Column

Platform Onderwijs2032 neigt naar didactische nieuwlichterij

09-03-2016 15:29

Staatssecretaris Sander Dekker (VVD) startte in 2014 het Platform Onderwijs2032. Dit platform onder leiding van Paul Schnabel zou antwoord geven op de vraag hoe we het onderwijs zo kunnen inrichten dat onze jongeren in de toekomst goed beslagen ten ijs komen. Het advies wat daaruit kwam stelde echter teleur, het is elitair van aard en lijkt er van uit te gaan dat alle Nederlandse kinderen in één lijn van de basisschool doorstromen naar het VWO. Gedegen vakken moeten plaatsmaken voor vage kennisdomeinen. De Schnabel-doctrine lijkt er van uit te gaan dat het onderwijs met zoveel mogelijk nadruk op individuele leertrajecten, Engels en ‘computational thinking’ allemaal kosmopolitische wonderkinderen kan afleveren. Over de waarde van gedegen vakkennis voor de latere beroepspraktijk van leerlingen in het VMBO wordt met geen woord gerept.

Het is aan scholen hoe ze onderwijs inrichten

Het CDA staat positief tegenover de aanbeveling om te komen tot een kerncurriculum. De overheid is verantwoordelijk voor het vastleggen wat kinderen moeten kennen en kunnen aan het eind van hun opleiding. Maar het is aan scholen hoe ze het onderwijs inrichten. Wij zien dan ook niets in een staatscommissie die ‘het nieuwe curriculum gaat ontwerpen’, zoals staatssecretaris Dekker voorstelt. Deze commissie zou onder andere bestaan uit schoolleiders die al werken volgens de principes van de Schnabel-doctrine. Daarmee lijkt Dekker het rapport Onderwijs2032 zonder dat daarover in de Tweede Kamer ook maar één woord is gewisseld al uit te voeren.

Angstige herinneringen aan ‘het nieuwe leren’

Dat is verontrustend, vooral omdat er bijvoorbeeld het voortbestaan van een belangrijk en waardevol vak als geschiedenis op de tocht staat. Bestaande vakken zouden voortaan themagericht of vanuit kennisdomeinen moeten worden vormgeven. De angstige herinneringen aan ‘het nieuwe leren’ komen weer boven. De commissie Dijsselbloem (2007-2008) waarschuwde ook al voor al die onderwijsvernieuwingen en bepleitte, net als het CDA dat nu doet, voor een nadrukkelijke erkenning van de pedagogisch-didactische vrijheid van scholen.

School is de oefenplaats voor de samenleving

Het rapport Onderwijs 2032 stelt ‘maatwerk en individuele leerlijnen’ centraal. Het gaat allemaal over de individuele leerling, individuele leertrajecten en een individuele toekomst. Het CDA ziet de toekomst van leerlingen anders, juist in relatie tot elkaar. Niet alleen hun eigen toekomst, maar een toekomst in de samenleving telt. De school is de oefenplaats voor die samenleving. Daarom pleit het CDA voor gedegen basisvaardigheden, maar ook voor meer aandacht voor burgerschap en vakkennis van de beroepspraktijk. Daar hebben leerlingen meer aan dan een opgelegd staatscurriculum, didactische nieuwlichterij en doorgeslagen individualiseringsdenken.

De Tweede Kamer debatteert woensdagavond over het advies van het Platform Onderwijs2032.