Achtergrond

Verkiezingen in Frankrijk: kroniek van een campagne (4 & 5)

13-04-2017 13:16

Zaterdag 1 april 2017. De Franse centrum-rechtse krant Le Figaro publiceert een groot artikel over de toegenomen respectabiliteit en nieuw getimmerde solide partijstructuur van het Front National.

Opmerkelijk in het stuk is het wandelgangengeluid uit de rechtervleugel van Les Républicains. Met hun presidentskandidaat François Fillon in zwaar weer door Penelopegate, lijken meer dan slechts enkele LR-politici uit allerlei departementen in den lande bereid om met het FN te praten, wellicht zelfs hun invloed voor Le Pen aan te wenden. Mocht de politica in de tweede ronde op 7 mei de multiculturalist-globalist Emmanuel Macron tegenover zich vinden, zouden LR-realisten wel eens naar het Front kunnen overlopen. Het rafelt, kortom, binnen de oude-wijn-in-nieuwe-zakkenpartij.

Ultiem falend bestuur

Tijdens de campagne, die door de vele kandidaten, talloze perikelen en het kleutergedrag van allerhande figuren zo langzamerhand de sfeer heeft gekregen van een kermis in de regen, kan Marine le Pen zowaar af en toe op adem komen. Links en centrum-rechts doen immers hun uiterste best om zichzelf en elkaar te demonteren zonder dat iemand erover heeft nagedacht dat je daarna de motor ook weer in elkaar moet zetten.

‘Politiek en media tegen Le Pen: wanneer de gebakken lucht op is liggen in de sloot ook altijd wel een paar oude koeien’

De islamistenterreur, de verschillende schandalen, de desastreuze wegkijkpolitiek van Hollande en de zijnen, het hand over hand toenemende geweld in de banlieues en cités, de waanzin van de diverse antiracismeprocessen, het zorgwekkende werkloosheidscijfer, de deplorabele toestand op het uitgestrekte platteland, de afbrokkelende ordehandhaving door oververmoeide agenten, de dreigende nieuwe massa-immigratiegolf, de hordes straatterroristen uit de Maghreb en zuidelijker Afrika, de almaar frequentere bidsessies van honderden moslims op de openbare weg, de verkrotting van de école républicaine et cetera et cetera – in zo ongeveer al haar aanklachten tegen de gevestigde politiek en het ultiem falende wanbestuur van een regering die van de totaalafbraak haar prioriteit heeft gemaakt krijgt de herbouwer van het Front National iedere dag opnieuw weer, en meer, gelijk. Maar nog altijd wil geen Franse bank met haar partij geassocieerd worden.

Duivelse topconferentie

Le Pen wordt gesignaleerd in de Trump Tower, maar tot een ontmoeting met The Donald – die vast zijn handen vol heeft aan de Deep State – komt het niet. Op haar tournee in binnen- en buitenland, een charmeoffensief om aan zwevende rechtskiezers te laten zien dat zij goede relaties onderhoudt met hoogwaardigheidsbekleders van allerlei pluimage, doet ze eveneens Libanon aan. Wanneer haar, in het kader van een aanstaande ontmoeting met de groot-moefti, voor lopende camera’s een hoofddoek wordt aangereikt, bedankt ze gedecideerd en het geplande gesprek gaat niet door. Dat ene gebaar levert haar een staande ovatie op van de groeiende achterban, en de al even voorspelbare minachting van alle cultuurrelativisten en islam-apologeten onder de zon.

‘Het pan-Europese kartel van politiek en media moet pardoes een nieuwe pot negatieve kwalificaties en insinuaties openmaken’

Wereldnieuws is haar ontmoeting op 24 maart in Moskou met EU-staatsvijand nummer 1, Vladimir Poetin. Beide politici wensen een harder gezamenlijk optreden tegen Koran-terrorisme, en Le Pen is zoals bekend voor het opheffen van de schadelijke EU-handelsboycot tegen Rusland. Het pan-Europese kartel van politiek en media moet pardoes een nieuwe pot negatieve kwalificaties en insinuaties openmaken om deze voorwaar duivelse topconferentie te becommentariëren. En wanneer de gebakken lucht op is, liggen in de sloot ook altijd wel een paar oude koeien.

Loge der leprozen

Al is Marine le Pen er met haar rechterhand Florian Philippot nog altijd niet in geslaagd om het Front National afdoende te de-demoniseren, één succes mag het duo zich beslist op het conto schrijven: de interne strijdbijl lijkt al enige tijd begraven. Sinds het pijnlijke royement van oprichter-houwdegen Jean-Marie le Pen en het opschonen van de sigarenclub liggen de facties oude-school en nieuw-gematigd tenminste niet meer ten overstaan van het volk met elkaar overhoop.

Significant hierin is dat ook Marion Maréchal-Le Pen, ambitieus Assemblée-gedeputeerde voor de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur en nichtje van Marine, zich enigszins op de achtergrond houdt. Maréchal-Le Pen, belijdend katholiek en buitengewoon fel debatteerder, staat ideologisch veel dichter bij haar opa dan bij haar tante. Dat leidde al tot conflicten tussen de twee over onder meer het onderwerp abortus en zeer recent nog over de pensioensvoordelen van specifieke beroepsgroepen. Op z’n minst contraproductief in de moeizame Front National-metamorfose van loge der leprozen tot volkspartij die acceptabel is voor een brede groep patriottische conservatieven.

Schijn van partijdigheid

Ook de FN-bazin, oorspronkelijk overigens advocate van professie, ontsnapt niet aan de belangstelling van Vrouwe Justitia: Marine le Pen wordt ervan beschuldigd haar stafchef en een lijfwacht te hebben betaald met geld dat uitsluitend was bestemd voor haar werk als Europarlementariër. De sommering om vóór 31 januari 2017 een bedrag van 300.000 euro terug te betalen legt ze naast zich neer.

Een kwestie over al dan niet verdachte partijfinanciering in 2012, via het PR-bedrijf van een FN-kaderlid wiens naam later in de Panama Papers opduikt, hangt nog. De zeer late hervatting van de zaak, in oktober 2016, komt enkele maanden voordat de campagne officieel begint. Dit wekt, evenals bij enkele andere kwesties die in de pers breed worden uitgemeten, op zijn minst de schijn van partijdigheid ten opzichte van de enige uitdager van het gehele Franse establishment.

Meest in het oog springend detail in de rechtbankhistorie van Marine le Pen is wel dat in 2007 haar rijbewijs is ingetrokken: ze had zeven snelheidsovertredingen staan en was één keer door een rood licht gereden. ‘U bent van het Front National en wilt hier rechtsaf. Mag dat?’

 

Het eerste grand débat op tv

Dinsdag 4 april 2017 beleven zo’n zes miljoen Franse tv-kijkers met uithoudingsvermogen via de zenders BFMTV en RMC ‘s avonds het eerste grand débat tussen alle elf presidentskandidaten. Maar liefst vier uur lang worden de degens gekruist. Daarbij is elke troonpretendent 17 minuten spreektijd toebedeeld, hetgeen neerkomt op zo’n twee à drie minuten per onderwerp. Inhoudelijk kan er dus vrijwel niets gedetailleerds of diepgravends worden gezegd; het komt slechts aan op ‘in vorm zijn’, kernachtige uitspraken zonder werkelijke substantie, en die enkele toevalstreffer. Het publiek, ingedeeld in supportersvakken, mag niet applaudisseren; dat houdt maar op en zou de schijn van divertissement kunnen wekken.

‘Uit iedere gelaatsuitdrukking en intonatie spreekt het diepe dédain voor Marine le Pen’

Moderator naast glamourpresentatrice Laurence Ferrari is Ruth Elkrief, BFMTV-journaliste van een zelden geziene arrogantie en vooringenomenheid vis à vis alles wat niet links en ostentatief deugend is. Uit iedere gelaatsuitdrukking en intonatie spreekt Elkriefs diepe dédain voor Marine le Pen, maar eveneens voor François Fillon. Laatstgenoemde wordt, tijdens het heikele segment over de integriteit van politici, in de tegen hem lopende fictieve-baantjeszaak door de scherprechters van dienst maar meteen schuldig verklaard. Fillon repliceert door te vragen met welk recht zij menen hem publiekelijk te kunnen veroordelen. Tijdens de marathonbeproeving is hij van alle deelnemers met afstand de meester der kalmte. Als die akkefietjes met spookbanen, cadeaus en leningen er niet waren, zou zijn optreden door vriend en vijand als presidentieel worden geroemd.

Het eeuwige kwaad

Al is het interessant en welbeschouwd democratisch de rigueur om in deze nooit eerder geziene tv-debatarena ook de kandidaten van de splinterpartijen te zien aantreden, de kans dat het electoraat er echt wijzer van wordt, is vrijwel nihil.

Onder de kemphanen bevinden zich enkele die uit de EU en NAVO willen, contra de euro en pro-referenda zijn, zoals François Asselineau (Union Populaire Républicaine). Het feit dat de kwistig met wets- en EU-verdragsbepalingen strooiende Asselineau hernationalisatie voorstaat van zo’n beetje alle verloren publiekesectorterrein, mag in crisistijd ontwapenend onrealistisch heten.

Nathalie Arthaud, lijsttrekker van Lutte Ouvrière (‘Arbeidersstrijd’), is een pratende fles azijn voor wie iedere tweede fulminering draait om het eeuwige kwaad van le grand patronat (‘de bazen’, zoals men vroeger te linker zijde placht te zeggen). Er komt simpelweg geen zinnig, laat staan constructief woord uit. Een bijzonder vermoeiend persoon om naar te luisteren.

Een lesje leren

Buitenbenen Jean Lassalle (Résistons!, het best vrij vertaald als ‘Verzet!’) en Philippe Poutou (Nouveau Parti Anticapitaliste) zijn beduidend sympathiekere en bovendien markante types met het hart op de tong, maar niet het landsbestuurlijke materiaal waarop de meeste Fransen zitten te wachten.

Jean Lassalle, uit een herdersfamilie in de Béarn (Pyreneeën), was op zijn 21ste al dorpsburgemeester en is dat nog steeds. Hij steunde middenpartij MoDem van François Bayrou, maar begon in 2016 toch maar voor zichzelf. Zijn programma is sterk gericht op de ernstig verwaarloosde rurale gebieden, de kleine communes en de boeren.

‘Poutou wil politieagenten ontwapenen, softdrugs legaliseren en het grootkapitaal aanpakken’

Mede door zijn voorkomen – hij lijkt zo uit een Asterix en Obelix-verhaal of een Louis de Funès-film weggelopen – en ietwat archaïsch-trage wijze van oreren in een prachtig accent, wordt Lassalle door de neerbuigende Parijse media veelal als een boertje van buut’n behandeld. Zijn bril-op-bril-af-betoogjes begint hij graag hoffelijk met ‘Mes chers compatriotes…‘ en ‘Madame…‘. Over hoe je op lokaal niveau en vrijwel zonder fondsen toch een infrastructuur bouwt en saamhorigheid kweekt, kan hij echter iedereen een lesje leren. Het zou niet verkeerd zijn als de toekomstige minister van Landbouw eens voor wat adviezen bij deze man zou aankloppen.

Maakbaarheidsmessias

Ook afkomstig uit de handen-uit-de-mouwen-klasse, maar van een geheel ander slag, is Philippe Poutou. Deze non-conformistische fabrieksarbeider en vakbondsman uit de Gironde oogt meestal, en klinkt soms ook, alsof hij net uit bed is gerold. Poutou wil politieagenten ontwapenen, softdrugs legaliseren en – de nomen van zijn Nouveau Parti Anticapitaliste est omen – het grootkapitaal aanpakken. Tijdens het debat spreekt hij, in ongezouten gewonemensentaal, Fillon en Le Pen rechtstreeks aan op hun aanvaringen met Justitie en de fiscus. Het levert enkele van de schaarse gênant-grappige momenten van de avond op, maar tussen pragmatische probleemoplossing en Philippe Poutou liggen voorwaar planetenstelsels.

Lassalle en Poutou staan voor traditionele beroepsgroepen waar iemand als Emmanuel Macron helemaal niets mee op heeft, al verbergt hij dat slinks. In de denkwereld van deze grotestadsgefixeerde maakbaarheidsmessias wordt het Gallië dat met de handen werkt (om)geschoold in de IT – en iedereen leefde nog lang en gelukkig. Wie dan in de vroege ochtend de koeien moet melken, de baguettes uit de oven moet halen, de druivenranken moet snoeien en de in lagelonenlanden vervaardigde alpinopetten naar de troosteloze textieldiscounters moet vervoeren? Daar is in de superzeepbel van de hoger opgeleide slimfoon-en-tablettengeneratie niet werkelijk interesse voor. Het contrast tussen Lassalle/Poutou en Macron kon amper groter zijn.

Kraakverse kwestie

Nota bene op de dinsdag van het debat wordt bekend dat Justitie opnieuw een vooronderzoek start naar de financiering van het Front National. Deze keer gaat het om spookbanen in de regio Nord-Pas-de-Calais. Salarissen van campagneleider David Rachline en enkele anderen zouden linea recta in de campagnekas zijn gevloeid. Het is weer geduldig afwachten in welk glas water deze storm verdwijnt, maar het politiek-mediale contrapunt van de dag is niettemin netjes op tijd gemaakt.

‘Het maakt niet uit welk onderwerp aan de orde is, hoofdzaak is een sneer richting Le Pen uitdelen’

Ook zonder deze kraakverse kwestie is het vanzelfsprekend de kerntaak van het merendeel van de debatteerders plus de twee moderatoren om Le Pen aan te vallen. Of het nu om kerststalletjes en kerstbomen in de mairies gaat (Jean-Luc Mélenchon), om islam en immigratie (PS-kandidaat Benoît Hamon), of de overheidsuitgaven (Fillon), de kandidaten zetten hun beste anti-FN-beentje voor. Het maakt niet uit welk onderwerp aan de orde is, hoofdzaak is een sneer richting Le Pen uitdelen en haar bij voorkeur niet of vuil aankijken.

Het hele pathetische kindertheater herinnert aan een dagen tevoren verschenen interview in Le Figaro met Alain Finkielkraut. Daarin stelt de filosoof – toch bepaald niet aan de FN-kant van het politieke spectrum te situeren – dat “het er niet meer om gaat om te stemmen, te kiezen, maar om te gehoorzamen”. Aan de brede fatsoenscoalitie in hun bevel om Marine le Pen de weg naar het Élysée te versperren welteverstaan.

Volgens het clichéboekje

Tijdens het onderwerp economie en protectionisme gooit Macron de controversiële vader van Marine le Pen maar weer eens in de groep en snauwt zijn opponente geheel volgens het clichéboekje toe: “Het nationalisme, dat is oorlog!” Helaas heeft de geadresseerde niet de tegenwoordigheid van geest om Macron te vragen of hij ooit in Zwitserland, Hongarije, Thailand, Brazilië of Japan is geweest.

Ook Hamon gaat voor de Schoffeer Le Pen In Twee Minuten-trofee. Daarbij helpt het enorm dat hij al enige weken wordt getergd door de Mélenchon-inhaalmanoeuvre op linkser-links. Extra opstookolie: de openlijke steun van veel PS-prominenten voor Macron (daaronder premier Valls en de ex-burgemeester van Parijs, Bertrand Delanoë) en het dito stemadvies van de ietsinhetmiddenist Bayrou. Hamons spreektijd over eender welk onderwerp wordt overigens per definitie gevuld met humorloze holle frasen zoals men ze al decennia van de Parti Socialiste kent. De afgekloven retoriek verdampt in de frisse oprechtheid van Poutou en Lassalle, hetgeen de kansloze PS-pion nog meer zal steken.

Het volk

Ver na middernacht is de nutteloze, soms surreële exercitie in karikaturale beeldmisvorming dan eindelijk voorbij. De meeste gewone kijkers, die de naam De Gaulle wel héél vaak hebben horen vallen, zijn dan al lang afgehaakt. Morgen moet er immers weer worden gewerkt dan wel gesolliciteerd, nietwaar.

Daags na de uitputtende telebingo laat publicist-opiniemaker Éric Zemmour het gebeuren de revue passeren in een aflevering van het tv-programma Zemmour et Naulleau. Het was Zemmour die in 2014 met het essayboek Le suicide français het grote Franse publiek definitief de ogen opende voor 40 nefaste jaren cultuurmarxisme en de opmars van de totalitaire ideologie die islam heet. De lucide patholoog-anatoom van de Vijfde Republiek, die sindsdien menigmaal voor het gerecht werd gedaagd, merkt over de almaar populairdere Jean-Luc Mélenchon heel sec op: “Hij praat over het volk, maar hij heeft het volk niet achter zich.” En al doen de lijsttrekkers en de meeste media het heel anders voorkomen: de analyse van Zemmour geldt in feite voor vrijwel iedere kandidaat van links en centrum-rechts. Net als elders in Europa hebben de oude volkspartijen hun oorspronkelijke achterban verwaarloosd en grotendeels verloren.

Met argusogen

Ondanks de niet aflatende tegenwerking en demonisering kan het Front National rekenen op diverse  pleitbezorgers, die niet per se partijlid zijn. Zo is daar Robert Ménard, de in Oran, Algerije geboren pied-noir. Geëngageerd en gelauwerd journalist, oprichter van de organisatie Reporters Sans Frontières in 1985 en de opiniewebstek Boulevard Voltaire. Sinds 2014 is hij burgemeester van Béziers in het zuidpuntje van de Languedoc en voert een in de media veelbesproken strijd tegen de islamisering en navenante segregatie en verpaupering van de stad, die een hoge werkloosheid en veel sociale problemen kent.

‘Bepaalde scholen in Béziers hebben meer dan 90 procent leerlingen uit moslimgezinnen’

Omdat de ex-socialist Ménard partijloos is, maar met steun van het FN het burgemeesterschap verkreeg, wordt zijn onconventionele optreden met argusogen bekeken. Anti-racismeorganisaties deden nog onlangs aangifte tegen hem omdat hij de euvele moed had gehad om in een Twitter-bericht te wijzen op het verschil tussen klassefoto’s van vóór de multiculturele samenleving en die van nu. Bepaalde scholen in Béziers hebben meer dan 90 procent leerlingen uit moslimgezinnen. Tijdens de rechtszitting vroeg de advocaat van een der gegriefde klagers aan Ménard ‘wat nu eigenlijk het probleem’ was. Uitspraak is op 25 april – inderdaad, in de entre-deux-tours van de presidentsverkiezingen.

Intermediair

Ménard is een bevlogen, soms verbeten realist die ongemakkelijke thema’s niet louter aankaart, maar actie onderneemt. Hij pakte bijvoorbeeld de monocultuur van kebabzaken in het centrum van Béziers aan. Ook verzette hij zich tegen twee AZC’s en de hem opgedrongen komst van Syrische asielzoekers, en haalde zich daarmee de woede van het Élysée op de hals.

Gezien de demografische en politieke ontwikkelingen in het land lijkt het vaak een moedeloos makend achterhoedegevecht, maar Ménard ploegt voort. Eind mei 2016 organiseerde hij Les Rendez-Vous de Béziers, een driedaagse conferentie waar zonder taboes over de staat van hedendaags Frankrijk werd gediscussieerd. Door politici, opiniemakers, denkers en journalisten samen te brengen die voor de gevestigde politiek en mainstreammedia ‘controversieel’, ‘besmet’ of zelfs persona non grata zijn, fungeert hij meer en meer als intermediair tussen de verschillende conservatieve en reactionaire milieus.

Tandeloze houding

Het was ook Robert Ménard die bij een diner Marine le Pen samenbracht met Philippe de Villiers, illuster politicus, ondernemer en publicist uit de Vendée. Ex-staatssecretaris van Cultuur De Villiers, achter in de zestig, stapte deels gedesillusioneerd, deels om gezondheidsredenen uit de politiek. Aan hem dankt de Vendée het duurzame succes van de Puy du Fou, dat hij in 1978 oprichtte. In deze synthese van attractiepark en spektakeltheater staan de Franse, oud-Europese en streekhistorie centraal. Als uitgesproken soevereinist en katholiek heeft de elegante en scherpzinnige reactionair De Villiers een zekere aanhang onder diegenen die zich niet kunnen vinden in de tandeloze houding van Les Républicains tegenover islam en de EU. Veel meer nog dan François Fillon is hij, in de zelfverkozen marge van het publieke debat, de verpersoonlijking van la Vieille France.

Coup de théatre

De Villiers’ uitgebreide bibliografie bevat onder meer Les mosquées de Roissy, waarin hij waarschuwt tegen het hoge aantal islamitische personeelsleden op de vlieghaven Paris-Charles de Gaulle ten noordoosten van de hoofdstad.

Ten tijde van publicatie in 2006 kwam het boek de auteur op de kwalificatie ‘racist’ te staan. Na de islamitische moordpartijen in Parijs van november 2015 werden meerdere werknemers met pasjes voor de beveiligde zones van het vliegveld doorgelicht, ontslagen en op de radicaliseringslijst gezet. Tevens is bij sollicitaties de screening strenger geworden. Kernprobleem blijft echter dat het personeel voor Paris-Charles de Gaulle voornamelijk wordt gerecruteerd in Seine-Saint-Denis, het goeddeels geïslamiseerde departement ten noorden van de stad met de inmiddels beruchte code 93.

Een niet geringe coup de théatre van De Villiers was het ‘naar huis brengen’ van een ring die aan Jeanne d’Arc zou hebben toebehoord (met aanzienlijke nadruk op ‘zou hebben’, volgens sommige historici). Het curiosum werd dankzij privéfondsenwerving op een veiling in Groot-Brittannië gekocht en op 26 maart 2016, met passend gevoel voor ceremonieel drama, als relikwie in de Puy du Fou gepresenteerd.

Loyaliteit

Het zijn eigenzinnige mannen als Philippe de Villiers en Robert Ménard die, ondanks meningsverschillen en beslist met een zekere omzichtigheid, het Front National in meer of mindere mate welgezind zijn. Dat over beide heren in de Franse media zelden of nooit een positief woord te vernemen valt, sterkt hun respectievelijke achterban slechts in hun loyaliteit – nog een belangrijke parallel met Marine le Pen. Wellicht tekent zich hier langzaam maar zeker een hechtere patriottische alliantie af. Het zal spannend worden om te zien of de verschillende delen van het conservatieve Franse electoraat te elfder ure bereid zijn om ondanks hun soms grote divergenties een gezamenlijke vuist tegen het establishment te maken.

 

Dit zijn delen vier en vijf van een zesdelige serie. Deel 6 wordt vrijdag gepubliceerd op TPO.nl. Lees hier delen 1, 2 en 3.