Zowel GeenPeil als Wilders slaan de plank geheel mis

06-10-2015 15:48

Onze democratie staat volop ter discussie, in Nederland en Europa. In plaats van referenda organiseren over complexe handelsverdragen, kunnen we beter eerst de democratische controle in Brussel versterken. Vooral daar zijn betere checks and balances nodig. Vijfentwintig jaar lang dachten we dat de rest van de wereld zoals Europa zou worden: rijk, veilig en een beetje saai. Echter, het omgekeerde is thans het geval.

De herleving van de Koude Oorlog begint angstaanjagende vormen aan te nemen. Met name in Syrië waar in de achtertuin van Europa de Amerikanen en de Russen naast elkaar bommen afwerpen. De brand aan onze buitengrenzen slaat naar binnen, mede omdat Europa vier jaar lang de andere kant opkeek. Das war einmal. Anderhalf miljoen vluchtelingen stromen dit en volgend jaar het oude continent binnen, waardoor in razend tempo ijzeren gordijnen van de schroothoop herrijzen en grenzen worden gesloten. Regeringen draaien bezuinigingen op defensie terug en stellen draconische nationale veiligheidswetten in. De geschiedenis van Europa is terug van nooit weggeweest.

GeenPeil en Wilders

In de polder denkt men zich comfortabel naïef af te kunnen sluiten van de wereld. Het summum van deze bijkans naïeve houding is GeenPeil. Onder aanvoering van semi-wetenschappelijk populisme heeft bijna een half miljoen Nederlanders gevraagd om een referendum teneinde ‘de democratie’ te redden – van een ‘Associatieakkoord’ met de falende staat die Oekraïne heet. Velen zullen de Bosatlas terug uit het stof halen.

Intussen staat de echte populist, Geert Wilders, van de daken te schreeuwen dat Nederland een ‘nepparlement’ heeft. Zijn ‘partij’ zonder lidmaatschap of interne verkiezingen, wil zo snel mogelijk de Europese Unie opblazen. Intussen mag de regering van de PVV geen cent bijdragen aan de aankoop van een meesterwerk van Rembrandt – nationaal historisch erfgoed van je welste. De tachtig miljoen moeten vooral worden gestoken in het billen wassen van bejaarden. Intussen stijgt Wilders’ neppartij alleen maar verder in de peilingen.

Het gat ligt in Brussel – niet in Den Haag

Vanuit het elitaire Brussel, de pispaal van de onderbuik, doen dit soort observaties misschien wat minzaam aan. Maar als kritische observatoren van het Europese integratieproces – zo eurozeloot zijn we heus niet – willen we wel graag een paar zaken rechtzetten over Nederland in Europa. En ook voorstellen hoe de verhouding met de Europese Unie beter kan.

Zowel GeenPeil als Wilders slaan de plank geheel mis in hun analyses over de Europese Unie en de nationale democratie.

Niet de nationale democratie moet gered worden, maar de Europese. In Brussel zetelt een parlement dat halfbakken is. De Tweede Kamer functioneert matig maar er is nog volop draagvlak en legitimiteit voor ons Haagse bestuur – zie het SCP rapport dat vorige week uitkwam. Het Europees Parlement daarentegen is in opzet strijdig met allerlei principes van vertegenwoordigende democratie.

Nu de macht van de Europese Unie steeds verder toeneemt (ja, daarin hebben PVV en GeenPeil gelijk), zou je moeten aannemen dat dan ook de democratische controle en legitimiteit van de Unie groter zou moeten worden. Er is juist sprake van een tegengestelde beweging.

Meer macht, minder animo

Hoe meer macht het Europees Parlement krijgt (met elke verdragswijziging neemt zijn controlerende invloed toe), hoe minder burgers de vijfjaarlijkse gang naar de stembus maken. Zelfs de semi-indirecte verkiezing van de ‘Europese president’ (Juncker) in 2014 kon het lage opkomstcijfer – 43procent – van 2009 nauwelijks opkrikken.

De niet-stemmende Europeanen hebben gelijk. Het Europees Parlement kan op de keper beschouwd links blijven liggen omdat er ten eerste, na de verkiezingen geen coalitie (of oppositie) uit voortvloeit: de Commissie is geen regering en de lidstaten hebben het de facto nog steeds voor het zeggen (dat vergeten veel mensen gemakshalve in hun obligate kritiek op ‘Brussel’).

Het Parlement kan bijvoorbeeld wel de Commissie naar huis sturen maar geen individuele Commissarissen. En hoe bekend zijn de huidige Nederlandse Europarlementariërs in eigen land – kunt u alle 26 noemen en weet u überhaupt wat zij doen in Brussel en Straatsburg?

Ten tweede geloven veel aanhangers van het 751-koppige EP nog steeds dat het huidige parlement slechts een tussenstap is naar een federatie, een Verenigde Staten van Europa met volwaardige Europese politieke partijen. Alsof wij Nederlanders ooit op een Finse of Portugese presidentskandidaat zouden stemmen, of ons zouden identificeren met een liberale/socialistische/christelijke lijst waarop 28 verschillende nationaliteiten prijken.

Triootjes

Een ander pijnpunt is dat het Europees Parlement in grote schimmigheid zijn macht probeert te gelde te maken – met doorgaans rammelende wetgeving tot gevolg. In no time is de zogeheten ‘trialoog’ populair geworden: bijna alle nieuwe wetten worden in achterkamertjes bekokstoofd, in een triootje van Commissie, lidstaten en een paar beleidsexperts in het Parlement.

Vervolgens moeten fracties van het Parlement dit vaak hypertechnische compromis afzegenen in een plenaire stemming die niemand volgt en nooit door het NOS Journaal wordt verslagen. De wetgeving die ‘Europa’ produceert is dermate complex van aard dat het in de praktijk een insiders job is. Dat gaat ten koste van mogelijkheden om ‘de burger’ bij de Europese Unie te betrekken, om het spel van beleidsvorming te politiceren én om het parlement tot een echt forum van debat, botsingen en relletjes te maken. Politiek moet sexy zijn, schandalen hebben, drama vertonen. Aan technocratisch geleuter hebben kiezers niets.

Denk lokaal, denk Europees

Dus, wat te doen? Hebben GeenPeil en de PVV gelijk met hun aanname dat Europa kapot is en dat de Nederlandse democratie op barsten staat? Wij opteren voor een andere benadering dan de tot-hier-en-niet-verder houding die Wilders en Baudet etaleren. Het is vooral de Europese democratie die moet worden versterkt – maar dan op een hele andere manier dan zowel de federalisten als de nationalisten voorstaan.

Als burgers zich érgens mee kunnen identificeren, is dat het lokale en regionale perspectief. Lees het boek If Mayors Ruled the World van Benjamin Barber maar eens. Politiek moet dicht bij mensen staan. Dus: we moeten regionale en Europese politiek met elkaar verbinden.

Prorail-debatjes en part-time Rembrandts

Dat doen we door de provinciale staten af te schaffen en die te vervangen door landsdelen, zo ongeveer naar het befaamde voorstel van wijlen biermagnaat en visionair Freddy Heineken uit 1992. Vervolgens zijn de vertegenwoordigers van deze landsdelen ook een paar dagen in de maand lid van een nieuw Europees Parlement, dat toeziet op een Europese Unie die zich richt op een aantal hele specifieke kerntaken: economisch bestuur, vrede en veiligheid, interne markt. Een rechtstreeks gekozen Europese commissaris bewaakt als tweede ‘nationale lijn’ het Nederlands belang, zonder het Europese aspect uit het oog te verliezen.

De Tweede Kamer van een der rijkste landen ter wereld (nummer 6 in het Allianz Global Wealth Rapport, vorige week) kan zich in de tussentijd blijven bezighouden met Prorail-debatjes, part-time Rembrandts en foto’s van delinquenten. Iedereen krijgt de democratie die hij verdient.