Column

De vrijheden van agenten moeten worden ingeperkt

04-06-2015 11:24

Demonstreren is gezellig. Een doorsnee protestmars houdt in dat je in rustig tempo door de stad wandelt, met gelijkgestemden, terwijl je liedjes zingt waarmee je je idealen uit. Voor machthebbers hoort zo’n demonstratie nooit gezellig te zijn. Als je protest bij hen niet schuurt, kun je beter thuisblijven. Er is nog een partij betrokken bij demonstraties. Voor hen behoort wel/niet-gezelligheid er in zijn geheel niet toe te doen: de politie. Het hoort niet uit te maken of een agent een leuke tijd heeft of het juist volkomen oneens is met de demonstranten. Helaas is dat niet de Nederlandse realiteit. Agenten mogen steeds meer individuele overwegingen maken bij arrestaties. Dit leidt tot een democratisch onhoudbare situatie.

Preventief plukken

Wietse wilde graag demonstreren tegen het Koningshuis. Hij kocht twee stokken bij de Gamma en maakte er een spandoek mee waarop hij ‘Fuck de koning’ schreef. Voor hij goed en wel met zijn protest kon beginnen was hij al opgepakt. Agent Axel wilde er namelijk ‘een gezellige middag van maken’. Axel vindt leuzen tegen de monarchie bij een schoolopening door de koning blijkbaar ongezellig. Hij gooide Wietse daarom in de cel. We weten dit omdat Wietse journalist is voor de Volkskrant waarin hij dit verhaal zaterdag publiceerde.

Niet mogen protesteren tegen je staatshoofd is natuurlijk onhoudbaar in een democratie, ook als die officieel een parlementaire constitutionele monarchie heet. Een democratie kan niet zonder rechtsstaat. Er moeten duidelijke regels zijn over wat wel en niet mag, in plaats van willekeur van machtshebbers en handhavers. Het verhaal van Wietse roept dan ook de vraag op of Axel naar eigen inzicht handelde, of dat het algemeen beleid is van de politie om iedereen die ook maar mogelijk niet gezellig doet preventief van straat te plukken.

Lekker jezelf zijn

Het antwoord op die vraag vinden we wellicht in het proefschrift van antropoloog Paul Mutsaers. Hij promoveert deze maand op de handelingsvrijheid van Nederlandse agenten. Mutsaers constateert dat er bij de politie, net als bij andere professionele organisaties en bedrijven, sprake is van een toenemende psychologisering van werkrelaties. Agenten worden gevraagd hun persoonlijkheid mee naar het werk te nemen. Verschuil je niet achter je publieke rol en wees lekker je zelf, is het devies.

 

“When officers learn … that bureaucratic impersonality is the social evil of our time, and that they need to develop their ‘authentic selves’ (with all the intimacies, feelings and emotions) at work, we should not be surprised that personal frustration, irritation, animus and prejudice are indeed expressed. When the organization prefers personality over impersonality and private selves over public roles while at the same introducing a set of severely migrant-hostile policies, we should also not be surprised about the sort of selves and personalities that are moulded.”

 

Het proefschrift gaat over de omgang van de politie met etnische minderheden, zowel in de eigen geledingen als op straat. Mutsaers laat zien dat er onder agenten een dominant frame van vijandigheid richting migranten bestaat. Dit komt deels door de aanmoediging werk en privé niet te scheiden. Persoonlijke, negatieve opvattingen over allochtonen worden daardoor geuit op de werkvloer. Het gevolg is veel ongemak bij allochtone agenten en etnisch profileren.

In het persbericht behorend bij zijn proefschrift pleit Mutsaers voor een herwaardering van bureaucratie: strikte scheiding van persoon en ambt, krachtige verantwoordingsstructuren en een ‘stopformulier’ bij iedere aanhouding. Het officiële beleid van de politie moet weer de regel op de werkvloer worden.

Tegengif

Mutsaers laat dus zien dat we alle reden hebben te vrezen dat persoonlijke opvattingen doorslaggevend zijn bij het oppakken van demonstranten. Als Axel het niet gezellig vindt, sluit hij Wietse op – ook al is dat geen beleid en eigenlijk niet de bedoeling. Naast protest tegen het Koningshuis is de afgelopen jaren duidelijk gebleken dat de politie protest tegen racisme niet gezellig vindt. Extreem zorgwekkend is dat het Openbaar Ministerie dat prima vindt. Ook bij het OM mogen ambtenaren individueel zulke beslissingen nemen.

Willekeur in de behandeling van burgers past niet in een democratie en niet in een rechtsstaat. Mutsaers beargumenteert dat dit een uitwas van marktwerking is. Het tegengif is bureaucratie. Het is dus tijd voor een herwaardering van de ideeën van Weber en een inperking van de vrijheden van agenten. De politie gaat dat zeker niet gezellig vinden, maar de samenleving wel.

Mutsaers verdedigt zijn proefschrift op 12 juni. Het is opvraagbaar bij de Universiteit van Tilburg.