Auschwitz, Srebrenica of een Rotterdamse rapper; geschiedenis doet er toe

21-03-2016 18:10

Geschiedenis is politiek. Het veranderen van plaatsnaamborden in de Afrikaanderwijk (Hier terugkijken) en het vernoemen van een sportveld naar een invloedrijke wijkbewoner doen recht aan een meer afgewogen beeld van de geschiedenis en van de wijk.

Een belangrijke misvatting over geschiedenis is dat zij beschrijft wat er gebeurd is. Dat is onzin. Geschiedenis beschrijft altijd maar een gedeelte van de gebeurtenissen, en condenseert die tot een verhaal. Geschiedenis schrijven is dus sowieso dingen weglaten. Geschiedenis schrijven is bovendien politiek bedrijven: alleen al door het weglaten, of door dingen aan elkaar te schrijven, deelt de historicus zijn mening over het gebeurde met de toeschouwer.

Auschwitz

De eerste keer dat ik in Auschwitz kwam, stond de muur er nog. Als ik het me goed herinner, werd er in het kamp vooral verteld hoe de Russen het bevrijd hadden. In een gebouw had een katholieke orde een universeel gebedshuis ingericht waar weliswaar alle vermoorde mensen herdacht konden worden, maar wat toch een overwegend katholiek karakter had. Dit maakte het voor de Joodse gemeenschap onverteerbaar. In totaal werden er 1,3 miljoen mensen naar Auschwitz gedeporteerd, waarvan er ongeveer 1,1 miljoen Joods waren, Daarnaast zijn 140.000 Polen, 23.000 zigeuners, 15.000 Russische krijgsgevangenen en ruim 25.000 overigen.  Onder de doden bevonden zich ongeveer één miljoen Joden, 70.000 Polen, 21.000 zigeuners, vrijwel alle Russische krijgsgevangenen en ruim 10.000 overige slachtoffers. Niet dat welke dode van welke etniciteit dan ook minder erg is, maar niet valt te ontkennen dat er aan Auschwitz vooral een kamp was waar Joden vermoord waren. Te zeggen dat daar ‘mensen vermoord werden, waaronder Joden’ ontkent het leed dat specifiek Joden aangedaan is.

Srebrenica

Een ander voorbeeld kwam ik tegen in Srebrenica. Bij de geschiedenis van de val van Srebrenica is zeer veel aandacht voor de rol die de Nederlanders daar hebben gespeeld. Het grafveld is een stuk noordelijker geplaatst dan de plek waar de massamoorden gepleegd zijn; in Potocari tegenover de voormalige compound waar de Nederlandse soldaten gelegerd waren. Als je nu die compound binnenloopt, zie je als eerste de beroemde beelden van Overste Karremans, en voorbeelden van anti-bosnische graffiti van Nederlandse soldaten. De indruk die ik ervan kreeg was dat de geschiedschrijving meer anti-Nederlands is dan anti-Servisch. Over de kwalijke zaken die zich aan Bosnische kant afspeelden, werd met geen woord gerept.

Context

Zo zie je maar: het beschrijven van geschiedenis is een politieke en dynamische daad. Geschiedenis wordt veranderd en verandert. Ik behoor zeker niet tot de school van mensen die zegt dat er alleen meningen zijn, en geen feiten. Die gedachte leidt tot postmodernistische gemakzucht waarbij alle waarden uitwisselbaar zijn. Oh nee! Maar wat ik wel zeg, is dat een geschiedbeschrijving, wetende dat die niet objectief kan zijn, afgewogen moet zijn, en moet passen bij een grotere context dan alleen die van het feit dat beschreven wordt. Met andere woorden: de geschiedschrijving van Auschwitz mag niet alleen gebaseerd zijn op Auschwitz; de geschiedschrijving van Srebrenica niet alleen op de massamoord die daar gepleegd is.

Zuid-Afrika

De geschiedschrijving van wat er in Zuid-Afrika gebeurd is, kan dan ook niet alleen maar gebaseerd zijn op wat blanke Nederlanders daar voor elkaar gekregen hebben. De complexe Zuid-Afrikaanse geschiedenis kan niet alleen beschreven worden vanuit het perspectief zoals dat aan het begin van de vorige eeuw geschetst werd. Ons beeld van Zuid-Afrika is, 110 jaar na dato anders. Kritischer. Natuurlijk. Er is een groot verschil tussen Paul Kruger en, zeg, Hendrik Verwoerd, maar je kan het anno 2016 niet maken om, als je de geschiedenis van Zuid-Afrika beschrijft, dat alleen vanuit blank perspectief te doen.

Buitenruimte

De veranderende geschiedenis verandert. Bijvoorbeeld in de buitenruimte. Straatnamen worden vernoemd naar schilders, dichters, staatslieden, burgemeesters of helden. En soms leidt een nieuw historisch inzicht tot nieuwe straatnamen. De Amstellaan in Amsterdam, bijvoorbeeld, werd in 1946 Stalinlaan genoemd; maar sinds de inval van de Soviet-Unie in Hongarije in 1956 kennen we hem als de Vrijheidslaan. Toen in 2006 de toneelspelers van Vuka Vuka mij, toen dagelijks bestuurder van de Rotterdamse deelgemeente Feijenoord, opriepen om de Afrikaanderwijk een meer divers straatnamenbeeld te geven, vond ik dat ook een goed idee.

Extreem rechts

Ik heb het geweten. Van alle kanten (nouja, alleen van erg rechts, eigenlijk) werd me verweten het Nederlandse blanke erfgoed te willen verkwanselen. Van tamelijk erudiet (voor mensen die willen weten wat Ronald Sørensen bedoelt met ‘kooi-jager’: ik was in die tijd ook voorzitter van de bestuurscommissie muskusrattenbestrijding, en er circuleerden foto’s van me waarop te zien zou zijn hoe ik enkele beverratten om zeep hielp. Die zouden zich inderdaad in een kooi bevinden. Zoals een goede oude vriend van me zei: “Ik ontken het ten stevigste, maar het zou wel waar kunnen zijn”) tot ronduit fascistisch; zelfs tot Amerikaanse Nationaal-Socialistische sites aan toe, ging het over de “Jood en Zionist Baruch, die samen met “de negers en hun politiek correcte collaborateurs [straatnamen] willen uitwissen”.  Ook toen onlangs de Evangelische Omroep dit verhaal 10 jaar na dato weer onder de aandacht bracht, waar het AD over schreef, kwam me dat op woedende teksten van PVV-Kamerlid Martin Bosma te staan die mij een “hele domme man” noemde. (Liever dat dan een halve domme man), en een grote schare figuren die mij op de zegeningen wezen die de Boeren over Zuid-Afrika hadden uitgestrooid, en de misdaden die door mensen als Shaka Zulu, Nelson Mandela en anderen begaan zijn, wezen. Vaak hebben deze figuren nog gelijk ook als het gaat over de mensen, maar absoluut niet als het gaat over het beeld dat in een multiculturele wijk als Feijenoord, in een au fond progressieve stad als Rotterdam van de geschiedenis geschapen moet worden.

H.E.L.D.E.R.H.E.I.D

Toen in 2006 extreem-rechts over me heenviel, de PvdA zijn handen er niet aan wilde branden en er bovendien allerlei formele procedures, regels, afspraken, convenanten, gebruiken en andere bestuurlijke obstakels zijn om creatief met straatnamen om te gaan, en het schier onmogelijk leek om iets te doen aan de straatnamen, was ik dan ook erg blij en trots dat ik, buiten alle regels om, als daad van bestuurlijke ongehoorzaamheid een sportveld naar een aansprekende historische figuur heb kunnen vernoemen die wél recht deed aan de recente, en meer multiculturele geschiedenis: Breyten Muskiet, alias H.E.L.D.E.R.H.E.I.D. Hoor elke les die een reden heeft en ignoreer dwaasheid. Tien jaar later is het Helderheidplein een begrip en een eerbetoon aan iemand die op een positieve manier een heel klein stukje van de geschiedenis beïnvloed heeft. De geschiedenis, en de wijk, zijn immers van ons allemaal.  Het was een kwestie van doen: bord bestellen, feestje bouwen en ophangen. Soms werkt het gewoon zo.

https://youtu.be/2nAqPZN5uq8