Column

Het geval Joshua Livestro

17-09-2017 13:16

Vorige week verscheen in de Volkskrant een commentaar van chef parlementaire redactie Raoul du Pré waarin de demonisering van Thierry Baudet en het bekladden van diens deur veroordeeld werd:

 

“Baudet kan geen uitlating meer doen zonder dat hij voor fascist wordt uitgemaakt. Zeer recentelijk nog werd hij door velen op de sociale media op één lijn gesteld met de Noorse massamoordenaar Anders Breivik.”

 

Du Pré refereerde daarbij aan de moord op Fortuyn:

 

“(..) we weten sindsdien dat pseudo-lollige protestacties met taarten en verf tegen politici niet zo onschuldig zijn als de daders ze willen doen voorkomen. Ze zijn het gevolg van ontsporend debat en mogelijk de voorbode van meer onheil.”

 

Labiel heerschap

Het was een beetje vreemd dit te lezen in de Volkskrant, zonder bijgaande excuses, want het was nu juist de Volkskrant die met (voorpagina-) koppen als Is Forum voor Democratie een extreem-rechtse partij? en Zo maakt Thierry Baudet uiterst rechts gedachtegoed salonfähig, had bijgedragen aan ‘het klimaat’ – zoals ze dat dan zeggen – waarin radicalen zich geroepen kunnen voelen om tot actie en ‘verzet’ over te gaan. Maar soit, berouw tonen is lastig en het was al mooi dat de Volkskrant tot inzicht kwam. Een prima stuk dus verder.

Vier dagen later verscheen er een (eerste) column in NRC Handelsblad van ene Joshua Livestro, over dit Volkskrant-commentaar. Livestro schijnt een labiel heerschap te zijn, vroeger ‘extreem-rechts’, later bekeerd tot de Heere (“Het is niet mijn werk, maar Gods werk geweest”, zei hij daarover) en tot George Soros, en tegenwoordig politiek correct links. Ik weet daar verder weinig van maar verbaasde me over die column. Het was namelijk een hele vreemde column. Livestro begon als volgt, over die Du Pré in de Volkskrant:

 

“Hij noemde de daad ‘gevolg van ontsporend debat’ en ‘voorbode van meer onheil’.

‘We weten waar dat toe leidt.’ Deze redenering kenden we tot voor kort alleen van auteurs uit de donkere krochten van het internet, die hem te pas en te onpas inzetten om critici van hun eigen extreem-rechtse standpunten de mond te snoeren.”

 

Demonisering

Een bizar begin. Als eerste had Du Pré niet geschreven dat het bekladden van die deur een voorbode van meer onheil is, maar een mogelijke voorbode van meer onheil. Ten tweede is de ‘redenering’ (demonisering van een politicus kan leiden tot politieke moord) wijd verbreid, en is hij sinds de moord op Fortuyn (of eigenlijk daarvoor al) in allerlei gangbare media te lezen en te horen geweest. Dat we het alleen kennen uit extreemrechtse krochten van het internet, is een absurde bewering. Ten derde wordt de ‘redenering’ niet ingezet om critici van standpunten de mond te snoeren maar om mensen te weerhouden van demonisering, wat iets anders is dan mensen weerhouden van het leveren van kritiek.

Zoals bekend is demoniseren zoiets als een ‘demon’ of duivel maken van iemand, dus iemand voor fascist, racist, nazi enzoverder uitmaken, terwijl daar geen grond voor is, en dus een hatelijke en vijandige sfeer creëren rondom diens persoon. Iedereen die de Fortuyn-tijd heeft meegemaakt, weet dat de sfeer rondom diens persoon uiterst onprettig werd, door verdachtmakingen, acties van radicale linkse figuren, met taarten vol pis en poep, verstoringen enzoverder. En iedereen weet hoe het eindigde.

Pimwin

Maar zo begon dus de eerste NRC-column van die Livestro. Hij gaf de ‘redenering’ vervolgens laatdunkend een naampje: een ‘Pimwin’. Dat had hij geleerd van schrijfster Stella Bergsma. Nu wist ik niet dat Stella Bergsma bekend stond als groot intellectueel licht, maar goed, als we de ‘redenering’ zo’n naampje willen geven, prima, dan staat de ‘Pimwin’ dus voortaan voor een legitiem verwijt: demoniseren is niet zo fijn. Maar niet in de ogen van Livestro. Volgens hem was er van alles mis mee. Want het was:

 

“(..) het onvermijdelijk eindpunt van het debat. De basisboodschap van de Pimwin-gebruikers: kritiek is demonisering, en demonisering leidt tot (linkse) kogels.”

 

Wat krijgen we nou, zult u zeggen. Het verwijt van demonisering is helemaal niet het eindpunt van het debat, het is nu juist een poging kritiek te laten bij kritiek en het niet te laten overgaan in demonisering. En de boodschap is niet dat kritiek gelijk staat aan demonisering, de boodschap is nu juist: kritiek is goed, prima, redelijk, maar demonisering is dat niet. Want kan resulteren in politieke moord.

Een beetje dom

Vervolgens ging Livestro die ‘logica’ – die hij dus zelf verzonnen had – bekritiseren. De geschiedenis zou zich maar zelden herhalen, de samenleving zou wel degelijk veel geleerd hebben van de moord op Fortuyn, en linkse politici zijn ook bedreigd, dat hoorde er gewoon bij, en dat kwam echt niet door demonisering. [U moet het stukje zelf maar even lezen, als het u belieft.]

Alsof we demonisering daarom maar goed moeten keuren. En alsof bovenstaande Volkskrant-koppen nooit verschenen zijn en bijvoorbeeld NRC-Handelsblad niet kort geleden nog opriep tot ‘verzet’ tegen Baudet (en Wilders). Wederom een vreemd stukje schrijfwerk dus, van die Livestro. Hoe zullen we het kwalificeren? Demagogie? Volksverlakkerij? Huichelarij? Of gewoon ‘een beetje dom’? Wellicht een combinatie. Maar dan dit:

 

“Maar hoe kunnen we reageren op politici die racistische theorieën verspreiden (Baudet over ‘etnische gevolgen van massa-immigratie’ en Wilders over ‘omvolking’) (..) anders dan met scherpe kritiek?”

 

Wat doet Livestro hier? Hij begint rustig zelf te ‘demoniseren’. Baudet zou racistische theorieën verspreiden, hetgeen een leugen is. Met zowel ‘etnische gevolgen’ als ‘homeopathische verdunning’ doelde Baudet op de culturele gevolgen van massa-immigratie – zoals hij meerdere malen nadrukkelijk heeft toegelicht -, wat iets heel anders is dan een ‘racistische theorie’.

Kwaadaardig, slecht mens

Livestro rondde het als volgt af:

 

“Du Prés pleidooi voor matiging in het publieke debat is zonder meer nuttig. Het zou echter aan kracht hebben gewonnen als hij Baudet zelf erin had meegenomen. Nu wekt hij de indruk dat hij kritiek op extreme politici gevaarlijker vindt dan hun abjecte standpunten. Dat kan onmogelijk zijn bedoeling zijn geweest.”

 

Maar Du Pré had dus nergens geschreven dat ‘kritiek’ niet mocht en kan dus alleen bij een idioot als Livestro de indruk gewekt hebben dat hij kritiek op ‘extreme politici’ gevaarlijker vindt dan hun ‘abjecte standpunten’.

Goed, wat zou er aan de hand zijn met die Livestro? Zou hij een kwaadaardig, slecht mens zijn, dat hij opzettelijk een verkeerde voorstelling van zaken geeft en een politicus demoniseert, net nadat diens huis is besmeurd? Of is er iets mis gegaan in de communicatie met zijn Lieve Heer? Ik vermoed het laatste.

 

Deze column werd eerder hier gepubliceerd.