Gemengde scholen met hoge scores: oud ideaal uit socialistisch onderwijslaboratorium jaren ’70

08-12-2017 13:47

Het is een vervelende mededeling, maar diversiteit op scholen zorgt voor slechtere leerprestaties. De vorig jaar overleden onderwijssocioloog Jaap Dronkers trok die conclusie al in 2010. De uitvlucht voor zijn criticasters was jarenlang dat in zijn Europese onderzoek de Nederlandse situatie niet was meegenomen. De ongemakkelijke uitkomst zou voor ons onderwijs niet opgaan.

Die vluchtroute is nu dicht. Uit onderzoek van RTL Nieuws blijkt dat gemengde basisscholen significant lagere scores behalen dan scholen met een meer homogene samenstelling, de zogenaamde witte en zwarte scholen. De gevolgen voor de leerlingen van gemengde scholen zijn groot. Het betekent te vaak het verschil tussen een havo- en een vmbo-advies.

De conclusie uit dit onderzoek is politiek gevoelig, omdat gemengde scholen nog altijd worden gezien als belangrijk voorportaal waar kinderen worden klaargestoomd voor de multiculturele samenleving. Kinderen die op jonge leeftijd met etnische en culturele verschillen in contact komen, raken gewend aan die verschillen. Wrijvingen tussen bevolkingsgroepen lossen zich zo vanzelf op. Aldus de vader van deze gedachte.

Het andere ideaal achter gemengde scholen is dat leerlingen met een achterstand – die vooral een taalachterstand is – zich kunnen optrekken aan leerlingen die verder zijn. Zo moet het mes aan twee kanten snijden: gemengde scholen werken achterstanden weg en kweken betere burgers.

Het wordt tijd dat we erkennen dat daar nog wel wat op valt af te dingen. Zo leveren gemengde klassen niet automatisch tolerantere leerlingen op. Etnische diversiteit in een competitieve omgeving, zoals een school, kan juist conflicten uitlokken. Ook op gemengde scholen zijn er vriendengroepen die van elkaar gescheiden zijn langs etnische lijnen.

Ook het wegwerken van de achterstanden op gemengde scholen loopt niet volgens wens en verwachting, blijkt nu. De reden die Dronkers daar eerder voor gaf, was dat onderwijzers het in de klas te druk hebben met het overbruggen van alle verschillen en onvoldoende toekomen aan het overbrengen van de lesstof. Hoe groter de diversiteit, hoe drukker de onderwijzer en hoe slechter de overdracht van kennis.

Het kan een verklaring zijn waarom – naast witte – ook zwarte basisscholen het in ons land beter doen dan de gemengde scholen. Kinderen van min of meer gelijk niveau voelen zich meer op hun gemak met elkaar en presteren daardoor beter.

Ik ben geen onderwijssocioloog, maar ik herinner mij de niveauverschillen in de klas op mijn eigen basisschool. Ik behoorde tot de leerlingen met een gemiddeld niveau. Er waren een paar bollebozen in de klas en enkele minder begaafden. Zowel onder de bollebozen als onder de minder begaafden had ik geen vrienden. Die bevonden zich onder de jongens van mijn eigen niveau.

U vermoedt misschien dat eenkennigheid van mijn kant hier de overhand heeft, maar de bollebozen en de minder begaafden dachten er net zo over. Kameraadschap ontstaat eerder onder gelijkgestemden. Daarbij zou niveauverschil – bijvoorbeeld door een taalachterstand – weleens meer roet in het eten kunnen gooien dan een verschil in huidskleur of culturele bagage.

De wens dat leerlingen zonder achterstand de leerlingen mét een achterstand verder helpen en vice versa is een oud ideaal uit het socialistische onderwijslaboratorium van de jaren ’70. Het gaat niet vanzelf en gedwongen samenwerking leidt vaak tot frustratie aan beide kanten. De één wordt extra geconfronteerd met zijn achterstand en de ander wordt geremd in z’n eigen tempo. Geen vruchtbare bodem voor een goede eindtoets.

De vraag is: hoe nu verder? Moeten de gemengde scholen maar bij het vuilnis? Er zijn onderwijsdeskundigen die roepen dat de lagere score maar voor lief moet worden genomen. Ouders denken daar doorgaans anders over. Ik zie het aantal groeien dat bereid is elke dag kilometers om te fietsen, om het kroost af te zetten op een witte school.

Wil je de gemengde scholen redden, dan zit er niets anders op dan te zorgen dat de taalachterstand weg is vóór groep 3. Ik betwijfel of dat lukt met meer geld voor extra taalles en huiswerkbegeleiding, als de leerlingen eenmaal thuis de Nederlandse taal in hun schooltas laten.

De sleutel ligt dus bij de ouders. Daar zit het probleem, maar ook de oplossing. Wie gemengde scholen in stand wil houden, zal de voorwaarde onder ogen moeten zien dat bij alle nieuwkomers thuis Nederlands gesproken wordt. En daar zullen de leerlingen van zwarte scholen ook van profiteren.

 

Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLZ.nl.