Opinie

‘De boer als zondebok van de samenleving’

12-10-2017 20:53

Sylvain Ephimenco schreef afgelopen dinsdag in Trouw een bewogen column over zelfmoord onder boeren. In een jaar tijd hebben zeshonderd Franse boeren zichzelf van het leven beroofd, naar het schijnt. In Nederland worden geen statistieken bijgehouden maar in Duitsland en België zijn de cijfers vergelijkbaar. Boeren zijn volgens Ephimenco de zondebokken van een samenleving die hen ziet als milieuvervuilers en dierenbeulen. Er is een groot gebrek aan waardering en er is de eenzaamheid, de zware arbeid en de financiële malaise. “Het is een wrede paradox: mensen die zich kapot werken om ons van voedsel te voorzien, gaan dood in stilte, omringd door onze ijskoude onverschilligheid.”

Het toeval wil dat ik van boerenafkomst ben, van zowel vaders als moeders kant, en zelf ook nog even geboerd heb. Maar er staan me geen zelfmoordverhalen bij dus ik nam contact op met een vriend en oude compagnon, Rinus genaamd, die een akkerbouwbedrijf heeft onder de rook van Lelystad. Ik whatsappte de column en vroeg hem wat hij ervan vond. ‘Tja, daar word je even stil van,’ schreef hij terug, ‘Maar ik heb even geen energie om een passende reactie te geven.’

Boeren als nazi’s en kampbeulen

Kijk, daar heb je het al. Rinus heeft de laatste weken aardappelen, bieten, uien en wortelen gerooid en dat is een aanslag op het gestel. Hij voegde hij er wel aan toe dat hij de column door ging sturen naar een bevriende filosofie-docente, een dierenvriend, zo begreep ik later, die boeren nog wel ’s uit wil maken voor nazi’s en kampbeulen. Ik schreef hem dat hij over de column maar even na moest denken, dan kon ik er misschien een stukje over schrijven, dat was ik aan mijn boerenstand immers wel verplicht. Hij antwoordde: ‘Aan mijn woorden is toch geen touw vast te knopen.’ U ziet, het zelfvertrouwen van boeren houdt niet over, alhoewel het waarschijnlijk gewoon een woordspeling was.

De volgende dag sprak ik hem telefonisch en vroeg ik of hij veel zelfmoordverhalen kende. Dat viel wel mee, zei hij. Hij kon zich er uit Flevoland drie herinneren. Een boer in Biddinghuizen twee jaar geleden, een overgevoelige man, en twee boeren in de buurt van Lelystad die er een einde aan hadden gemaakt, een jaar of twintig geleden, om redenen van algehele ellende. Verder was er een boerenzoon uit Swifterbant die aardappelhandelaar was geworden en zich daarna had opgeknoopt, maar dat was dus geen boer dus dat telde niet mee. Nee, epidemische vormen had het nog niet aangenomen. Maar wat niet is, kan nog komen, zei hij, de aardappelprijzen zijn dramatisch slecht dit jaar, en de prijzen voor wortelen, uien, bieten en tarwe zijn ook historisch laag. Dit moest niet een paar jaar zo door gaan. En de melkprijs was ook beroerd, tot begin dit jaar. En van dat gebrek aan waardering, dat klopte ook. Op handen gedragen worden ze niet, de boeren. Hij had inmiddels wel een reactie gekregen van zijn filosofie-docente; ze was een beetje ontroerd en aangedaan. Dus dat gaf de mens weer moed.

Haatcampagne

Ik keek eens op Facebook naar de reacties op de Trouw-pagina, onder het artikel van Ephimenco. Eén reactie sprong in het oog, van ene Evina de Graaf. “Onverschillig?” schreef zij, “Integendeel, ik koester juist heel sterke gevoelens voor allerlei boeren. Geen warme, dat is dan weer sneu.” De zelfmoord van boeren leek deze mevrouw dus eerder te verblijden dan te ontroeren. Hoe komt iemand erbij zoiets te schrijven? Op haar Facebookpagina ziet zij er heel normaal uit. Een vrouw van middelbare leeftijd, die ‘gastvrouw’ is bij drie musea. Wel valt op dat ze allerlei dieren-activistische berichten heeft gedeeld. Een echte dierenvriend dus. Maar waarschijnlijk nog nooit bij een veehouder in zijn stal of op de wei geweest. En voor het gemak neemt ze de akkerbouwers en fruittelers maar even mee in haar haatcampagne. Allemaal één pot nat, tenslotte, die boeren.

Het schijnt dat we met het nieuwe kabinet weer eens een minister van landbouw krijgen. Misschien dat die minister werk kan maken van het straffen van haatdragende dierenactivisten. We hoeven ze niet meteen op te knopen of onder te ploegen, maar een heropvoedingscursus, dat moet er toch inzitten.

Opdat, nog in de laatste voor
Ik weten mag dat mij uw doel verkoor
Te zijn een ernstige ploeger op de landen
Van een te worden schoonheid; eenzaam tegen
Der eigen liefde dalend avondrood
Die ziet beneden aan de sprong der wegen
De hoeve van zijn deemoed, en het branden
Der zachte lamp van een gelaten dood

(Uit: De Ploeger, van A. Roland Holst)

Dit artikel verscheen eerder op het blog van Jaap Plaisier.
Beeld: Vincent van Gogh [Public domain], via Wikimedia Commons.