Reportage

Het referendum; als partijen in Den Haag zouden luisteren, is zoiets niet nodig

06-10-2017 14:11

Steun de verslaggeving van Chris Aalberts via crowdfundingplatform Voor de Kunst, voor meer verslaggeving over Haagse en lokale politiek in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Doneer hier.

 

De Haagse tram staat donderdagochtend  vol leerkrachten van een Jenaplanschool uit Zoetermeer. Ze gaan naar Den Haag om actie te voeren voor meer salaris en minder werkdruk. Op Twitter hebben allerlei politici hen al alle steun toegezegd. SP, GroenLinks en PvdA duikelen over elkaar heen om te melden dat de leraren groot gelijk hebben en dat er geld bij moet. Waarom deden ze dan niet mee aan de formatie, vraag je je af. D66 vindt de eisen van de leraren ook heel belangrijk. Inmiddels is uitgelekt dat er in het regeerakkoord een paar honderd miljoen naar het primair onderwijs gaat.

Reken maar eens uit welk verschil dat bedrag per leraar gaat maken en je ziet hoe lachwekkend alle steun voor de leraren is. Het illustreert de moeizame relatie tussen politici en burgers: politici moeten met heel veel zaken rekening houden en kunnen dus niet de hele tijd naar burgers luisteren: zij maken de hele dag afwegingen. Burgers hebben vooral veel wensen en lang niet altijd begrip als er van hun wensen wordt afgeweken. Hogere lerarensalarissen zijn een voorbeeld, net als de uitkomsten van referenda.

Een representatief debat, of iets dergelijks

Op deze actiedag wordt er in Den Haag toevallig een boek gepresenteerd over het referendum. Het heet: Democratische vloek of zegen? Aantekeningen bij het referendum. Het is geschreven door hoogleraar Frank Hendriks en zijn twee promovendi Koen van der Krieken en Charlotte Wagenaar. Aanleiding voor het boek is het Oekraïne-referendum van april 2016: een referendum wat een magische uitwerking heeft gehad op het hele referendumdebat. Sindsdien willen veel mensen – met dank aan alle initiatiefnemers van destijds – van het referendum af. De afschaffing van het raadgevend referendum komt misschien in het regeerakkoord, horen we.

Zoals het academici betaamt, is dit een publieksdebat waarvoor geen deelnemers uit de harde praktijk van het referendum zijn uitgenodigd. Geen Bart Nijman, Jan Roos of Thierry Baudet dus, maar wetenschappers die hun licht laten schijnen over de materie plus een paar politici die zich met referenda bezighouden of hielden: een onbekende oud-CDA-senator, oud-PvdA-senator Ruud Koole en oud-PvdA-Kamerlid Niesco Dubbelboer. Partijen die het meest enthousiast zijn over het referendum als SP en PVV zijn hier in geen velden of wegen te bekennen.

Argumenten uit de oude doos

Met hun boek willen de auteurs duidelijkheid geven over de plaats en betekenis van het referendum in de democratie. Alle aanwezigen prijzen het boek de hemel in, maar de buitenstaander noteert vooral dat er slechts oude argumenten worden gegeven. Aan de positieve kant geven referenda burgers meer verantwoordelijkheid en meer invloed, stimuleren ze het debat, leveren ze een duidelijke beslissing op en houden ze bestuurders scherp, lezen we. Aan de negatieve kant wordt de representatieve democratie ontkracht, zijn referenda soms opportunistisch en een bot instrument.

De meeste sprekers zijn het met de auteurs eens dat referenda een nuttige aanvulling op de representatieve democratie kunnen vormen. Vooral door het uitruilen van standpunten tussen coalitiepartijen ontstaan er inhoudelijke meerderheden die geen meerderheid onder de bevolking hebben. Een referendum kan dit corrigeren. De auteurs noteren dan ook dat referenda in Nederland ‘aan de corrigerende kant’ staan. Nieuw zijn al deze inzichten niet: ze zijn al decennia oud. Het debat is zo saai dat D66-prominent Jacob Kohnstamm halverwege de bijeenkomst de zaal uitloopt. Veelzeggender kan bijna niet.

Toch vallen hier twee inzichten op.

Twee inzichten over referenda

Ten eerste loopt de interactie tussen burgers en politiek steeds meer via maatschappelijke organisaties. Zo zijn de leraren door organisaties opgetrommeld om naar Den Haag te komen. Dat geldt ook voor referenda. Zonder steun van maatschappelijke organisaties en media lukt het sowieso niet om aan de immense eisen voor een referendumaanvraag te voldoen. Dat maakt het referendum een middel met een hele hoge drempel voor burgers. Een individuele burger of kleine groepjes burgers kunnen met dit middel sowieso niks.

Er zijn wel alternatieven. De onbekende CDA-senator vraagt zich af of actievoerders niet meer kunnen bereiken als ze in een eerder stadium bij een fractie in de Tweede Kamer aankloppen. Goed punt: op dat moment kun je nog zaken wijzigen in plaats van alleen ja of nee zeggen. Je hoeft ook niet met duizenden mensen langs te komen.

Maar zouden de demonstrerende leraren van vandaag werkelijk nooit signalen aan Den Haag hebben afgegeven dat er iets mis gaat in het basisonderwijs? En nu er een referendum over de Sleepwet aan lijkt te komen: zou de privacy-lobby werkelijk geen enkele fractie in de Tweede Kamer hebben benaderd? Of zouden die fracties gewoon niet hebben geluisterd?

Steun de verslaggeving van Chris Aalberts via crowdfundingplatform Voor de Kunst, voor meer verslaggeving over Haagse en lokale politiek in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Doneer hier.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens