Reportage

Chris Aalberts in Israël – Het grootste risico op de Golan is nu in een ravijn te vallen

12-07-2017 11:32

De journalisten die met het CIDI door Israël reizen hebben ten westen van het Meer van Tiberias – ook wel het Meer van Galilea – geslapen in een Kibbutz, een voormalige collectieve boerderij. De bus rijdt naar de oostkant van het meer en het landschap wordt al snel heuvelachtig. We zijn op de Golanhoogvlakte. Dit gebied werd tijdens de Zesdaagse Oorlog door Israël veroverd op Syrië en later geannexeerd. De Veiligheidsraad wil dat Israël het land teruggeeft aan Syrië, maar sinds de Syrische burgeroorlog lijkt niemand het daar nog over te hebben.

We staan op een uitkijkpunt ten oosten van het meer en zien aan de overkant de Kibbutz liggen. Dit is zo’n moment om je te herinneren dat deze reis is betaald door het CIDI. Dat zou invloed kunnen hebben op het feit dat we op deze plek staan en niet ergens anders. Deze locatie is namelijk een perfecte illustratie waarom het een goed idee is dat Israël de Golan bezet houdt. Onze gids – Sarit Zehavi – meldt droogjes dat dit uitkijkpunt ooit Syrisch was. Op deze plek stonden Syrische militairen die met hun geweren dagelijks het leven rond het meer onmogelijk maakten.

Geen leger te zien

Wat de neutrale journalist met deze observatie moet doen is niet duidelijk. Het lijkt logisch dat Israël moet luisteren naar de VN maar dan hadden we afgelopen nacht geen oog dichtgedaan, laat staan dat we rustig hadden gegeten aan het Meer van Galilea. Het is niet zo heel gek dat Israël geen zin heeft in vijandige legers die vanaf de heuvels de wijde omtrek terroriseren. Omdat Syrië destijds ook een poging deed water af te tappen – waardoor het Meer van Galilea zou verdrogen – lijkt het beter de kritiek op deze verovering even in te slikken.

Op de Golan is het vooral heel rustig. Een van de heuvels die uitkijkt op Syrië is inmiddels een toeristische trekpleister geworden. Bussen rijden af en aan, de journalisten drinken koffie en Sarit vertelt over de VN-missie die hier de wacht houdt maar ook totaal zinloos is, omdat het mandaat is verouderd. “Het is jullie belastinggeld”, grapt ze. Één keer klinken op grote afstand enkele schoten. Het is zo ver weg dat het op niemand indruk maakt. Het belangrijkste gevaar lijkt dat we aan de rand van de heuvel staan en dat we in een soort ravijn kunnen vallen.

Geen scherpschutters vandaag

Een uur eerder stonden we ook al op zo’n heuvel. Daar wilde een deelnemer weten of het leger in de buurt is. Die opmerking bleek naïef, want volgens Sarit – die jarenlang in het leger werkte – liggen er twee legerposten om de hoek. Een ISIS-enclave ligt direct voor ons. Een journalist wil weten of sluipschutters ons onder vuur kunnen nemen. Het is volgens het Israëlische leger rustig, zegt Sarit. ISIS is vooral een bedreiging omdat Israël weinig kennis van deze terreurbeweging heeft. Hoe Israël dan wel zeker kan weten dat we hier levend vandaan komen, is onduidelijk.

De busreis voert ons verder naar Metula, een dorp aan de grens met Libanon. We staan wederom voor hekwerk. De grens is hier met twee rijen hekken gemarkeerd. Tussen die hekken loopt een weg waar alleen boeren en militairen gebruik van mogen maken. Aan de andere kant van de heuvel wappert een Palestijnse vlag. Ook hier is de omgeving de vredigheid zelve maar schijn bedriegt, aldus Sarit. Terreurgroep Hezbollah stond ooit op de voor ons liggende heuvels, maar heeft zich intussen in de leefgemeenschappen van de Libanezen verschanst. Dat is op maar vijftien meter afstand.

Hezbollah komt maar niet nu

Zo gaat deze hele tocht over de Golan over alles wat we niet kunnen zien: de mogelijke dreiging vanuit buurlanden en dan met name van Hezbollah uit Libanon. Volgens Sarit zal Hezbollah vroeg of laat Israël aanvallen. Hezbollah zette bij Metula ooit een bord neer met de tekst “We komen”. De terreurgroep erkent de staat Israël niet en wil deze vernietigen. Daarom zijn hier veel raketten op Israël gericht. Ze staan heel vakkundig uit het zicht. Ondertussen vindt de premier van Libanon Hezbollah complementair aan het Libanese leger. Niet echt een geruststellende gedachte.

Het is hier rustig omdat Hezbollah momenteel oefent in Syrië, horen we. Dat heeft kennelijk meer prioriteit dan het vernietigen van Israël. De Israëli’s probeerden ooit te interveniëren in Libanon maar dat mislukte jammerlijk. Daarom laat Israël de Syrische burgeroorlog nu op zijn beloop. Israël geeft alleen humanitaire hulp. Het heeft weinig zin na te denken over wie er in Syrië wint, denkt Sarit, want Israël heeft daar geen invloed op. Het zou wel slecht zijn als de sjiieten winnen want dan kunnen ze samen met Hezbollah één front vormen.

Vage informatie troef

De inzet van Israël is er momenteel op gericht de grenzen te bewaken, de interne veiligheid te garanderen en ervoor te zorgen dat Hezbollah in Libanon geen wapens uit Syrië krijgt. Als dat laatste wel gebeurt, treedt Israël op, zegt Sarit. Er zijn al wat acties geweest, maar of die door Israël zijn uitgevoerd kan ze niet zeggen. Israël publiceert sowieso weinig informatie: ze vertellen bijvoorbeeld nooit waar een raket van Hezbollah is neergekomen want dan krijgt de terreurgroep meer kennis over de werking van haar eigen raketten. Zo worden we met niet-volledige informatie bijgepraat over niet direct zichtbare bedreigingen.

Hezbollah wordt gesteund door Iran. Emily Landau van INSS vertelde ons een paar dagen eerder dat om vele redenen voorkomen moet worden dat Iran een kernmacht wordt. Bij INSS sprak Ofir Winter ook nog eventjes over de Jihadistische puinzooi in de Egyptische Sinai-woestijn. Deze grenst aan Israël. Zo leren we deze reis iets essentieels over de Israëlische obsessie met veiligheid: ook als er morgen vrede is met de Palestijnen, is de omgeving van Israël nog steeds zeer vijandig. Er zijn meerdere conflicten waar we weinig over horen maar die in potentie zeer bedreigend kunnen zijn voor de Joodse staat.

Desondanks is er goed nieuws voor Israël-critici: we kunnen voorlopig rustig blijven schelden dat Israël een militaristisch land is, want de kans dat we op de Golan in een ravijn vallen is groter dan dat we door een raket worden geraakt. De vraag is alleen hoe lang die situatie nog duurt.

Chris Aalberts ging begin juli met het CIDI naar Israël en de Westbank. Deze reis werd grotendeels betaald door het CIDI. U heeft kritiek op deze reis? Die is bij uw verslaggever al bekend. De hele serie vindt u hier.