Column

In Nederlandse sportkantines wordt ook in heel wat poesjes gegrepen

14-10-2016 10:38

Donald Trump laat aan duidelijkheid niets te wensen over; hij wilde beroemd worden om ongestraft vrouwen te kussen en in hun kruis te grijpen. Nu dat open en bloot op straat ligt doet hij het af als ‘locker room talk’.

Kleedkamerpraat kennen wij niet in Nederland. De stoere mannenpraat bewaren wij voor de kantine. En dat heeft alles te maken met het verschil van opvatting over sport. In Amerika heerst een Coca Cola cultuur rondom sport, in Nederland een biercultuur. In Amerika wordt de derde helft van een wedstrijd in de kleedkamer doorgebracht. Er wordt gejoeld, geschreeuwd en de endorfine wordt door zweepslagen met een natte handdoek uit het lijf geslagen. In Nederland sloft de sporter naar zijn douche en neemt in kalmte de gespeelde wedstrijd door met zijn teammaten. De tijd in de kleedkamer is een rustpunt tussen wedstrijd en bier zuipen.

En waar de Amerikaanse mannen hun stoere jongenspraat door de kleedkamer laten schallen daar bewaren de Nederlandse mannen het voor de sportkantine. En geloof maar dat er heel wat afgeproost wordt op het grijpen in vrouwenkruizen en afgedwongen zoenen. Vorige week hoorde ik nog een dronken sporter verzuchten “Was ik maar zo rijk en beroemd als Donald Trump, dan zou ik tijdens het poesgrijpen niet zo vaak een klap in mijn gezicht krijgen van al die kutwijven.” Hilariteit alom.

Het valt me overigens wel op dat de verbaal grootste poesgrijpers vaak een kamertje bewonen in de flat van hun oude moeder.