Opinie

Vrijheid van meningsuiting cartoonisten in Nederland wel degelijk beknot door rechter

30-10-2017 11:58

Het is niet ver gezocht om het minder, minder, minder-optreden van Wilders op te vatten als een sketch. De politiek zit vol met sketches. Bij de minder, minder, minder-sketch galmt bij mij altijd Joseph Goebbels’ “Wollt ihr den totalen krieg?”, inclusief het daarop volgende gejuich door mijn hoofd. Ik ben overigens niet de enige die deze associatie heeft. Je zou kunnen zeggen dat Wilders een historisch beeldmateriaal dat iconisch is geworden voor het nazisme, voor eigen gebruik kaapte. Deze verwijzing naar Goebbels’ redevoering, is misschien wel de echte reden waarom er zoveel werk is gemaakt van de aanklacht tegen Wilders. Van de rechtszaak die op de aanklacht volgde, en die komende maanden in hoger beroep behandeld gaat worden, wordt gezegd dat deze het aanzien van onze democratische samenleving kan veranderen.

Veel minder ophef bracht de rechtszaak naar aanleiding van de videoclip Oh Sylvana teweeg. De rechtszaak trok in vergelijking met de clip zelf weinig aandacht. Iedereen legde zich neer bij het oordeel. Hier geen beschuldigde die zich met hand en tand tegen veroordeling verzette. Toch hebben beide zaken opvallende overeenkomsten. Ook in de zaak van Oh Sylvana is door het gebruik van een historisch tafereel dat iconisch is geworden verontwaardiging ontstaan en is het tot een rechtszaak ingekomen.

Ook bij de clip is er sprake van een dan wel niet sketchmatige maar dan toch, laat ik zeggen, cartooneske omgang met een historisch beladen en iconisch geworden beeldmateriaal. Bovendien heeft ook deze rechtszaak het in zich dat zij de samenleving verandert doordat zij ingrijpt in de vrijheid van meningsuiting, meer specifiek: de vrijheid om je mening via beelden te ventileren. Verschil is dat in dit geval van de clip niemand in de gaten heeft dat de samenleving door de veroordeling verandert. Niemand? Nee, een klein Nederlandertje blijft moedig weerstand bieden aan inperking van de vrijheid om door middel van verbeelding je mening te uiten.

Being John Malkowich

De 37-jarige Marcel K. uit Kudelstaart maakte een alternatieve clip voor het carnavaleske liedje Oh Sylvana van Rob van Daal. Op 18 mei is hij veroordeeld voor ‘eenvoudige belediging’, ‘bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht’, ‘zich in het openbaar opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras’, en ‘in het openbaar aanzetten tot discriminatie van mensen en gewelddadig optreden’. Dat klinkt zwaar. Hij kreeg een taakstraf van 80 uur.

Door het voorval is Marcel (ik gebruik zijn voornaam, omdat ik zijn achternaam niet ken, en omdat ik hem ook niet voortdurend als een verdachte wil wegzetten) ook zijn baan kwijtgeraakt. Ondanks de veroordeling is de bewuste clip nog steeds via GeenStijl te bekijken. Mijn inschatting vooraf was dat Marcel zou worden vrijgesproken. Dit omdat ik zijn clip niet bedreigend en niet discriminerend acht. Hoe ik tot die conclusie kom zal ik in het navolgende beargumenteren. Dat mijn voorspelling geen waarheid is geworden kan natuurlijk betekenen dat mijn argumentatie niet klopt. Het kan echter ook betekenen dat ik het goed zie, maar dat de rechtbank zich vergist heeft.

De clip is eigenlijk een aaneenschakeling van stilstaande beelden waarop telkens een foto van Sylvana Simons’ gezicht is geplakt, ter vervanging van het gezicht van een afgebeelde persoon. Simons’ hoofd wordt daardoor in diverse contexten geplaatst. Het betreft hier een aloude collagetechniek. De uitvoering is simpel en komt daardoor amateuristisch over.

Toch is Marcel redelijk bedreven in de omgang met beeldmateriaal. Hij weet bepaalde effecten te bereiken. Bijvoorbeeld, het feit dat op één afbeelding meerdere keren dezelfde foto van Simons’ gezicht zichtbaar is, heeft een enigszins hallucinant effect. Het doet mij denken aan de film Being John Malkovich. In die film heeft op een gegeven moment iedereen het hoofd van John Malkovich. In deze film is het hallucinante effect van deze aanpak overduidelijk. Simons’ gezicht is geplakt op foto’s van zwarte mensen in een Afrikaanse tribale context, op zwarte pieten bij foto’s van Sinterklaasfestiviteiten, op zwarte personages uit tekenfilms. Haar gezicht is ook geplakt op de negroïde slachtoffers van lynchpartijen door de Ku Klux Klan in het toen nog gesegregeerde zuiden van de Verenigde Staten. Daartoe zijn tweetal zwart-wit foto’s gebruikt. Eén van een gelynchte persoon aan een boom, één van twee gelynchte personen, te midden van blanke omstanders.

‘Nu nog zwarter’

Je kunt het beeld van de opgehangen Simons natuurlijk opvatten als: Sylvana Simons moet opgehangen worden. Je interpreteert de collages dan zo dat, wat getoond wordt, dient te gebeuren. Ik noem dat gemakshalve de letterlijke interpretatie, hoewel ik begrijp dat ook deze interpretatie, strikt genomen, allerminst letterlijk is. Bezien vanuit deze letterlijke genoemde interpretatie, komt de kijker er niet onderuit de betreffende collages op te vatten als bedreiging met, of oproep tot geweld. Gezien de veroordeling van Marcel, is dat ook de wijze waarom de rechtbank de collages opvat.

Dat is evenwel niet de interpretatie die zich bij mij opdringt. Mijn allereerste reactie bij het zien van de betreffende collages in de clip was: moet dit nou? Ik ervoer het als ongepast om foto’s van lynchpartijen, in een lollige context begeleid door carnavalsmuziek, te plaatsen. De tegenstelling was naar mijn smaak veel te fors aangezet. In tweede instantie echter herinnerde ik mij een artikel over Simons, waarvan ik me, vreemd genoeg, niet meteen realiseerde dat ik het zelf geschreven heb. Via dat artikel nu, meen ik beter te begrijpen wat, bewust of onbewust, de achterliggende boodschap van de clip is.

Het artikel gaat erover hoe Simons haar identiteit als gediscrimineerde zwarte jarenlang heeft uitgedragen en gecultiveerd. Ze heeft deze identiteit uitgedragen via een reclamefilm voor Radio 6 met als slagzin ‘Nu nog zwarter’, maar ook via haar werk voor Radio 6, een radiozender die is vormgegeven als een nostalgische replica van zwarte radiozenders ten tijde van gesegregeerd Amerika. Simons zoekt dus racistische connotaties rond haar persoon op, was mijn conclusie. Ook bij haar kandidatuur voor Denk en vervolgens haar lijsttrekkerschap voor Artikel 1 trekt Simons telkens de etnische kaart door zich op te stellen als een lotgenoot die discriminatie bestrijdt.

Zelfverkozen slachtofferschap op de hak nemen is niet racistisch 

Als nu in de clip Oh Sylvana Simons wordt geassocieerd met zwarten en met slachtofferschap, dan wordt daarmee uitgebeeld welk beeld Simons van zichzelf uitdraagt. Bezien als een expressie van Simons’ uitgedragen zelfbeeld in een collage, kan de clip moeilijk als bedreiging worden bestempeld. Ik zie geen bedreiging, maar een karikatuur van het slachtofferschap dat Simons zelf opzoekt. Ik meen dan ook dat de rechtbank, in het kielzog van de media, te overhaast en te onnadenkend tot de conclusie is gekomen, dat hier sprake is van bedreiging. Op basis van de uitspraak ontstaat bij mij de indruk dat de rechtbank weliswaar goed heeft gekeken naar wetteksten, maar weinig werk heeft gemaakt van een analyse van het beeldmateriaal van de clip. De rechtbank is niet verder gekomen dan wat ik de letterlijke interpretatie van de clip heb genoemd en is op basis van die letterlijke interpretatie het wetboek ingedoken. Nergens valt uit af te leiden dat die letterlijke interpretatie im frage gestelt is.*

Behelzen de collages soms een bagatellisering van de lynchpartijen? In dat geval kun je de clip als een aansporing tot geweld zien. De boodschap is dan: mensen lynchen vanuit racistische motieven is zo erg nog niet. Zo interpreteert de rechtbank de betreffende collages met de twee zwart-witfoto’s als ze schrijft: “Uit de inhoud van de film kan de boodschap worden afgeleid dat het lynchen van negroïde personen toelaatbaar is.”
Dat lijkt me echter niet de boodschap de clip. Essentieel voor de boodschap is dat juist portretten van Simons op de slachtoffers zijn geplakt. Waar de collages de draak mee steken, is de vereenzelviging van Simons met slachtoffers van racisme. De boodschap is dat Simons zich maar al te gemakkelijk tooit met het lot van slachtoffers van racisme. Met die boodschap kun je het vervolgens eens zijn, of niet. Op zich is dit evenwel geen discriminatoire boodschap. De maker van de clip spot enkel met het gedrag van Simons, met hoe Simons haar huidskleur inzet als wapen in de strijd. Hij spot niet met haar huidskleur.

Cultuur is net kunst

Marcel betoont spijt over de clip: “Ik ben wat gaan knutselen en heb er niet goed over nagedacht”, en “het filmpje was bedoeld als flauwekul; dit was nooit mijn bedoeling”.
Tegelijkertijd geeft hij aan dat de Zwarte Piet-discussie hem aan het hart ging. Marcel zegt dat het zeker niet zijn bedoeling was te bedreigen of te discrimineren. Wat dan wél zijn bedoeling met de clip was, weet hijzelf ook niet precies; hij weet het tenminste niet precies te verwoorden.

Dat lijkt misschien ongeloofwaardig, maar is normaler dan je zou denken. In de kunst bijvoorbeeld, is het heel gewoon dat kunstenaars maar heel beperkt in staat zijn hun eigen werk te duiden. Sterker nog, een kunstenaar die maar al te gemakkelijk wél daartoe in staat is, is wellicht geen goede kunstenaar, want onvoldoende in staat onbewuste, creatieve processen onbelemmerd hun werk te laten doen. Zijn werk is zogezegd te bedacht. Zonder te willen zeggen dat de clip, vanwege een zekere mate aan onbewustheid, dús kunst is, meen ik wel dat, net als in de kunst, ook in cultuur allerlei processen een onbewuste component hebben. Veel gaat zogezegd op de automatische piloot. Bewuste en onbewuste processen interfereren met elkaar. Zin en bedoeling zijn daardoor niet altijd vooraf bedacht maar sluipen er al doende in. Dat heeft tot gevolg dat ook in het werk van een amateur een onbedoelde betekenis kan insluipen.

Ten aanzien van Oh Sylvana zie ik die onbedoelde betekenis in de in de clip vervatte kritiek op de vereenzelviging met racisme door Simons. Vergezocht is die onbedoelde betekenis allerminst. Het is eerder zo dat die betekenis te dichtbij ligt: zo dichtbij dat je deze over het hoofd ziet Dat is de reden waarom Marcel daar niet de woorden, maar wel de beelden voor had. Beelden die vervolgens hun doel missen, enerzijds omdat de uitwerking van de clip te wensen overliet, anderzijds omdat veel kijkers de onbevangenheid om de achterliggende bedoeling te willen zien, niet konden, of niet wilden opbrengen.

Wat zegt een foto?

Frappant is dat de boodschap enorm versterkt wordt, doordat Marcel, toevallig of niet, een iconische foto gebruikt. Ik bedoel de foto van twee gelynchte negers te midden van een menigte blanken. Ook kunstenaars gebruiken iconische beelden om op voort te borduren. Door kunstcritici zijn dol op een dergelijk voortborduren, wellicht omdat het hen houvast biedt bij de interpretatie van kunstwerken. Opvallend aan de foto van het tweetal gelynchte personen is dat de blanken er nogal ontspannen bij staan. Dat ze zo ontspannen ogen, wil niet zeggen dat ze het eens zijn met de lynchpartij. De foto suggereert dat de omstanders aanwezig zijn bij de lynchpartij, maar dat is zeker niet het geval. In dat geval zouden al die omstanders veroordeeld kunnen worden wegens medeplichtigheid. Of ze zouden toch op zijn minst als getuigen de daders moeten kunnen aanwijzen. Waarschijnlijker is dat de lynchpartij zonder publiek heeft plaatsgevonden en dat de mensenmenigte zich pas gevormd heeft nadat de gelynchten aangetroffen zijn, op een moment dat de daders allang verdwenen waren. Misschien waren de omstanders in eerste instantie verbouwereerd en ontdaan, maar staan ze er ten tijde van de foto al een uur of zo. Ze ontmoeten ter plekke allerlei buurtgenoten met wie dan, ondanks alles, gezellig een praatje wordt gemaakt.

Ik heb dat zelf eens meegemaakt toen door een storm een boom op de voor mijn woning geparkeerde auto was gevallen. In eerste instantie toonde eenieder zich ontzet, maar binnen enige tijd was het eigenlijk een gezellig buurtsamenzijn geworden. Als dan foto’s gemaakt worden, wordt gelachen naar de fotograaf. Die lach wordt misschien ook nog versterkt doordat de fotograaf dat, zoals niet ongebruikelijk,  uitlokt. Eén persoon denkt dan grappig te zijn, door naar de gelynchten te wijzen. Misschien is zijn grap wel: zorg dat zij ook op de foto komen…

Natuurlijk ken ook ik niet de precieze toedracht van de in de collage gebruikte foto. Wat ik echter wil duidelijk wil maken, is dat de betekenis die aan een iconische foto wordt verleend bepaald niet één op één hoeft samen te vallen met de toedracht van de foto: vaak juist niet. Volgens mij is de foto daarom zo iconisch omdat ze suggereert dat een heldere lijn te trekken valt tussen leven, blank, en dader enerzijds en dood, zwart en slachtoffer anderzijds. De foto lijkt zo de segregatie indertijd messcherp in beeld te brengen.

De ontspannen dood

Nog een laagje dieper kun je zeggen dat juist de dood van de gelynchte neger en negerin een ontspannen samenzijn met blanken pas mogelijk maakt. De dood staat hierbij, behalve voor gebroken verzet, ook voor ultieme ontspanning. Als ik me niet vergis heb ik ten tijde van de Balkanoorlog eens een foto gezien van een kistje met daarin drie pas afgehakte hoofden. Het verzet van deze drie personen was overduidelijk gebroken. Het was natuurlijk een gruwelijk beeld. Wat mij echter aan het beeld fascineerde, was hoe ontspannen die gezichten er uit zagen. Het leek wel of ze in diepe meditatie verzonken waren. Zo ontstond bij mij de idee dat dood ultieme ontspanning is.

In sociaal verband is ontspanning echter een probleem. We drinken bijvoorbeeld alcohol om in gezelschap te kunnen ontspannen. We ook vaak lachen in gezelschap om te kunnen ontspannen. Wat de foto van de twee gelynchten nu laat zien is, een ontspannen samenzijn van blanke omstanders en twee gelynchte zwarten. De blanke omstanders ontspannen zich door te lachen. De gelynchte zwarten ontspannen zich door dood te zijn. Hoe dan ook, als ene Marcel uit Kudelstaart, toevallig of niet, nu juist deze iconische foto gebruikt om de gezichten van Simons op te plakken, dan explodeert de moeilijk te achterhalen maar desondanks uiterst geladen betekenis van de foto, opnieuw in de ogen van de kijker.

Cartooneske verbeelding niet in woorden te vatten

De clip in combinatie met het lied van Rob van Daal verraadt een humoristisch bedoelde stijl. Ik noem het een cartooneske stijl. Eigen aan die stijl is dat gewelddadigheid met een korreltje zout dient te worden genomen. Denk bijvoorbeeld aan de honderdduizenden levens van Tom en Jerry: Tom stort in een onpeilbare diepte. Jerry wordt meermaals verpletterd door een hamer. Beiden herstellen zich binnen de kortste keren, en de kijkertjes lachen zich een deuk. Ook in politieke cartoons zie je schepen met man en muis vergaan, mensen met huid en haar verorberd worden, koppen rollen door gebruik van guillotine en bijl. Alsof het allemaal niks is. Vaak gaat het daarbij om politici, of anderszins bij het publiek bekende personen. Toch worden dergelijke cartoons niet als bedreigend opgevat, zelfs niet door de afgebeelde personen. Ook rechters en aanklagers zijn meestentijds niet geneigd dergelijke cartoons op te vatten als oproep tot moord en doodslag.

In het kader van de bedreiging van Kurt Westergaard en de aanslagen op Charlie Hebdo zou je hopen dat het recht om cartoons te maken juist wordt verdedigd. Dan is het toch vreemd dat de rechtbank het cartooneske karakter van de clip met Sylvana Simons niet onderkend. Krijgen amateurcartoonisten soms niet de ruimte die beroepscartoonisten wel krijgen? Dit terwijl het cartoonisme, met haar karikaturale en hallucinante fantasieën, van origine een volkskunst is. Ik zie twee mogelijkheden: óf de rechtbank meet met twee maten en kent beroepscartoonisten meer vrijheid van meningsuiting toe dan amateurcartoonisten, óf de rechtbank beperkt met haar uitspraak de vrijheid van meningsuiting van álle cartoonisten. Ik denk het laatste.

VvMU

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens verkondigt dat de vrijheid van meningsuiting niet alleen opgaat “voor opvattingen die in de samenleving op breed draagvlak kunnen rekenen, maar ook, juist, voor die opvattingen die shockeren, kwetsen of verontrusten”.
Wat Marcel ertoe bracht de clip te maken, was dat met de Zwarte Pieten-discussie het sinterklaasfeest verziekt dreigt te worden. Via de clip wilde hij inhaken op deze discussie waarbij hij Simons terecht identificeerde als opponent. Hij leverde zijn bijdrage niet via woorden en argumentaties, maar via cartooneske verbeelding. Juist het feit dat cartooneske verbeelding niet één, twee, drie in woorden om te zetten is bepaalt haar unieke karakter, en haar bestaansrecht, ook in de serieuze journalistiek.

De rechtbank echter meent het beter te weten: “De uitlating van de verdachte kan niet worden beschouwd als een bijdrage aan het maatschappelijke debat”, en “enige inhoudelijke bijdrage aan enige discussie is in de film niet te ontdekken”.
Hier wreekt zich dat de rechtbank deze zaak samen met 21 andere zaken heeft aangebracht, waarbij het in alle andere zaken ging om woordelijke uitingen. Binnen die maalstroom stelt de rechtbank zich niet op de hoogte van wat in het cartooneske genre zoal gebruikelijk is en interpreteert ze de beelden al te letterlijk. Met haar uitspraak verkleint de rechtbank de speelruimte voor cartooneske verbeelding. Ook de Kurt Westergaards en de Charlie Hebdo’s van deze wereld moeten nu op hun tellen passen. Wie hier het meeste garen bij spinnen, laat zich raden.

 

* Het niet afwijken van de letterlijke interpretatie van een cartoon, speelde onlangs een belangrijke rol in het feit dat de 24-jarige ondervoorzitter van jong N-VA Dylan Vandersnickt vanwege een geposte cartoon uit de N-VA is gezet. Het gaat hierbij om een cartoon waarin de afgebeelde mensen slachtoffer zijn van hun eigen idealen. Als voorstanders van een ruimhartig vluchtelingenbeleid wordt de een (een vrouw) door een verbeelde vluchtelingenhorde verkracht (verwijzing naar aanrandingen in Keulen) en de ander (een man) onthoofd (verwijzing naar terreuraanslagen door ISIS). Hoewel Vendersnickt in het televisiepraatprogramma ‘De Afspraak’ beargumenteerde dat hetgeen in de cartoon werd afgebeeld diende als waarschuwing voor de consequenties van ruimhartig beleid, en dat hij juist niet wilde dat dit zou gebeuren, bleef menigeen vasthouden aan een letterlijke interpretatie. Nadien zijn de aanhoudende aantijgingen Vendersnickt teveel geworden, en heeft hij, begin oktober, zelfmoord gepleegd.