Opinie

Inzake het rotsvaste geloof van de gutmensch dat het allemaal goedkomt

06-12-2017 11:48

U kunt Dr. Sid Lukkassen financieel steunen. Hij is bezig met een onderzoek naar de waarde van het Verlichtingsdenken en een Leitkultur voor de huidige tijd – en hoe dit vooruitstrevende denken wordt ondermijnd. Ook duikt hij in de zin en onzin van het begrip ‘cultuurmarxisme’. Meer informatie bij crowdfundplatform Uit de Kunst.

 

Het was maandagochtend 14 november 2015. Op de universiteit vond de maandelijkse lunch met de sectie plaats. De vorige avond had de Bataclan-aanslag plaatsgevonden in Parijs. Honderden mensen met kogels doorzeefd. Iedereen staarde elkaar aan. Zou iemand wat gaan zeggen? “Ik las vanochtend in de krant”, zo begon een antropoloog, “dat Frankrijk nu gaat bombarderen in Syrië, onder het mom ‘terugslaan!’. Maar ik vraag me af of dit wel juist is, geweld met geweld vergelden. Het doet me zo denken aan Israël.”

Wegkijken

En zo ging de discussie binnen drie minuten niet over het terrorisme, noch over de hoek waaruit de aanslag kwam, maar over Israël. “Zou het niet heel misschien kunnen…” zo probeerde ik nog, “Dat het met een religieuze motivatie te maken heeft? Enige tijd terug trachtte iemand een gasfabriek in Frankrijk op te blazen. Daarbij werd een vlag aangetroffen met daarop de islamitische geloofsbelijdenis.” Ik wees er op dat er in Japan bijna nooit aanslagen zijn – ook is daar weinig islamisme. Zou dat op een correlatie kunnen duiden? “Nee hoor!” zo wees een ervaren docent dit direct van de hand, “Er is absoluut geen correlatie. Ook een Japanner kan communist worden, radicaliseren en aanslagen plegen.”

Van alle mogelijke argumenten die de betreffende had kunnen kiezen, was uitgerekend dit de gekozen tegenwerping. Gekozen door iemand die al tientallen jaren politieke vakken doceerde.

Dubbeldenk

Inmiddels dient een mogelijkheid zich aan om deze dubbeldenk te verklaren, die mij dwingt om op het voorval terug te komen. De gedachte dat het progressieve utopisme een loot is aan de stam van de religieuze eschatologie, is op zich geen nieuwe gedachte. Dit is wat de altijd heldere Derk Jan Eppink erover schreef:

 

“De hedendaagse beleidsmakers leven in een ontkerkelijkte tijd, waarin acties niet meer te rechtvaardigen zijn door naar religie te verwijzen. Maar ze lenen wel degelijk claims van   religieus mysticisme, om beleidsmaatregelen naar een hoger metafysisch niveau te tillen. De progressieve elite schafte God af maar omhelst religieuze concepten als angst, schuldgevoel, het laatste oordeel, zonde, vergeving en verlossing. Deze gevoelens zijn de bouwstenen van de progressieve ideologie. God is weg maar de ketens van de religie bestaan voort, overgezet naar bureaucratische instituties en procedures.”

 

Klimaatbeleid, om een voorbeeld te nemen, gaat vaak gepaard met economisch striemende maatregelen en preken over apocalyptische weersveranderingen. We zijn zondig maar kunnen vergeving verdienen met klimaataflaten. Aan dit alles ligt een teleologische opvatting van geschiedenis aan ten grondslag. Het wil zeggen dat de geschiedenis op weg is naar een doel (telos), naar verlossing, vervulling en eenheid. En we zijn er al bijna – nog even volhouden.

Utopistisch wensdenken herleid naar trauma’s Eerste Wereldoorlog

Waar komt deze zucht naar wensdenken vandaan? Waarom smachten de culturele leiders naar een utopische voorstelling van zaken – zo sterk dat zij bereid zijn weg te kijken van de realiteit? Deze karakterzwakte gaat terug tot de Eerste Wereldoorlog. Thomas Mann, om een invloedrijke poëtische figuur te noemen, was bijvoorbeeld verheugd bij het aanbreken van die oorlog. Hij meende dat idealisme, heldenmoed en romantiek zouden herleven! Maar de realiteit bleek neerslachtig, bleek te bestaan uit loopgraven, machinegeweren en op je buik in de modder liggen om de kogels te ontwijken.

Industriële wapens maakten de oorlog tot een mechanische slagenwisseling waarin het individu, hoe dapper ook, geen bepalend verschil kon maken. De dominantie van economie en techniek bleken verzekerd boven de heroïsche inspanningen van het individu. Dit trauma van het verscheurde Europa verklaart waarom de huidige EU-elites zich zo makkelijk verliezen in utopieën.

Kunstmatig optimisme

Het defaitisme wat toen bij de culturele elite is ingezet, werkt feitelijk nog door. Het is één en al omdenkpoging om het pessimisme over techniek en cultuur geforceerd om te zetten in optimisme. Precies zoals de opgewektheid van bekeerde predikers overdreven blijmoedig en geforceerd optimistisch overkomt. Om aan dit gevoel van verslagenheid te ontsnappen zijn de elites weer religieus gaan denken – precies zoals Eppink omschreef en precies zoals iedere opwekkingsbeweging een antwoord moet bieden op een uitzichtloze situatie. Een situatie zoals Houellebecq in Soumission schetst: een murwgebeukt en futloos Europa heeft migranten nodig uit driftige culturen om de schwung er weer in te krijgen.

Het progressieve eenzijdige toejuichen van cultuurvermenging – en het daarbij wegkijken van de gevaren – heeft religieuze wortels. Het Westen denkt christelijk-Hegeliaans: een conflict is een periode waar we doorheen moeten om tot nadere verbroedering te komen. Een conflict is een historische fase, een groeipijn die voorbijgaat. Uiteindelijk komen we uit bij een universeel wereldtribunaal dat der ewigen Frieden vastlegt. Het liberalisme hervormt via concurrentie; het socialisme via herverdeling. Rechtsom of linksom: alle Menschen werden Brüder.

Clash of Civilizations

Echter met het ontstaan van de PVV brak een nieuw denkraam aan. Volgens de PVV zijn Europa en de islam inherent onverenigbaar: ze zullen altijd op gespannen voet staan en met die strijd moeten we leren leven. Er ligt dus geen ewigen Frieden in het vooruitschiet – leeuwen zullen niet naast lammeren slapen. Sommige groepen, religies, overtuigingen en beschavingen zijn per definitie onverzoenlijk: tussen hen gaapt een onoverbrugbare afstand, een existentiële en afgrondelijke onverzoenbaarheid. Daarmee zullen we moeten leren leven, stelt dit nieuwe denkraam; we dienen de utopische teleologische geschiedsopvatting af te leggen. Die opvatting moet worden “Aufgehoben” – voor wie zich verdiept in speculatieve geschiedstheologie.

PVV en FvD vertegenwoordigen een nieuw paradigma dat het kunstmatige utopiegeloof op de proef stelt. Nu is het zo dat een geloof dat slechts geloof is voor zover dit zich laat rijmen met de ratio, uiteindelijk stopt geloof te zijn. Geloof zwelt aan, wordt vuriger en sterker naarmate geloof zich verder boven empirie en rationaliteit verheft; naarmate het zich onaantastbaar verklaart in een eigen domein: het domein van de wil, van het willen geloven tegen alle weerspraak in. Dit verklaart dan ook het voortdurende wegkijken. Niettemin wordt het hernieuwde geloof van de progressieve elite op de proef gesteld. Door de aanslagen in de Bataclan, door jongeren die hier alle kansen genieten en tóch gaan strijden voor het kalifaat.

Beproevingen zijn noodzakelijk

Het progressieve utopiegeloof is een geloof dat op de proef gesteld moet worden – want zo is het voorspeld. De beproeving is een periode die in het Engels bekend staat als ‘the Great Tribulation’. Deze ‘grote verdrukking’ is een apocalyptische episode die voorafgaat aan de wederkomst van Christus, waarin de mensheid tot het uiterste beproefd zal worden. Dit is nodig opdat de ware gelovigen van de valse worden onderscheiden. Jezus vertelt:

 

“Als jullie berichten horen over oorlog en opstand, raak dan niet in paniek. Die dingen moeten eerst gebeuren, maar dat is nog niet meteen het einde. Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en koninkrijken zullen de strijd aanbinden. Er zullen zware aardbevingen komen en hongersnoden en epidemieën alom – er zullen aan de hemel verschrikkelijke tekenen verschijnen.” (Lucas:21)

 

Ook vertelt Jezus hoe zijn volgelingen aan gouverneurs zullen worden uitgeleverd: hun overtuiging en loyaliteit zullen tot het uiterste worden beproefd. Hij benadrukt hoe belangrijk het is dat ze juist op dat moment hun geloof behouden en erin moeten volharden. De parallellen met het denken van neem nu Frans Timmermans zullen duidelijk zijn. Steeds als er signalen zijn dat de globalisering toch niet soepel verloopt – bijvoorbeeld waar blijkt dat enclavevorming en terrorisme samenhangen met migratiestromen en open grenzen – dan wordt gesproken in bezwerende beelden over het hebben van vertrouwen en het niet toegeven aan angst.

Theologie versus empirie

Op dat moment is hij niet anders dan de zeloot die tegen de gouverneur getuigt van de wederkomst van zijn verlosser; de zeloot die de morele plicht heeft om de ratio niet toe te laten. Want ratio is twijfel, en twijfel is afvalligheid. Het rotsvaste geloof van de gutmensch dat het allemaal goedkomt met bijvoorbeeld multiculturalisme en migratie is dan ook een theologische overtuiging – dit met verstand en feiten tegenspreken heeft dan ook geen enkele zin. Verstand en feiten hebben betrekking op de echte wereld en die valt buiten de sfeer van de theologie. Ik heb het all eerder geconstateerd: hierom moeten we ons emanciperen van de logos, van het argument.

Steeds wanneer er een aanslag plaatsvindt voelt de gutmensch dat hij op de drempel naar de eindtijd staat, naar de verlossing, de grote verzoening en het heil, en dat hij van zijn progressieve overtuiging moet getuigen om te worden toegelaten. Brexit, Trump, Oekraïne-referendum, het sterkt allemaal deze overtuiging dat er een beproeving gaande is – wankelt niet!

Voortekenen van ‘de grote verzoening’

Je moet nog nét even verder volharden in het geloof, is steeds de boodschap. Deze ‘onheilspellende voortekenen’ zijn eigenlijk indicaties dat het spoedig beter zal gaan. Het is nu even moeilijk, maar het komt goed, de verlossing, het paradijselijke ‘einde van de geschiedenis’ is er al bijna, nog even volhouden. Hun denktrant volgt een profetie waarin er een grote verzoening in het verschiet ligt – zodoende is deze redeneertrant onverenigbaar met wat Samuel Huntington stelde over de Clash of Civilizations.

Het is het evangelie in een ontkerkelijkt jasje: progressieve utopisten lezen juist voortekenen van de naderende ‘grote eenwording’ in de globalisering, zoals ze die ook lezen in de technieken van het internet. Zo rond 2000 namen ze immers aan dat de komst van het internet gestalte zou geven aan een nieuw topisch ideaal van gemeenschapsvorming en politieke participatie. Geen seconde stonden ze erbij stil dat het internet onverzoenlijke groepen met onverzoenbare wereldbeelden zou kunnen scheppen, net als in de offline wereld. Sterker nog ze denken dat de technologieën van de globalisering, zoals nieuwe communicatietechnieken, het internet en snelle transportvoertuigen, het ‘einde van de geschiedenis’ naderbij brengen.

Iedere nieuwe aanslag is voor hen weer een verdere beproeving om het kaf van het koren te scheiden. Houdt hoop – de verlossing ligt om de hoek.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens