Column

Kiesdrempel – De VVD heeft lak aan andersdenkenden

24-08-2015 16:40

In NRC Handelsblad dit weekeinde pleitte minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) voor een ‘behoorlijk hoge kiesdrempel’, zodat kleine partijen voortaan uit de Tweede Kamer geweerd worden. Volgens haar komen de “de ongezonde versnippering en verlamming” de bestuurbaarheid van Nederland niet ten goede. Als je moeilijke besluiten wilt nemen, “moet je met vijf of zes andere partijen water bij de wijn doen om het door de Eerste Kamer te krijgen“, aldus de minister.

En zij kan het als geen ander weten, na het vrije artsenkeuze-debacle van afgelopen december. Soms is een plan zo controversieel, dat een meerderheid in de Tweede Kamer geen garantie meer is voor het daadwerkelijk kunnen doorvoeren van een wet. Toch doet ze hiermee een gevaarlijk voorstel. Het verbieden van kleine partijen betekent automatisch meer macht voor de grote partijen en ondermijnt daarmee afwijkende meningen in onze wankele democratie, die toch al gekenmerkt wordt door de macht van verstikkend eensgezinde partijblokken.

Verbod op afwijkende meningen

Denk je eens in wat er gebeurt al we daadwerkelijk zo’n kiesdrempel in zouden voeren. Kleine partijen als GroenLinks, 50+ en SGP zouden bij de laatste verkiezingen niet in de Kamers zijn gekomen. D66 bestond in het geval van een zeteldrempel misschien al niet meer, want ook zij had in 2006 met drie zetels geen kiesdrempel gehaald. Ons pallet aan partijen en hun verschillende meningen zou enorm uitgedund worden.

Zouden we dit dan erg moeten vinden?  Los van wat we van die specifieke partijen mogen denken: ja, dat zouden we erg moeten vinden. Deze partijen hebben namelijk hun stemmen gekregen van de kiezer, die zich blijkbaar niet genoeg aangesproken voelt door de gevestigde partijen. Moeten we dan maar voortaan tegen die kiezer zeggen: ‘‘Jammer joh, maar je mening is te marginaal om gehoord te mogen worden?’’

Ondermijning controlerende macht

Dat zou een slechte ontwikkeling zijn. In de Tweede Kamer vormen partijen namelijk sowieso al een kleurloze eenheidsworst. In Nederland kennen we geen persoonlijk mandaat. De positie van elk Kamerlid op de kieslijsten wordt door de top van partijen bepaald, in plaats van door de achterban. Dat maakt nu al dat afwijken van de partijdiscipline nauwelijks gebeurt en dat Kamerleden opereren als makke schapen in plaats van onafhankelijke denkers. En dat komt onze wetgeving allerminst ten goede. Want wanneer twee regeringspartijen een meerderheid in de Tweede Kamer hebben, stemmen de Kamerleden van de coalitie per definitie voor. Dat ondermijnt de controlerende rol van de Tweede Kamer, en dus ook onze kwaliteit van bestuur.

Juist omdat we zo’n strikt partijstelsel hebben, moeten we de grote, klassieke partijen wel een beetje scherp zien te houden. Omdat het aantal afwijkende meningen in beide Kamers gelijk staat aan het aantal partijen minus de coalitiepartners, is het belangrijk dat we die verscheidenheid aan ideeën niet verder uithollen. In dat geval zouden we de niet alleen de Eerste, maar ook de Tweede Kamer niet meer nodig hebben. Het begint er dan ook sterk op te lijken dat de VVD steeds meer een hekel begint te krijgen aan al die democratische moeilijkdoenerij.

Democratie = geen VVD-dingetje

Eerder dit jaar stelde de VVD namelijk al een zeteldrempel voor individuele parlementsleden voor. Het idee: alleen zij die meer stemmen dan een bepaald gedeelte van de kiesdrempel hebben behaald zouden later in hun termijn de partij eventueel mogen verlaten en, net als een Joram van Klaveren of een Tunahan Kuzu, zelfstandig kunnen doorgaan. Wederom een bijzonder slecht idee, want daarmee maak je de partijtoppen nog een stuk machtiger dan ze nu al zijn. Het zou  een enorme versterking van de fractiediscipline betekenen: durf nog maar eens een afwijkende mening te verkondigen, wetende dat je in dat geval altijd de partij uitgebonjourd kunt worden.

Het gevolg: individuele Kamerleden uit regeringspartijen worden – nog meer dan nu – kritiekloze compromisknuffelaars, die volledig in dienst van het kabinet staan. Ook dit staat een volledige controle op de macht in de weg. Onze Tweede Kamer is dan zo goed als overbodig geworden. Je hoeft maar aan het zwabberende optreden van de VVD-fractie bij het Griekenlanddebat te kijken, om in te zien dat door dit soort praktijken de geloofwaardigheid van politici nog meer op het spel komt te staan.

Onze democratie is er niet omdat het zo efficiënt is, maar omdat het recht doet aan verschillende geluiden in de samenleving. Wat zij daarom nodig heeft is niet een hogere drempel voor afwijkende meningen, maar onafhankelijk opererende Kamerleden die deze pluriformiteit bewaken en niet aan de leiband van het kabinet lopen. Al weten we inmiddels allemaal wel dat we daarvoor bij de VVD niet aan het juiste adres zijn.

Dirkjan Tijs en Arnout Maat zijn resp. voorzitter en persvoorlichter van de Jonge Democraten, de politieke jongerenorganisatie van D66.