Berckmoes-gate: het ‘we rule this country’-syndroom van de VVD is zorgelijk

28-09-2017 17:25

Het heeft iets van de Nederlandse versie van Wikileaks: de ontboezemingen van voormalig VVD-kamerlid Ybeltje Berckmoes over de mores binnen haar fractie en partij. Het heeft de voorheen onbekendste parlementariër van Nederland – afgezien van een uitspraak die wees op een raar Eurabiësyndroom had zij niet eerder de aandacht van de nationale pers weten te trekken – in ieder geval één ding gebracht: haar naam is nu voor het eerst op alle Haagse lippen.

Net als met Wikileaks het geval was, blijkt de inhoud van haar Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn allereerst heel geruststellend: de wereld blijkt door de ogen van een insider niet wezenlijk anders in elkaar te zitten dan toeschouwers altijd al dachten. Zoals de indertijd gelekte Amerikaanse ambassadeberichten Berlusconi, Poetin en andere internationale grootheden portretteerden in termen die de zorgvuldige krantenlezer óók zou hanteren, zo doet Ybeltje dat met Rutte, Zijlstra en de rest. Evenmin als Berlusconi in de diplomatieke correspondentie plotseling als een hoogst bedeesde en bescheiden man naar voren kwam die voortaan zorgvuldig het celibaat wilde praktiseren, blijkt Zijlstra over onvermoede intellectuele diepgang te beschikken, of Rutte een rusteloze Don Juan.

Profileringsgeneugten

Dat is heel prettig, want niets is vervelender dan wanneer door zulk ongeautoriseerd gelek het eigen wereldbeeld plotseling op de kop gezet wordt en gedegen oordelen ongefundeerde vooroordelen blijken te zijn. In dat opzicht kunt u gerust gaan (of blijven) slapen, want al uw vooroordelen over vooraanstaande VVD-ers blijken daarentegen gewoon te kloppen.

Berckmoes was de ultieme backbencher – een categorie waarvan er in Nederland overigens minder bestaan dan in sommig buitenland omdat het parlement hier veel minder leden telt dan dat in Londen, Parijs, Berlijn of Brussel, en dus ook fracties hier veel kleiner zijn. Zeker na de laatste verkiezingen: veel Kamerleden hebben daardoor automatisch een behoorlijk omvangrijke portefeuille. De specialist die al zijn profileringsgeneugten uit de portefeuille zoetwatervisserij-in-de-Zuiderzee-maar-niet-in-de-Waddenzee moet halen, sterft zo automatisch uit.

Stempelmachines

Weinig verbazend is dat fracties, en zeker regeringsfracties, als stem(pel)machines fungeren. Hoe vaak dat ook – nu weer door Berckmoes – betreurd en bekritiseerd wordt: dat gaat nu eenmaal niet anders. Geen Kamerlid kan van elk thema verstand hebben, daarvoor is vaak teveel vakkennis vereist.

Daar ligt het verschil met de negentiende eeuw, waarnaar wel eens nostalgisch wordt teruggekeken, toen parlementariërs nog buiten partijverband opererende onafhankelijke denkers heetten te zijn. Maar dan kon toen, omdat de politiek zich met veel minder zaken bezig hield en men van veel minder terreinen weet had. Kijk alleen maar naar al die ministeries – en dus evenzovele beleidsterreinen – die er sinds het ontstaan van het Koninkrijk in twee eeuwen bijgekomen zijn.

Van partijlijn afwijken

Zo is elk Kamerlid voortdurend gedwongen om op fractiegenoten varen – en soms zelfs op de kennis en ervaring van Kamerleden van andere partijen wat door het snelle personeelsverloop en de geringe fractieomvang extra wordt gestimuleerd. Zo fungeert SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij vaak voor iederéén als staatkundig geweten, terwijl Diederik Samsom bij de kernramp in Fukushima als atoomfysicus de enige was die echt snapte en kon uitleggen wat daar gaande was.

Daarbij komt dat, ondanks alle gepraat over personalisering van de politiek, kiezers nog altijd op partijen stemmen. Een partij moet dan dus ook een zeker coherent stemgedrag vertonen. Daarbij moet zeker – meer dan nu – ruimte zijn om, op gegronde redenen, soms van de partijlijn af te wijken, maar dat kan een Kamerlid natuurlijk niet voortdurend doen, nog los van het regeerakkoord.

We-rule-this-country-syndroom

Afspraken tussen regeringspartijen zouden niets waard zijn als ieder er weer op elk moment naar believen van afwijken kon. Zo werkt dat immers ook niet met overeenkomsten buiten de politiek. Zeker, de voormalige CHU stemde vroeger bijna altijd verdeeld. Maar met die boodschap – ‘bent u vóór wet X, stem dan op ons, want de helft van onze fractie is ook vóór, bent u tegen, doe dat dan ook, want de andere helft is dat eveneens’ – vallen geen kiezers meer te overtuigen.

Zorgwekkender is het We-rule-this-country-syndroom, dat de VVD duidelijk na zeven jaar premierschap vertoont. Dat is iets wat altijd voor een grote partij op de loer ligt – het CDA (en soms de PvdA) had er in het verleden ook wel eens last van. Maar het treedt nu bij de VVD veel sneller op dan in dat verleden, terwijl juist de onvoorspelbaarheid van verkiezingen die zelfverzekerdheid minder legitimeert. Ik bedoel: het CDA en haar voorlopers did rule this country inderdaad, van de vijfjarige periode-Seyss Inquart afgezien, ononderbroken van 1918 tot 1994, en daarmee langer dan de Russische communistische partij. Daarop kan de VVD toch niet bogen – en het kan bovendien zo weer afgelopen zijn.

Liberale afvoerput

Ter rechterzijde vormt immers niet alleen de PVV, maar ook Baudet een bedreiging, die in Berckmoes’ pennenvrucht veel dankbare aanknopingspunten kan vinden voor zijn aanval op het ‘partijkartel’. Dat fungeert vooral als mensen falen: dan wordt er via het old boys network goed voor ze gezorgd. Vroeger, voor de gemeenteraad in dezen veel in de melk te brokkelen had, konden mislukte Binnenhofpolitici nog ergens burgemeester worden. Een dergelijke poging om zo van de bij het Meavitaschandaal in opspraak geraakte Loek Hermans af te komen liep recent nog op Zutphens volksverzet stuk.

Ook voor Berckmoes is aan deze liberale afvoerput gedacht: zou ze niet in ruil voor de ambtsketting in een leuke kleine gemeente op willen donderen? De hamvraag blijft hoe iemand, die zo evident ongeschikt is – en dat ook zelf toegeeft -, ooit op de Kamerlijst heeft kunnen komen en wel tot tweemaal toe.

 

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens