Column

Fred Teeven en het onbehagen van de geweldloze beschaving

28-09-2012 11:44

Omdat Fred Teeven iets zei waar iedereen die zichzelf fatsoenlijk vindt als een dolle stier op kon reageren, werd er als een dolle stier op de uitspraken van Fred Teeven gereageerd. Fatsoenlijken genoeg in Nederland tenslotte. Terwijl de discussie tweeledig moet zijn: Fred Teeven deed uitspraken die hij als minister niet zou moeten doen (iets met scheiding der machten) en Fred Teeven deed een uitspraak waarover je een ethische discussie zou kunnen voeren. Over het eerste hoor je bijna niemand (is ook een heel moeilijk onderwerp). Over het laatste hoor je iedereen. Alleen is het geen discussie maar een onophoudelijke “FRED TEEVEN IS FOUT! ZO IS HET EN NIET ANDERS!” preek van correct domineesland Nederland. In ons allen schuilt een Freek de Jonge.

Ethische discussies bestaan sowieso niet in Nederland. Ethiek staat hier al eeuwen vast. Muurvast. Wie voorstelt daar eens iets aan te veranderen is een “BRUINHEMD! FASCIST! BARBAAR!” of erger. Zie bijvoorbeeld de poging tot discussie over onze rechtstaat door Geert Wilders en kornuiten. Kritiek op rechters die voor het leven worden benoemd? “TERUG NAAR DE MIDDELEEUWEN!”

Of volg een expert in journalistieke ethiek (die heb je). Discussie start: “NIEUWE MEDIA ZIJN FOUT! SCHANDPAALJOURNALISTIEK! RECHTSE ONDERBUIKRIOLEN! WAARDOOR DE DEMOCRATIE KAPOT GAAT EN WE TERUG GAAN NAAR DE MIDDELEEUWEN!”. Einde discussie.

Jammer. Omdat er best een interessante discussie kan worden gevoerd over de ethiek van, in dit geval, al dan niet gepast geweld. Het uitgangspunt dat, zoals Arnon Grunberg het vandaag op de voorpagina van de Volkskrant verwoordt, “het beschavingsproces er ondermeer op is gericht het geweld te beteugelen” is een mooi uitgangspunt. Maar het verhoudt zich slecht tot de praktijk.

We hebben de overheid een geweldsmonopolie gegeven opdat geweld tussen burgers onderling tot een minimum blijft beperkt. Maar dat werkt alleen als al die burgers zich ook aan die afspraak houden en de overheid er is wanneer dat nodig is. Een inbreker doet niet aan sociale contracten of beschaving. Die pleegt per definitie al geweld door in een huis in te breken. En niemand aanwezig met een geweldsmonopolie om de inbreker op de beschavingsafspraken te wijzen.

Wat moet de burger dan? Wat doet Arnon Grunberg eigenlijk als er een inbreker in zijn slaapkamer staat? Met hem praten? Hem uit eigen werk voorlezen? Grunberg kan natuurlijk gewoon niets doen en de politie bellen. Of hij kan wegrennen en de politie bellen.

Maar als die inbreker tegen Grunberg oploopt wil die inbreker maar één ding en dat is wegwezen zonder te worden geconfronteerd met de overheid die een geweldsmonopolie bezit. Goedschiks of kwaadschiks. Het is dan: man tegen man. Hij of ik. Doden of gedood worden. Eten of gegeten worden. De jungle is nooit ver van je bed. De jungle is náást je bed.

Daar houdt de ethiek op. En ook de discussie. De dominees op de kansel hebben het daar nooit over. Kennelijk wordt in hun huis nooit ingebroken. Het zijn dan ook niet hun kinderen die worden bedreigd. Het zijn niet hun goederen die worden gestolen. Het is niet hun veilige levenssfeer die kapot wordt gemaakt door een persoon die zelf wél tot op het bot egoïstisch is een geen kennis heeft van ethiek of beschaving. De inbreker heeft schijt aan beschaving. De inbreker is een dier op zoek naar de prooi voor voedsel.

Die beschaving, dat “beteugelen van geweld”, is inderdaad een groot goed. Het verheft ons boven de dieren en veraangenaamt het leven. Maar het is nooit geweldloos. Iemand moet gepast geweld kunnen toepassen.

Als dat de overheid is met een monopolie op dat geweld, prima. Maar wanneer die overheid stelselmatig achterblijft en het niet voor elkaar krijgt de burgers in de beschaving te beschermen tegen de barbaren, dan kunnen die burgers uiteindelijk niets anders dan zichzelf beschermen. Met geweld.

Als Fred Teeven met zijn uitspraak een poging doet die beschaafde burger tegemoet te komen, door te laten zien dat die overheid er wel degelijk nog is en wel degelijk probeert voor de beschaafde burger op te komen, is zijn uitspraak alleen maar toe te juichen.

Op ethisch gebied dan. Of het staatsrechtelijk kan is een hele andere discussie.