Opinie

Waarom die sleepnetwet écht van tafel moet

09-10-2017 21:54

De zogenoemde ‘sleepnetwet’ oogstte tot voor kort veel gefronste wenkbrauwen. Er was aanvankelijk nauwelijks interesse, en alles leek erop dat dit slechts een van de honderden wetsvoorstellen zou worden, die door het parlement waren behandeld. Maar dat liep toch even wat anders.

Deze Wet op de inlichtingen –en veiligheidsdiensten werd door de Eerste Kamer op 11 juli 2017 goedgekeurd. De redenering hierachter was dat de huidige wetgeving veroudert was, en daardoor niet genoeg bescherming meer bood tegen gevaren als terrorisme.

Referendum

Maar lost deze wet eigenlijk wel iets op? Dat wordt betwist. Volgens vijf studenten die studeren aan de Universiteit van Amsterdam is deze wet niet een middel tot bescherming, maar vormt deze wet juist een uitholling van de fundamentele grondrechten van burgers. In het bijzonder, het recht op privacy.

Daarom streven ze naar een referendum, als redmiddel om de politiek terug te fluiten en deze wet te schrappen.

Aangezien het heel erg waarschijnlijk is dat dit referendum er gaat komen, is het belangrijk te weten waarom men massaal ‘nee’ moet stemmen. We moeten als burgers niet onverschillig blijven, maar opstaan, en onze rechten  verdedigen. Deze wet laat zien dat het parlementair systeem kan falen, en dat wij als het volk, een middel moeten hebben om dat te corrigeren.

Rechtsstaat

Ten eerste is het evident om de rechtsstaat te noemen. De rechtsstaat is namelijk een compromis tussen twee uiteenlopende visies. Politiek filosofen als Hobbes en Bodin vonden dat de soevereine staat de orde en rust moest handhaven. Anarchie was hun schrikbeeld, en daarom moet de staat genoeg middelen hebben om het gezag te waarborgen. In hun ogen was het recht dus een instrument van de staat – hieruit is het principe van geweldsmonopolie afgeleid.

Een tweede visie staat daar lijnrecht tegenover. Er wordt beredeneerd dat een te grote machtsconcentratie bij de staat de kans op willekeur en tirannie te groot zou maken. De overheid zou haar macht kunnen gaan misbruiken, en daarom moet er een veiligheidsventiel worden ingebouwd, die burgers beschermd tegen de macht van de staat – deze gedachte vormde de basis voor de trias politica.

De rechtsstaat probeert beide elementen te vatten, waardoor er een soort conflictueus evenwicht is ontstaan. In andere woorden: er is altijd een dilemma tussen de rechtsbescherming van de burger en handhaving van de rechtsorde – dat wil zeggen de bestrijding van criminaliteit.

Conflictueus evenwicht

Maar de ‘sleepnetwet’ past niet binnen dit conflictueuze evenwicht. Er is altijd wel sprake van enige spanning, daardoor zal de politieke afweging van zulk soort wetten altijd lastig zijn – maar deze ‘sleepnetwet’ slaat weinig acht op dit fragiele dilemma. Het beschermen van de rechtsorde wordt duidelijk zwaarder gewogen dan de grondrechten van de burger. Er verschuift macht van de burger naar de staat, waarmee de kans op misbruik – tirannie en willekeur – toeneemt. Datgene waar Montesquieu en Locke zo voor vreesden. Daarom is deze nieuwe wet vanuit rechtsstatelijk oogpunt niet wenselijk.

De sleepnetwet geeft een dienst als de AIVD veel meer bevoegdheden. De reden dat de Wet op de inlichtingen –en veiligheidsdiensten zo wordt genoemd is omdat online communicatie rondom een verdacht persoon massaal mag worden afgeluisterd. Dat houdt in dat er een enorme hoeveelheid data wordt verzameld, net zoals een sleepnet dat doet in de zee.

Maar is meer data wel de oplossing? Het is in feite nu al zoeken naar een speld in een hooiberg en met deze nieuwe wet wordt daar alleen nog maar meer hooi bijgegooid.

Farce

Als tweede argument tegen de sleepnetwet kunnen we daarom aanvoeren dat deze wet niet gaat functioneren. Wie denkt aan de veiligheid handhaven, komt van een koude kermis thuis. Want is het niet zo dat de dader vaak al bekend was? Dat we na een aanslag horen “we hadden de dader in zicht”. Met daarna vervolgens vol wroeging “maar we hadden geen bewijs om hem vast te kunnen zetten”. Is dit niet het ware probleem wat moet worden aangepakt?

Meer data is dus een farce, we moeten toe naar een wet die de staat de mogelijkheid geeft om een verdacht person sneller vast te mogen zetten, in plaats van onschuldige burgers massaal af te luisteren.

Opslaan van data

Ten derde is het opvallend hoe lang de gewonnen data, volgens de sleepnetwet mag worden opgeslagen. Drie jaar, terwijl dat in landen om ons heen slechts vier tot zes maanden is. Denk eens daar eens aan. Dat alles wat we doen, hoe we ons online uiten – drie jaar kan worden bewaard. Welke impact dat heeft op ons dagelijks leven? Constant gluurt er iemand mee met elke zin die we schrijven, iedere site die we openen.          Zijn we ons eigenlijk wel bewust wat dit allemaal voor ons betekent? Hoe dit ons gedrag gaat beïnvloeden? Dit zijn vragen waar we nog geen debat over hebben gehoord.

Voorstanders zullen er desalniettemin op wijzen dat wordt ingespeeld op angst om de wet zwart proberen te maken. Als het namelijk duidelijk wordt dat de verzamelde informatie niet gerelateerd is aan een verdacht persoon, dan moet deze informatie meteen worden gewist.

Cyberaanvallen

En dat is waar. Maar het probleem is dat er in de nieuwe wet de formulering ‘onlosmakelijk verbonden’ staat. En zo komen we bij het laatste argument, en dat gaat wat meer concreet in op de tekst die wordt gebruikt. Er is te veel onduidelijkheid. En door die vage forumleringen, kan de wet in praktijk breed worden opgerekt, waarmee de bevoegdheden kunnen worden misbruikt uit het oogpunt van ‘dit is onze interpretatie’.

Een duidelijk kader – met duidelijke omschrijvingen – is daarom nodig. Juist om dat gevreesde misbruik te voorkomen.

De voorstanders zullen bovendien wijzen op cyberaanvallen die dan beter kunnen worden bestreden en dat de minister eerst toestemming moet geven terwijl er een onafhankelijke toezichthouder meekijkt. Maar wie garandeert ons dat de overheid onze persoonlijke gegevens goed beschermt? Het ICT-falen bij de overheid is algemeen bekend, om nog maar te zwijgen van eventueel misbruik uit politieke overwegingen. Macht corrumpeert, en we moeten regeringen niet de verleiding bieden om allerlei gegevens over hun kiezers te verzamelen.

Rode potlood

Samenvattend zitten er forse haken en ogen aan deze ‘sleepnetwet’. Een referendum hierover is een stok achter de deur, een middel voor ons, als burgers, om de politiek tot de orde te roepen.

Deze ineffectieve wet moet van tafel. En niet alleen vanuit moreel gedreven, en rechtsstatelijke beschouwingen – maar ook concreet: data die drie jaar mag worden bewaard, en forumleringen die vaag en onduidelijk worden gebruikt.

Op 21 maart gaan we stemmen. Wellicht is het de laatste keer dat wij van ons kunnen laten horen in een referendum. Vergeet dat niet, en verwijs deze ‘sleepnetwet’ met uw rode potlood finaal naar de politieke vuilnisbelt – waar deze wet thuishoort.