Een volwassen democratie kan niet zomaar met het referendum stoppen

13-04-2018 11:51

De Eerste Kamer zal binnenkort het referendum redden of begraven. Het moment is nog niet bekend, maar de dag des oordeels nadert. Of klinkt het vonnis wederom midden in de nacht? Hoe de Senaat ook zal beslissen, de tijdgeest maakt geen rechtsomkeert.

“Een gruwel” noemt premier Mark Rutte de volksraadpleging. Hij zal de dag prijzen als zelfs de meest milde vorm ervan onder de groene zoden verdwijnt. Op de begrafenis zal gedronken en gedanst worden, want Rutte is er niet alleen. De aversie tegen directe democratie in ons land is wijdverbreid en nog goed verklaarbaar ook.

Dove democraten

Hoewel de eerste ervaringen met een volksraadpleging al dateren uit de Bataafse Republiek (1795-1801) is het referendum tot begin deze eeuw altijd een vreemde eend geweest. Niet voor niets was de referendum-roep van D66 dertig jaar lang aan dovenmansoren gericht. Lang genoeg voor de Democraten om er uiteindelijk zelf ook doof voor worden.

Dat er voor de volksraadpleging geen doorkomen aan was hield ook verband met de algemene ervaring van burgers dat zij zich nog voldoende vertegenwoordigd voelden. Generaties lang in hun eigen zuil via politieke partijen, omroepen, scholen, kerken en kranten. Maar ook via vakbonden en verenigingen voor ouderen, studenten, automobilisten, natuur en milieu.

Polderen

Polderen doe je niet met z’n allen, maar met vertegenwoordigers achter gesloten deuren. Zo hebben we het altijd gedaan en zo ging het goed.

Maar burgers zijn mondig, meer  betrokken én ontevreden geworden. En de afgevaardigden luisteren nog maar slecht. De Eerste Kamer begraaft straks misschien het referendum, maar daarmee de mondige burgers nog niet.

Verantwoordelijkheid

Zoals te horen tijdens een hoorzitting in de Senaat zijn er zinnige argumenten voor en tegen het referendum. Voor wie ze allemaal nog eens op een rijtje wil, kan ik Democratische zegen of vloek (2017) van Frank Hendriks e.a. van harte aanbevelen.

De argumenten overziend draait het in de kern om de vraag of we burgers de verantwoordelijkheid durven toevertrouwen, die nu nog in handen is van politici. Durven we besluiten over te laten aan onszelf en onze medeburgers?

Democratie wantrouwen

De tegenstanders van referenda durven dat niet. Zij vrezen dat we de speelbal worden van volksmennerij, met onvoldoende kennis het ‘verkeerde’ besluiten en de grotere samenhang niet kunnen meewegen in de botte keuze tussen voor en tegen.

Tegenstanders van referenda vertrouwen de democratische bekwaamheid van hun medeburgers niet. Feitelijk wantrouwen zij daarmee de democratie zelf.

Zwitserland

Om iets tegen dat wantrouwen te doen, is er natuurlijk de rijke ervaring van de Zwitsers met directe democratie. Zwitserland is goed vergelijkbaar met Nederland, omdat beide landen een relatief kleine bevolkingsomvang hebben, een relatief hoog opleidingsniveau kennen en beschikken over een gevarieerd medialandschap. Bovendien is de Zwitserse politiek – net als de onze – gericht op consensus.

Uit meerdere studies blijkt hoe hoog de Zwitsers het referendum waarderen als aanvulling op de representatieve democratie. De referenda houden de volksvertegenwoordigers alert en de burgers betrokken. Zwitsers verdiepen zich goed in de onderwerpen voor een referendum.

Volwassen democratie

Maar het wantrouwen bij de tegenstanders verdwijnt hooguit door eigen ervaring. Daarom zou het jammer zijn als de Eerste Kamer die kans straks onder de grond opbergt. Want vroeg of laat zijn we aan de beurt.

Deze geest is namelijk al enige tijd uit de fles. Langjarig bevolkingsonderzoek toont een duidelijke en duurzame hang naar meer meebeslissen. Een passende referendumcultuur vergt tijd en oefening. Als we ons een volwassen democratie wensen kunnen we daar zomaar niet mee stoppen.

Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLZ.nl.

 

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens