Column

Staatssecretaris Dijkhoff doet het in tegenstelling tot de fractieleiders voortreffelijk

11-11-2015 15:41

Staatssecretaris dr. Dijkhoff heeft zich ontpopt als een van de beste bewindslieden van ons land. In alle rust doet hij zijn werk de enorme stroom van asielzoekers, vluchtelingen en emigranten die hier een betere toekomst denken te vinden, op te vangen. Geen grote verhalen waar de burgers niets aan hebben. Onlangs werd hij geconfronteerd met het feit dat hij zich indertijd als gemeenteraadslid tegen de komst van een asielzoekerscentrum in zijn stad had gekeerd.

‘Oude plunje’

Hij had nu een andere verantwoordelijkheid en een andere opvatting, verklaarde hij. Zoals ooit de grote antirevolutionaire staatsman Dr. Abraham Kuyper, toen deze – eenmaal eerste minister geworden – net zo’n verwijt voor de voeten geworpen kreeg en daarop kortweg antwoordde: “Oude plunje”. Regeringspartijen VVD en PvdA hadden elkaar gevonden onder het motto dat vluchtelingen hier humaan maar sober zullen worden opgevangen. Daar is niets mis mee.

Belangrijker is hoe deze mensen vervolgens tegemoet worden getreden. Daarover laat de staatssecretaris geen misverstand bestaan. Het zal geruime tijd duren voordat kan worden beslist of iemand hier kan blijven of niet. Een grondige screening is nodig. Velen komen hier naartoe uit landen waar geen vrees voor hun leven aanwezig is. Ook hun achtergrond zal worden nagegaan. En natuurlijk is het zo dat velen van hen naar Europa willen omdat zij zo een beter en welvarender leven kunnen vinden.

Wie zou hen dat overigens kwalijk nemen? Je zou het zelf ook willen als je in hun situatie zit. Maar met het recht hebben op het verkrijgen van asiel heeft dat niets te maken. Intussen heeft de staatssecretaris ook besloten dat met de asielvragers nadrukkelijk moet worden gesproken over de mogelijke terugkeer naar hun land van herkomst.

Schriele geluiden van de politiek leiders

Naast de rustige en concrete aanpak van de staatssecretaris, horen we van de politieke leiders alleen wat schriele geluiden. De fractievoorzitters in de Tweede Kamer schreven een brief aan hun landgenoten. Eigenlijk een soort van beroep op ons volk zich te matigen in de asieldebatten. Op zich geen verkeerde tekst, maar moet je dat als politieke leiders wel doen? Is het nu net niet de taak van de volksvertegenwoordiging en de politiek een beleid uit te dragen dat het vertrouwen van de burgers in hun overheid weet te verwerven? Ik denk niet dat die brief enige indruk heeft gemaakt.

Spreek nooit over bedreigingen

Geen les aan de kiezers geven, maar hun onrust weg nemen door een heldere koers te varen, daar gaat het om. Net zoiets was het dat in diezelfde week tal van fractievoorzitters aan de pers vertelden dat ze bedreigd werden. Wat was de bedoeling daarvan? En zou het helpen? Nee natuurlijk. Toen ik minister was, werd ik ook bedreigd. Onze kinderen en wij moesten beveiligd worden. Nooit toen over gesproken. Het domste is dat wel te doen.

Kortom: de lijn- Dijkhoff. Rustig zijn. Je werk doen. Niet klagen. Leiding geven. Precies de aanpak die burgemeester Van Aartsen van Den Haag, zondag bij Buitenhof, koos. Dat optreden was voortreffelijk.