onderste 40 procent één procent. Beide groepen, de superrijken en de allerarmsten, groeien. De middel class wordt ondertussen steeds kleiner. Die trend is ook hier aanwezig. Deze week verscheen een onderzoek van Anna Salomons (Utrecht School of Economics) en Maarten Goos (KU Leuven) waaruit blijkt dat het aantal banen met een middeninkomen de afgelopen veertien jaar met 4,5 procent gedaald, terwijl de aantallen banen met een hoog, en met een heel laag inkomen juist met ruim tien procent zijn gestegen. In de ons omringende landen gaat die ontwikkeling nog harder. Ook Europa stevent af op een fikse financiële tweedeling.

Is het de automatisering?
De oorzaak ligt voor menigeen vast: het monster genaamd neoliberalisme. Merkwaardig genoeg richten Salomons en Goos hun vizier vooral op een veel algemener verschijnsel, automatisering: “Veel middenbanen zijn routinematig en niet gebonden aan een lokatie,” aldus Goos in de Volkskrant van zaterdag. “Bij boekhouders bijvoorbeeld heeft de introductie van boekhouderssoftware eerder banen vernietigd dan gecreëerd. Secretaresse en secretarissen moesten vroeger alles uittypen; de door de digitalisering en de komst van het internet zijn die banen verdwenen. Daar heb je veel minder werk voor nodig.” En Salomons voegt toe: “Of neem de industrie, met routinematige banen als het in elkaar zetten van producten. Dat werd met de hand gedaan, nu meer en meer met robots.”

Twee magere, nauwelijks overtuigende voorbeeldjes, plus de suggestie dat onze maakindustrie nog steeds bestaat maar dat de oude fabriekshallen nu vol staan met robots. Nee dus. Probleem is ook dat die automatisering al een eeuw gaande is – ook in de periode waarin juist sprake was van de legendarische rise of the middle class. Nee, dan klinkt de verklaring van Amerikaanse economen een stuk plausibeler. Die enorme kloof wordt veroorzaakt door de globalisering; met andere woorden: het verdwijnen van de maakindustrie richting Azië. Het aandeel banen in die sector is in de VS in vijftig jaar gedaald van 30 naar nog geen 10 procent. En zo is het hier in Europa ook gegaan. In de Rotterdamse haven worden geen grondstoffen meer uit- en overgeladen, maar machines, elektronica, meubels, auto’s – alles wat vroeger in Europa werd vervaardigd wordt nu voornamelijk geïmporteerd. Wie hier nog werkt, zit in de dienstensector of bungelt aan de onderkant. Men zit in kantoren te vergaderen, of maakt de kantoren ‘s avonds schoon. Wie de middle class wil zien, moet naar Afrika, China en Zuidoost-Azië – dáár groeit die klasse momenteel enorm.

Vakbonden
Dat wegvallen van de arbeidende middenklasse heeft de macht van de vakbonden gebroken. (Of anders gezegd, de vakbonden zijn vergeten in de onderste inkomensgroepen een basis op te bouwen.) Daardoor zijn de laagste salarissen de afgelopen jaren niet of nauwelijks gestegen, terwijl  de topsalarissen vrijwel onbeperkt stijgen. De winnaars maken de losers graag wijs dat dit goed is voor de economie. Maar hun neoliberalisme, greed is good, is niks anders dan een dun ideologisch sausje over de zorgwekkende opeenhoping van macht én geld bij een veel te kleine minderheid.

Een nieuwe klassenstrijd
De onderklasse blijft niet alleen achter qua beloning, maar ook qua levensverwachting. Ze drinkt meer, rookt meer, vreet te vet en lijdt veel vaker aan allerlei psychische klachten. Het gevolg is dat de levensverwachting een jaar of zeven lager ligt dan bij de hogere klasse, die gezonder leeft en eet. Dat verschil is de laatste jaren steeds groter geworden. De lagere klasse leefde nauwelijks langer; en ondertussen kreeg de hogere klasse er levensjaren bij. Demografen denken dat dat verschil zal verdwijnen. Het wordt immers vooral veroorzaakt door de ongezonde levensstijl van de onderklasse, en die levenswijze zou veranderen dankzij een trickle down effect: de lagere klasse zou de gezonde gewoonten van de hogere klasse overnemen. En zou zou alles toch nog goed komen. Maar die hoop is recent de bodem ingeslagen door een studie van John Haaga, van het National Institute of Aging. De levensverwachting van de armste veertig procent, zo constateerde Haaga, is niet gelijk gebleven en niet gestegen, ze is de laatste 20 jaar drie jaar gekrompen. Dat komt waarschijnlijk door de voortdurende afbraak van sociale voorzieningen; van het vangnet waarover de laagste inkomens altijd konden beschikken, en dat een al te diepe daling richting extreme armoede kon voorkomen. In Europa viel die afbraak tot voor kort mee, maar sinds de Kredietcrisis ligt de slopershamer overal klaar. De daling van de levensverwachting die in de VS al zo lang gaande is, zal hier dan ook gaan optreden. Het is te hopen dat de Europese onderklasse niet (zoals grote delen van de Amerikaanse onderklasse) geloof gaat hechten aan het neoliberale sprookje, en denkt dat ze haar lot kan verbeteren door de superrijken nóg meer macht te geven.

Door de krimp van de middenklasse krimpt ook de robuuste consumptie van industriële goederen. De bovenklasse besteedt zijn geld vooral verkeerd; de onderklasse heeft daar nauwelijks geld voor – en raakt bovendien de komende jaren haar vangnet kwijt, waardoor bij tegenslag de vraag helemaal wegvalt. Kortom, als er straks weer een crisis komt, zal deze niet alleen in de VS (daar zijn ze er al aan gewend) maar ook in Europa dubbel hard aankomen. Europa zal kennismaken met zichtbare armoede op straat, met verpaupering en maatschappelijk geweld. Met een nieuwe klassenstrijd.

CC-Foto: T.H. Korr