De versplintering van het politieke landschap

04-05-2018 20:02

Politiek gezien waren de afgelopen 15 jaar erg verwarrend. Zou de opkomst van PVV doorzetten? Waarom verloren PvdA én CDA meer dan de helft van hun electoraat? Was ‘links’ nog wel ‘links’ en ‘rechts’ nog wel ‘rechts’? Na de crises van ‘9/11’, de moord op Fortuyn, de implosie van de banken in 2008, de opkomst van ISIS, de massale migratie in 2015, het Brexit-referendum en de verkiezing van Trump stond het Nederlandse politieke spectrum aan alle kanten onder druk. Recessie, immigratie, casino-kapitalisme en polarisatie hebben hun sporen nagelaten in de zetelverdeling van de Tweede Kamer. Met de entree van Forum voor Democratie (FvD) en Denk lijkt de chaos compleet, maar welbeschouwd is er goede hoop dat over een paar jaar de rust weerkeert.

Integratietekort

Baudet lijkt met zijn academische grachtengordel-blik en hofhouding met vele oud-bankiers ook niet de politicus om dit grote electorale gat te gaan vullen

De storm die al decennia het Nederlandse politieke spectrum teistert is globalisering. Iedereen die hier wel eens over nadenkt beseft dat ons land bijna onherkenbaar veranderd is. Niets lijkt meer zeker. Bijna iedere Nederlander ziet dat om zich heen, voelt het in zijn/haar werk, privé-situatie, familie, buurt, vriendenkring, in de media en op internet. Niet iedereen maakt het blij; velen beangstigt het en dat is begrijpelijk.

Wat niet zo vaak wordt gerealiseerd is dat de afgelopen decennia zowel aan de linker- als aan de rechterbuitenkant van het politieke spectrum op de onwenselijk gevonden elementen van globalisering werd gereageerd. De lijn Janmaat-Bolkestein-Fortuyn-Wilders-Baudet reageerde rechtsbuiten tegen de in historisch perspectief toch echt grootschalige immigratie en het daarmee feitelijk ook oplopende integratietekort. Linksbuiten verzette lange tijd eigenlijk alleen de SP zich tegen liberalisering, flexibilisering, the-race-to-the-bottom voor werknemers, de systematische belastingontwijking en soms stuitende zelfverrijking van topmanagers.

Dierenleed- en ouderenpartijen

Waar Trump en Le Pen zowel het rechtse als het linkse verzet tegen globalisering aanvoerden, gebeurde dit in Nederland en andere landen met meer representatieve parlementen eigenlijk niet. Fortuyn zei vaak alleen maar dat hij tegen ‘Europa’ was, zonder expliciet daarbij te zeggen dat met name de multinationals van de Europese integratie profiteerden. Voor velen heeft globalisering van de economie vooral stress, salarisstilstand en prijsstijgingen gebracht. Wilders heeft zijn anti-elitarisme nooit zo sterk kunnen verbinden aan de uitwassen van het economische neo-liberalisme. Hij benadrukte ‘Henk’s’ zorgen over migratie en islamisering meer dan dat ‘Ingrid’s’ werk voor de zoveelste keer werd aanbesteed en zij weer door een onzekere periode moest. Dat haar bedrijfje werd overgenomen door andere goed verdienende managers en investeerders, maar haar weer minder salaris en hogere werkdruk opleverde. Misschien dat Wilders dit door zijn liberale/VVD-achtergrond gewoon niet echt aanvoelt, wat Fortuyn met zijn linkse verleden nog wel had. Ook Baudet lijkt met zijn academische grachtengordel-blik en hofhouding met vele oud-bankiers ook niet de politicus om dit grote electorale gat te gaan vullen.

Op linksbuiten schijnt Jan Marijnissen zich vrij vroeg in zijn SP-leiderschap nog wel eens tegen grootschalige immigratie te hebben gekeerd. Paul Scheffer heeft met zijn ‘het multiulturele drama’-essay zeker binnen de PvdA en overig links wat losgemaakt. Toch hebben linkse partijen zich minder tegen ongewenste globalisering verzet dan rechtse. Wilders heeft nog wel iets van een punt gemaakt dat hij zijn achterban ook tegen hun arbeids-/inkomens-/bezitsverslechtering wil beschermen, maar veel minder dan Trump en Le Pen. SP (en GroenLinks) hebben het nagenoeg niet op zich genomen om de zwakkeren in onze samenleving en de buurten waar zij wonen te vrijwaren van nog meer immigratie, de verdringing van de oorspronkelijke cultuur, de import van buitenlandse conflictstof en in Nederland criminele of onderdrukkend gevonden gewoonten. Het midden van het electoraat, de traditionele achterban van CDA en PvdA, trok als gevolg van de globalisering decennialang voor het grootste deel naar rechts. Zij vluchtten vooral naar PVV en VVD, veel minder naar links, de SP en GroenLinks. De versplintering van ons politieke landschap werd bijna compleet met de komst van dierenleed- en ouderenpartijen.

Uitzuigerskapitalisme

Misschien dat Geert Wilders in het grote electorale gat springt om de onderste 60% van Nederland tegen de geglobaliseerde, neo-liberale economische elite te beschermen

Ernstiger dan versplintering is nog de polarisatie die de globalisering (indirect) ook meebracht. Met de entree van FvD en Denk is de politieke polarisatie weer een stap toegenomen. In de Tweede Kamer wordt ongekend hard op elkaar gereageerd, inclusief zeer bedenkelijke persoonlijke insinuaties en intimidatie. Dat de versplintering en de polarisatie gaan afnemen valt uiteraard niet te garanderen, maar er zijn hoopgevende tekenen. Zo lijkt de PvdA zich met echte linkse standpunten te herpakken. Ook zit deze partij na de ‘afsplitsing’ van Denk minder vast aan de gevoeligheden van etnische en religieuze minderheden. Het CDA distantieert zich steeds een stapje meer van het bijna zelotische neo-liberale, pro-aandelen en pro-multinationals geloof dat sinds de jaren 1980 een spoor van verwoesting door Nederland heeft getrokken. Deze partij maakt zich weer sterker voor ‘de kleine luyden’, het MKB, werknemers en de semi-collectieve sector. Wat betreft law-and-order, immigratie, integratie, cultuurbehoud en rurale inslag lijkt het CDA steeds meer op haar Beierse zusterpartij de CSU, minder op de CDU van Angela Merkel.

CDA en PvdA lijken de weg boven weer in te hebben geslagen. Zetten zij door dan kunnen ze net als vroeger samen, hoewel niet altijd samen in een coalitie, weer de belangen van het grootste deel van Nederland gaan behartigen. In dit scenario verliest GL aan de PvdA, terwijl het CDA langzaam maar zeker de VVD terugdringt naar de rechterrand van het politieke spectrum waar het zich een eeuw heeft bevonden. Met Mark Rutte als voorman houdt de VVD stoïcijns vast aan het uitzuigerskapitalisme, maar het lijkt waarschijnlijk dat hij over drie jaar geen roverhoofdman meer is. Ook D66 is erg kwestbaar voor het redelijke alternatief dat PvdA en CDA steeds duidelijker bieden. Als Wilders en Baudet niet met ‘linkse’ standpunten tegen de uitwassen van de economische globalisering kiezen kwijnen ze in dit scenario ook langzaam weg, met name omdat het CDA hun cultuurbehoud en anti-immigratie standpunten grotendeels overneemt. De anti-EU- en anti-islam-standpunten van PVV/FvD alleen blijken eenvoudigweg te weinig kiezers te trekken.

Concurrentie

Misschien dat Geert Wilders toch nog in het grote electorale gat springt om de onderste 60% van Nederland tegen de geglobaliseerde, neo-liberale economische elite te beschermen. Het lijkt daarvoor rijkelijk laat. Inmiddels daalt ‘Geert&co’ steevast in de peilingen. Hij wordt hard door Baudet beconcurreerd. Maar misschien dat die concurrentie hem nu juist wel dwingt, net als Trump en Le Pen, hard in te zetten op het terugdraaien van marktwerking, verzelfstandigingen en uitbesteding. Mogelijk dat hij het groeiend succes van Trump wil nadoen met meer economisch protectionisme. Misschien dat hij zich geroepen voelt de financiële sector tot hun pré-jaren 1980 rol terug te snoeien – wat Le Pen wel en Trump niet zei te gaan doen. Daarmee zou Wilders het opnieuw ontluikende CDA en de zich pril ontpoppende PvdA nog de pas kunnen afsnijden, al zou het net als in de VS en Frankrijk weer nieuwe, grote politieke spanningen veroorzaken.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens