Essay

De totalitaire verleiding: toenemende criminalisering van vrijheid van meningsuiting

05-05-2017 15:22

De vrijheid van meningsuiting is de afgelopen vijftien jaar structureel verdacht gemaakt door machthebbers en hun gewillige helpers. Uitgesproken verdedigers van de vrijheid van meningsuiting – bijvoorbeeld Theo van Gogh, Hans Teeuwen en Ebru Umar – kregen labels opgeplakt als gevaarlijk, extreemrechts of racist. Gaat het met de vrijheid van meningsuiting net zo aflopen als met de Atheense democratie in de oudheid, een vlam die even helder brandde maar door tirannie is gedoofd? Want overheden, religieuze drammers en social justice warriors omcirkelen hun prooi.

‘Vrijheid moet in de harten van de mensen aanwezig zijn, anders sterft ze uit’

Noam Chomsky wijst erop dat vrijheid van meningsuiting een zeer recente verworvenheid is. In de Verenigde Staten zijn burgers pas sinds jaren zestig van de vorige eeuw daadwerkelijk in staat machthebbers te bekritiseren. Cruciaal daarvoor waren uitspraken in rechtszaken – zoals een rechtszaak wegens opruiing tegen de civil rights movement van Marten Luther King  – die de grens van wat acceptabel was oprekten. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft in 1976  vastgelegd dat de vrijheid van meningsuiting ook geldt voor “those (opinions) that offend, shock or disturb the state or any sector of the population“. Das war einmal.

Totalitaire verleiding

De neiging om eenheid van meningen en standpunten af te dwingen noemt de Franse denker Claude Lefort “de totalitaire verleiding”. Afgedwongen eenheid kan allerlei vormen aannemen:  ‘De natie’, ‘de heilstaat’ of ‘onze identiteit’. Maar ook ‘de ware religie’,  ‘het socialisme’ of ‘het volk’. Een recente variant op de totalitaire verleiding is het verplichte instemmen met ‘diversity’ en de ‘multiculturele samenleving’, beiden ondefinieerbare concepten. Een ander voorbeeld is de houding van de pro-Brexit fanatici in Engeland, die iedereen met een andere mening een saboteur, een landverrader en een ‘enemy of the people’ noemen.

De essentie van censuur is al eeuwen dezelfde: bescherming van de veiligheid van de staat, de religie en de zeden. John Stuart Mill schreef in de 19e eeuw in On Liberty: “Religie, moraal en goede zeden kunnen nooit een valide argument zijn om afwijkende meningen of kritiek op overtuigingen te verbieden.”

Verlichtingsfundamentalist

Toch horen we in 2017 constant oproepen tot ‘rekening houden met gevoeligheden’, waarbij die gevoeligheden toevallig meestal progressief of islamitisch of zijn.  De redenering is dan bijvoorbeeld: het beledigen van moslims bedreigt de eenheid in de Nederlandse samenleving. De totalitaire verleiding in een notendop.

Terwijl tolerantie historisch gezien juist is bevochten op de religieuze scherpslijpers. Pas sinds de jaren vijftig mogen we openlijk spotten met religie. En als we niet opletten zal dat op korte termijn weer afgelopen zijn. Na de moord op Theo van Gogh – en wederom na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo – was iedereen heus wel voor de vrijheid van meningsuiting,  op voorwaarde dat die maar niet daadwerkelijk gebruikt werd. Kerkelijke en islamitische vrijheidshaters bedachten de term verlichtingsfundamentalist. Een achterbakse maar effectieve drogreden, want zo schilder je de tegenstander af als een irrationele extremist. Het is hetzelfde als ‘zuurstoffundamentalist’ zeggen tegen iemand die niet kan ademhalen omdat jij zijn keel dichtknijpt.

Shariabepaling

De ‘weaponisation of taking offence’ tekent zich zowel op links als op rechts af. Universiteiten in de VS zijn doodsbang voor activiteiten van social justice warriors op hun campussen. Een bijverschijnsel van de commercialisering van de universiteiten, want funding is everything. Sommige instituties stellen zich in hun enthousiasme om kritiek op de islam te criminaliseren zelf op als social justice warriors: het Vaticaan, de overheid in Canada en Groot-Brittannië en de Raad van Europa. Hoogstwaarschijnlijk vinden ze zichzelf reuze moreel, verlicht en vooruitstrevend. Maar dat vonden Trotski, grootinquisiteur Torquemada en de Rode Khmer in Cambodja vast ook van zichzelf.

‘Er is een hardnekkige ‘je mag dat niet zeggen’ cultuur ontstaan’

Vrijheden moeten niet alleen in theorie bestaan, maar ook in de praktijk. En in die praktijk schort er van alles aan. Zo is er in Nederland de facto een shariabepaling van kracht, want wie spot met de profeet van de moslims zit de rest van zijn leven in de persoonsbeveiliging. Als we een afwijkende mening in theorie mogen uiten terwijl in de praktijk de sociale sanctie zo hoog is dat we het niet aandurven, is er dan nog vrijheid? En als de verantwoordelijkheid voor geweld van religieuze fundamentalisten bij het slachtoffer wordt gelegd – want waarom moest die ‘nodeloos provoceren’? Stalin grijnst van oor tot oor.

Permanente verontwaardiging

In ‘five new threats to free speech today’ op spiked-online.com stelt Nick Hume dat in het Verenigd Koninkrijk nu meer mensen vastzitten wegens de verkeerde mening dan ooit sinds de 18e eeuw. Vanwege islamofobie, homofobie en andere gedachtemisdrijven. Dergelijke veroordelingen zijn ter bescherming van de social cohesion, wat neerkomt op de afgedwongen éénheid uit Lefort’s totalitaire verleiding. Zonder enige ironie bevelen de pleitbezorgers van deze totalitaire praktijken mensen aan 1984 te herlezen, omdat Donald Trump zo gevaarlijk is. Orwell rolt over de grond van het lachen.

De two-minute hate uit Orwell’s 1984 richt zich in 2017 op voorstanders van de vrijheid van meningsuiting. Westerse democratieën ontwikkelen zich tot ‘indignation states’, staten van permanente verontwaardiging. Elke opmerking die niet binnen een beperkte set goedgekeurde meningen past kan rekenen op ‘outrage on demand’, bijvoorbeeld via Twitterstormen. Door onofficiële censors, die geen verantwoording schuldig zijn aan wie dan ook, maar wel een luisterend oor vinden bij de overheid.

Zelfcensuur

De internalisering van de angst om te beledigen is een zeer effectieve vorm van zelfcensuur. Er is een hardnekkige ‘je mag dat niet zeggen’ cultuur ontstaan die spreekrechten verbied of juist opeist op basis van geloof, huidskleur of geslacht. “JIJ mag dat niet zeggen omdat je blank, zwart, man, vrouw of ongelovige bent”. Gevolgd door: ‘”IK mag dat wel zeggen omdat ik blank, zwart, moslim (of wat dan ook) ben”. Politici en bekende personen die na ‘beledigende’ uitspraken en de daaropvolgende online mobbing nederig excuses aanbieden verergeren de situatie. Het komt akelig dicht in de buurt van de openbare boetedoeningen die Mao tijdens de culturele revolutie oplegde aan iedereen die van het rechte pad afweek.

Vrijheid moet in de harten van de mensen aanwezig zijn, anders sterft ze uit. De Nederlandse Grondwet biedt weinig bescherming tegen informele censuur. Artikel 7 over de vrijheid van meningsuiting bevat bovendien de bepaling ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet’. Hoe lang voordat overheidsjuristen op de redenering komen dat kritiek op de islam tot geweld kan leiden en daarmee ‘onverantwoordelijk’ is? En op basis daarvan strafbaar moet zijn?

Reviaans ezelsproces

Hillary Clinton heeft het slechte voorbeeld gegeven door in 2012 de makers van de – door vrijwel niemand bekeken – internetfilm The Innocence of Muslims verantwoordelijk te stellen voor de aanslag op het Amerikaanse consulaat in Benghazi. Het was complete onzin, maar de makers van de film werden toch maar even vervolgd. Donald Trump is geen haar beter, want een tentoonstelling van Mohammed cartoons in Texas – waarop Islamitische terroristen een aanslag pleegden – vond hij ‘onverantwoordelijk’. Machthebbers zijn in deze volstrekt cynisch en onbetrouwbaar.

De overheid vormt de grootste bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting, bijvoorbeeld als de overheid haar eigen belangen (machtsbehoud, rust, orde) boven die van individuen stelt. Of individuen niet beschermt tegen lynchmeutes, online of – zoals in landen als Pakistan regelmatig voorkomt – fysiek geweld. Hopelijk komt er snel een baanbrekende rechtszaak, met een uitspraak van de rechter die de grenzen van vrijheid van meningsuiting flink verruimd. Bij voorkeur een 21ste-eeuws Reviaans ezelproces over de islam. Want zwaar bevochten vrijheden die we – onder het mom van de maatschappelijke vrede en het fatsoen – teruggeven aan de overheid zijn we voorgoed kwijt.

 

Foto: Maarten Brante.