Hoe ik slachtoffer werd van mijn vertrouwen in NRC Handelsblad en Joep Dohmen

02-12-2015 10:58

NRC Handelsblad kopte op 30 november 2013: ‘Oud-minister Hillen (CDA) gaf verdachte politicus Bonaire advies’. Het ging om de leider van de Union Patriotiko Boneriano. Ramoncito Booi. Hij werd, samen met Burney El Hage, verdacht van drugshandel, goud- en mensensmokkel, witwassen en corruptie. Een vriend van Hans Hillen, Wilbert Stolte, was destijds Rijksvertegenwoordiger en zou volgens NRC-journalist Joep Dohmen ook corrupt zijn:

 

“CDA’er Stolte wordt verweten te nauwe banden te hebben met van corruptie verdachte politici van de UPB, een zusterpartij van het CDA. Voor zijn aanstelling tot Rijksvertegenwoordiger was Stolte adviseur van UPB-bestuurders die nu verdacht worden van corruptie, valsheid in geschrifte, oplichting en witwassen.”

 

Over Hans Hillen schreef Dohmen:

 

“Dat Hillen als politiek adviseur optrad voor Ramonsito Booi blijkt onder meer uit een brief die Booi als politiek leider van de UPB in 2010 stuurde aan allerlei instanties. De brief was geschreven door Hans Hillen, zo ontdekte NRC. Hillen zegt in een reactie: “Ik help vrienden wel eens met moeilijke brieven.””

 

Ik schreef naar aanleiding van dat bericht in een column:

 

“Wilbert Stolte struikelde uiteindelijk over een penthouse, dat hij aanvankelijk huurde op kosten van BZK maar dat hij besloot te kopen, samen met zijn maatje Hans Hillen, die zich op Bonaire flink laat betalen voor lobbywerk in Den Haag, ten behoeve van het bestuurscollege. Zo wordt hij twee keer betaald: één keer als senator om besluiten te nemen en één keer als adviseur van het bestuurscollege om voor Bonaire de juiste besluiten te nemen.”

 

Twee UPB-bestuurders bleken onschuldig

Onlangs zijn de twee UPB bestuurders definitief vrijgesproken van valsheid in geschrifte en witwassen. De corruptie-aanklacht was al eerder door het OM geseponeerd. De beschuldigingen bleken ingestoken door hun politieke tegenstanders. El Hage zegt over het rechtssysteem op Bonaire: “Toen geen enkele beschuldiging standhield, werd het belang van justitie groter dan het leed dat mij, de heer Booi en onze families werd aangedaan. Mijn advocaten, Geert-Jan Knoops en zijn echtgenote Carry Hamburger, hebben geen belangen op dit eiland. In tegenstelling tot mijn vorige advocaten durfden zij keihard tegen justitiële instanties in te gaan. Met een aanklager die mij zonder enige grond steeds opnieuw vals beschuldigde, vrees ik het ergste voor veel personen hier die vastzitten en die zich geen goede advocaat kunnen permitteren.”

Zelf ben ik het slachtoffer geworden van mijn vertrouwen in Joep Dohmen, over wie ik een jaar eerder een correspondentie voerde met Hans Hillen. Hij schreef mij:

 

“Erg wordt het als een Nederlands journalist die van toeten weet (Joep Dohmen, MF) dat kwaadspreken kritiekloos als waarheid neerschrijft. Ergerniswekkend is het dat een rancuneuze Nederlandse ambtenaar wiens detachering daar niet werd verlengd uit frustratie gaat natrappen. Onthutsend is het dat de NRC dit allemaal afdrukt. Zonder fatsoenlijk wederhoor en zonder op de inhoud van onze aanwezigheid te zijn ingegaan. Een flat kopen mag toch van ons eigen geld? Die paar duizend euro die aan mij worden toegeschreven was geen honorarium, maar verblijfskosten over een totale periode van vijf jaar.”

 

NRC was toch een hele zorgvuldige krant?

Ik was toen nog niet overtuigd van Hillens onschuld. Had Joep Dohmen niet vijf journalistieke prijzen in de wacht gesleept? En de NRC was toch een hele zorgvuldige krant?

Dezelfde Joep Dohmen schreef in 2013 echter ook een boek over een burgemeester in Heerlen waarin deze als een collaborateur werd afgeschilderd. Uit een zorgvuldig onderzoek van een kleinzoon van deze burgemeester bleek echter dat het omgekeerde het geval was geweest. De betreffende burgemeester had het verzet gesteund. Ik schreef naar aanleiding daarvan aan Hans Hillen:

 

“Gister las ik in De Groene een indrukwekkend artikel van Mars van Grunsven, kleinzoon van de Heerlense burgermeester, die door Joep Dohmen in zijn ‘De geur van kolen’ als collaborateur wordt weggezet. Ik had al iets vernomen van de polemiek rond het boek van Dohmen en mijn achterdocht was gewekt. Door mijn biografie van Hans Max Hirschfeld (‘Man van het grote geld’) was ik namelijk bekend met het gemak waarmee men achteraf, toen alles voorbij was, oordeelde over de mensen die in moeilijke omstandigheden op hun post bleven. Nu ik kennis genomen heb van de werkwijze van Joep Dohmen wil ik u zeggen dat ik mijn stuk over Stolte en u niet geschreven zou hebben – of beter, niet zo geschreven zou hebben – als ik destijds geweten zou hebben van de werkwijze van Dohmen. Een rectificatie heeft nu geen zin meer en bovendien heb ik mijn column in de Volkskrant niet meer, maar ik zal als de gelegenheid zich voor doet, zeker een keer terugkomen op hetgeen ik destijds geschreven heb.”

 

Die gelegenheid is nu gekomen:

Ramoncito Booi en Burney El Hage zijn valselijk beschuldigd. Hans Hillen heeft dus niet samengewerkt met corrupte politici op Bonaire. Hans Hillen heeft niet dubbel gedeclareerd. Het huis op Bonaire dat Wilbert Stolte en Hans Hillen samen gekocht hebben, hebben zij met eigen geld betaald tegen een normale prijs.

Ik trek hierbij mijn Volkskrantcolumn over die zaak in en heb de opinieredactie van de Volkskrant verzocht deze van de website te halen. Ik heb deze column ook naar de ombudsman van de NRC gestuurd.