Column

Sylvana Simons was net een mens, vol oordelen over ‘de zwarte man’

02-12-2016 17:01

In een interview met de Volkskrant uit januari 2001 toen Sylvana Simons presentatrice was van RTL Live – in de jaren ervoor werkte ze als veejay bij TMF en presenteerde voor SBS6 onder meer Sexquiz on the beach –  komt ze naar voren als een ambitieuze, intelligente en sympathieke vrouw die zonder terughoudendheid oordeelt over ‘de zwarte man’. Zo heeft ze de indruk dat zwarte mannen gewelddadiger zijn, maar ze tekent erbij aan dat je voorzichtig moet zijn met dat soort generalisaties.

Het mooie van dat interview is dat ze helemaal niet voorzichtig is met generalisaties over zwarte mannen en dat het laat zien dat niets menselijks haar vreemd is. Want de mens waar die ook leeft op de aardbol heeft kennelijk de onuitroeibare neiging onderscheid te maken, te generaliseren, te discrimineren en de neiging een lichte huidskleur te prefereren boven een donkere.

In Oost-Afrika bijvoorbeeld is de volgende ‘kleurentabel’ in zwang om vrouwelijk schoon in te delen: zwart, koffie, chocolade, bruin en licht (of wit). Een bruine vrouw met een slecht gebit en een pokdalig gezicht staat sowieso hoger in de rangschikking qua schoonheidsideaal dan een bloedmooie vrouw met een zwarte of koffiekleurige huid. Wat voor ons het domme blondje is, is in dat deel van Afrika het ‘domme zwartje’. De afkeer van zwarte mensen is zo hevig dat veel Afrikaanse diplomaten het een ramp vinden dat de Afrikaanse Unie haar zetel nou juist in Addis Abeba moet hebben. In zijn algemeenheid geldt als schoonheidsideaal voor Afrikaanse vrouwen (en ook elders op de wereld): hoe lichter hoe aantrekkelijker. Daarom gebruiken veel donkere vrouwen crèmes en lotions om hun huid te bleken.

De vrijgevochten meid liep op haar 15de weg van huis en strenge vader

In Nederland zijn we ook niet vies van een lekkere generalisatie op zijn tijd, ook (of juist) in de hoogste kringen. Toenmalig minister van Economische Zaken, Annemarie Jorritsma, zei in 1996 dat Frankrijk een leuk land is maar dat het jammer is dat er Fransen wonen. Een paar jaar later karakteriseerde ze de Franse president Jacques Chirac als een engerd. Ja, ook VVD’ers zijn net mensen.

Terug naar de menselijke Sylvana van 15 jaar geleden. Als één van de weinige donkere presentatoren was ze (tegen wil en dank) een boegbeeld van de Surinaamse gemeenschap. Toen ze anderhalf jaar oud was verhuisde ze van Paramaribo naar Nederland. Ze heeft 16 broers en zussen want haar vader verwekte al 15 kinderen bij andere vrouwen voordat hij haar moeder leerde kennen. Hij was een strenge Surinaamse vader en zij een vrije Hollandse meid, vandaar dat ze op haar 15de van huis wegliep en na de theaterschool – afdeling show en musical – als danseres in een discotheek ging werken, waar ze ontdekt werd door Lex Harding van Veronica televisie.

Sylvana weet uit eigen ervaring: ‘zwarte mannen zijn gewelddadiger’

Sylvana’s indruk dat zwarte mannen gewelddadiger zijn is gebaseerd op eigen ervaring: de zwarte vader van haar eerste kind sloeg haar regelmatig in elkaar. Pas na drie jaar – want lange tijd zocht ze de schuld voor zijn agressie bij zichzelf – had ze genoeg moed verzameld om de relatie te beëindigen. Het was voor haar een bevrijding en daarna kreeg ze succes als veejay en televisiepresentator.

Eigenlijk best een tof en sterk wijf, die Sylvana, als je leest wat ze allemaal meegemaakt heeft en hoe ze heeft moeten knokken voor een eigen plekje in deze wereld. Overigens tref je in het interview geen enkele klacht aan over achterstelling of discriminatie. Voor Sylvana was het totaal geen issue destijds. Wel wil ze graag haar mening kwijt over zwarte mannen:

 

“Zo trok ze onlangs stevig van leer tegen de zwarte man in Veronicablad, de plek waar ze zich na een korte periode bij Playboy (‘Hartstikke stoer, als vrouw voor de Playboy schrijven, jammer dat het ophield’) uitleeft als columnist. ‘Wetende dat zijn soort in de minderheid is en hij overal aan zijn trekken kan komen’, schreef ze, ‘maakt hij zich over het algemeen geheel niet druk om wat zij voelt, denkt of wil. Hij is meestal al vanaf jonge leeftijd bezig een harem te vormen, en een nieuwkomertje dat begrip eist is zo vervangen. Voor een zwarte man gaat kwantiteit boven kwaliteit.’
‘Als je op zwarte mannen valt, heb je echt een probleem’, zegt Simons. ‘Vrouwen, wit en zwart, die op zwarte mannen vallen, zijn vaak alleen en lopen tegen dezelfde dingen aan. Ontrouw, onbetrouwbaarheid, het onvermogen van die mannen om over gevoelens te praten, of een keer tegen hun vrienden te zeggen: ‘Ik blijf vanavond thuis, want ik kook en daarna gaan we samen een potje scrabbelen. Want dat is niet cool.”

 

Nu ziet de zwarte Jeanne d’ Arc Het Kwaad alleen nog in de ander

Desalniettemin hoopte Sylvana toen (weer) een zwarte man te ontmoeten die niet geïntimideerd is door haar succes en intelligentie, die meehelpt met de boodschappen en als het even kan dol is op scrabbelen. Want zwarte mannen vond ze ‘aantrekkelijker, spannender en in elk opzicht stukken lekkerder’.

In een bepaald opzicht deel ik haar voorkeur, want ik vind donkere (en Aziatische) vrouwen dikwijls aantrekkelijker en spannender dan de uit Hollandse klei getrokken vrouw die, ook al is ze nog zo mooi, doorgaans het mysterie van het feminine raffinement ontbeert. Ik wil maar zeggen: ieder zijn smaak en generalisaties.

Als je de vrijgevochten en oordelen over zwarte mannen koesterende Sylvana Simons van toen vergelijkt met de vrouw van nu die zich à la Jeanne d’ Arc in het harnas heeft gehesen om de strijd te leiden tegen racisme en discriminatie (‘een tumor in onze samenleving‘) vraag je je af wat er in hemelsnaam in de afgelopen jaren met haar is gebeurd. Gaf ze eerst nog blijk van zelfrelativering en behoefte aan zelfonderzoek, nu is Het Kwaad uitsluitend bij de ander te vinden. “De hel, dat zijn de anderen”, zei de filosoof Jean-Paul Sartre, want de anderen maken je tot object en beperken je in de mogelijkheden jezelf te bepalen. Sylvana Simons had echter alle vrijheid en mogelijkheden zichzelf uit te vinden en carrière te maken als televisiepresentator; toch ageert ze nu fanatiek tegen De Slechte Ander.

De vrouw die deugt heeft als missie zichzelf in de spotlights te zetten

Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat racisme en discriminatie in onze Nederlandse samenleving niet voorkomen en dat we er niet tegen zouden moeten optreden. C’est le ton qui fait la musique, en bij Sylvana wekt die schrille toon waaruit zelfspot en relativering verdwenen zijn nogal wat weerzin in den lande. Waarmee de schijn gewekt wordt dat de voornaamste missie van de zwarte Jeanne d’Arc is zichzelf in de spotlights te zetten, als De Vrouw Die Deugt.

Juist wie in staat is ‘het slechte’ in zichzelf te herkennen zal ook op de rem kunnen trappen als generalisaties en (voor)oordelen dreigen uit te monden in discriminatoir gedrag. Het roept het Bijbelse spreekwoord in herinnering: ‘Wel de splinter in andermans oog zien maar niet de balk in het eigen oog.’

Een schrijver die met dit thema – je eigen innerlijk schaamteloos en plein public onderzoeken  – voor een doorbraak in de (autobiografische) literatuur heeft gezorgd, waarover in een andere column meer, Karl Ove Knausgard, stelt dat het niet draait om datgene wat je waarneemt, maar om de blik. “Alle betekenis ontstaat in de blik. Betekenis of zin is niet iets wat de wereld heeft of niet heeft, het is iets wat wij hem geven. De blik maakt het uiterlijke tot innerlijk, maar de blik denkt vaak dat de betekenis die hij ziet verbonden is aan het ding of het fenomeen. En vervolgens veroordeelt hij dat of hemelt het op, of hij gedraagt zich er onverschillig tegenover zonder te begrijpen dat hij iets in zichzelf veroordeelt, ophemelt of er onverschillig tegenover staat. Zin wordt mogelijk door de verinnerlijking van de wereld. Alle betekenis ontstaat in de blik, alle zin in het hart.” (uit het boek Vrouw, het laatste deel van de serie Mijn strijd).

Zonder ijzerenheinigheid wordt Sylvana weer het lekkere wijf van destijds

Ik kan lezing van dit baanbrekende werk van Karl Ove Knausgard iedereen aanraden, ook Sylvana Simons. Het raakt aan een diepe wijsheid waarmee ook de oude Grieken al bekend waren: Ken uzelf.  

Ik moet bekennen dat bij deze observaties ook enig eigenbelang om de hoek komt kijken: indien de zwarte zwaan haar recent verworven ijzerenheinigheid afschudt kan ze weer de vrouw zijn die ik begeerlijk vind, met gulle lippen en lach waarmee ook de eigen stellige overtuigingen gerelativeerd worden. Onder het motto: ook een mooie donkere vrouw met een goed stel hersens en plenty geldingsdrang is soms net een mens.