Column

Behoud expertise onderzoek naar kindermishandeling

29-11-2015 14:02

Als Kamerlid heb ik twee jaar geleden voor het eerst kennis gemaakt met de Forensische-Polikliniek kindermishandeling (afgekort FPKM). Deze kliniek doet onderzoek wanneer er verdenking is van kindermishandeling. Mij werd tijdens dat werkbezoek door medewerkers uit de doeken gedaan hoe de onderzoeken verliepen. Hoe baby’s, peuters, kleuters maar soms ook tieners op hun gemak gesteld worden zodat zij het lichamelijk onderzoek toelaten. De medewerkers daar lieten mij foto’s zien van blauwe plekken en legden uit hoe ingewikkeld het soms is om vast te stellen of de baby echt per ongeluk van de commode gevallen was of dat er sprake was van opzet.

Onderzoek kindermishandeling is een specialisme

Over dit onderwerp is natuurlijk al vaak gesproken. Zo herinner ik me nog hoe onvoorstelbaar ik schrok van een documentaire waarin verteld werd hoe weinig zaken van de geschatte 120.000 zaken van kindermishandeling of verwaarlozing in Nederland tot een strafzaak komen.

Eén van de oorzaken hiervan is het niet snel en deskundig onderzoeken van kinderen waar letsel bij wordt aangetroffen. Want als nader onderzoek te lang duurt zijn blauwe plekken inmiddels verdwenen. Soms kwam het ook door gebrek aan kennis en ervaring hierover in de zorg. Het is niet zonder reden dat forensisch-medisch onderzoek bij kinderen een specialisme is, het is buitengewoon ingewikkeld.

Vier artsen, 176 kinderen

Bij de FPKM werken vier forensisch artsen voor kinderen. Jaarlijks zien zij 176 kinderen waarbij ze forensisch-medisch onderzoek doen. Van die onderzoeken vinden er 138 plaats bij kinderen tot en met 12 jaar, waarvan 29 op verzoek van de politie waren. De overige onderzoeken gebeuren op verzoek van gemeenten, meldpunten kindermishandeling en artsen. Alom is er waardering voor het werk van FPKM. Bijzonder verbaasd was ik dan ook toen ik in augustus te horen kreeg dat de politie een exclusief contract had afgesloten met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) voor het doen van onderzoeken naar kindermishandeling. Het NFI doet ook forensisch onderzoek maar is vooral gespecialiseerd is in ander letsel, zoals schot- en steekwonden. In antwoord op Kamervragen bleek dat staatssecretaris Dijkhoff van mening was dat het NFI een zogenaamde preffered supplier (voorkeursorganisatie) was en de enige organisatie die geschikt zou zijn voor de complexe en acute onderzoeken naar kindermishandeling. Mijn verbazing was compleet toen ik vorige week een persbericht onder ogen kreeg van het NFI. Hierin stond dat met ingang van 1 september alle kindermishandelingsonderzoeken bij kinderen onder de 12 jaar door het NFI gedaan zouden worden omdat de andere algemene forensisch artsen die niet werkzaam zijn bij het NFI te weinig zaken onder ogen zouden krijgen om expertise op te bouwen.

Geldgebrek

Tijdens het overleg met de staatssecretaris van Volksgezondheid die verantwoordelijk is voor onderzoek naar kindermishandeling (dat gedaan wordt op verzoek van gemeenten en de jeugdzorg) gaf hij toe dat de FPKM een organisatie is met deskundige artsen. Dus daar kan het niet aan liggen. Wat is er dan wel aan de hand? Het is bekend dat het ministerie van Veiligheid en Justitie (waar het NFI officieel onder valt) kampt met geldgebrek. Mijn vraag of met het verlenen van die onderzoeken aan het NFI een financieel gat gedekt werd, is ontkennend beantwoord door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

Ontslagen en verlies van deskundigheid

Hoe dan ook: het resultaat van dit besluit betekent dat de FPKM een kwart van de onderzoeken die ze nu doet kwijt raakt en er ontslagen zullen vallen. Deskundige forensisch artsen en verpleegkundigen waarmee heel veel kennis en ervaring verloren gaat. Ik ben er van overtuigd dat de wal dit schip gaat keren. Binnen niet al te lange tijd zal er een wachtlijst ontstaan van casussen waar onderzoek naar kindermishandeling gedaan moet worden, maar waar nog onvoldoende deskundige professionals zijn om dat onderzoek te doen. Tegen de tijd dat de regering daar achter komt, is het te laat.

Om die reden heb ik een wijzigingsvoorstel ingediend op de begroting van Volksgezondheid waarmee een overbruggingskrediet ter beschikking komt voor de FPKM. Zo kunnen ze het personeel (dat zo hard nodig is om alle onderzoeken te blijven doen) in dienst houden. Zodat tegen de tijd dat de regering erachter komt dat dit echt een heel onverstandige actie geweest is, er geen deskundigheid verloren gegaan is. Feit is namelijk dat die vier forensisch artsen bij het NFI nooit al het specialistische werk over kunnen gaan nemen dat de FPKM nu doet. En daarvoor is kindermishandeling een te groot en te schrijnend probleem in onze samenleving.

Dinsdag aanstaande wordt over dit voorstel gestemd in de Tweede Kamer.