Essay

Over de democratie die van haar voetstuk valt

14-03-2017 21:56

Volgens The Economist Intelligence Unit’s Democracy Index leeft vandaag de dag slechts 4,5 procent van de wereldbevolking in een volledig democratisch land. Ongeveer 45 procent van de wereldbevolking leeft in gebrekkige democratieën, terwijl 33 procent is onderworpen aan autoritaire regimes.

Sommigen van ons zijn grootgebracht met de algemeen aanvaarde wijsheid dat de democratie, die ooit begon bij de oude Grieken, het beste systeem in de wereld is. En jawel, in de top tien van de meest concurrerende economieën van de 2016 IMD World Competitiveness rankings, staan maar twee economieën die niet volledig democratisch zijn, namelijk Hong Kong en Singapore. Echter, cijfers laten zien dat de wereld tegenwoordig minder, en niet meer democratisch is dan tien jaar geleden; de landen wiens concurrentiepositie het meest is verbeterd in die periode zijn niet democratisch. Terwijl deze landen, Singapore en de Verenigde Arabische Emiraten, rolmodellen zijn voor veel ambtenaren in de publieke sector wereldwijd.

Hobbits, hooligans en vulcans

In The Case against Democracy, één van de belangrijkste boeken die vorig jaar werden gepubliceerd, benadrukt professor Jason Brennan van de Georgetown University de onwetendheid bij de kiezer als één van de belangrijkste valkuilen van moderne democratieën. Hij classificeert de kiezer in drie categorieën: ‘hobbits’, dat zijn degenenen die geen moeite doen om iets te leren over politiek, en ze stemmen in totale onwetendheid. Een tweede categorie zijn de ‘hooligans’, die hun partij volgen met de toewijding van een sportfanaat, onafhankelijk van de in het verleden behaalde resultaten van de partij of de plannen voor de toekomst. Tot slot zijn er de ‘vulcans’, de significant kleinere minderheid die zich rationeel gedraagt en volledig geïnformeerd stemt. Helaas, vanwege de dominantie van de hobbits en de hooligans zijn de democratische uitkomsten niet alleen niet representatief voor echte standpunten van de meerderheid, maar ook onjuist en schadelijk voor het algemeen welzijn.

Je kunt in feite stellen dat de massale demonstraties in de Verenigde Staten tegen de onlangs gekozen president, protesten zijn tegen een dictatuur van hobbits en hooligans. Echte democratie, waarin iedereen die getroffen wordt door een politieke keuze betrokken is bij de besluitvorming, bestaat nergens. Zo geredeneerd is er eigenlijk geen enkele reden waarom alleen mensen boven de 18 jaar zouden mogen stemmen. Sterker nog, aangezien de uitkomst van de presidentsverkiezingen in de VS de hele wereldbevolking op een of andere manier raakt, zou iedereen wereldwijd het recht moeten hebben daarover te stemmen. Een ander oneerlijk aspect van stemmen is dat we in veel gevallen de keuzes van toekomstige generaties bij voorbaat afstraffen of belemmeren, zoals wanneer we stemmen over het pensioenbeleid van mensen die nog niet eens geboren zijn.

De paus heeft altijd gelijk

De Brexit-stem mag dan misschien een rationele beslissing zijn geweest van goed geïnformeerde individuen, maar het belemmert zeker de mogelijkheden voor veel Britse burgers in de toekomst die geen toegang meer hebben tot een grotere Europese markt – en niemand heeft het hen gevraagd.

Er zijn nog andere problemen met de democratie: democratische uitkomsten slaan soms gewoon helemaal nergens op. Denk maar aan het Colombiaanse referendum betreffende het zogenaamde ‘vredesakkoord’ met de FARC. De paus was voorstander van een ‘Ja’ in dit referendum. Aangezien hij beschermd wordt door een dogma, moet hij wel gelijk hebben. Maar de uitslag van de stemming bleek ‘Nee’, dus moest die uitkomst wel verkeerd zijn, want de paus heeft altijd gelijk!

Trage besluitvorming

Het democratisch systeem kent ook zeer trage besluitvorming. Het Zwitserse systeem is het beste op het gebied van participatie en representatie en beslissingen worden daar geaccepteerd omdat deze directe vorm van democratie overal geïmplementeerd is. Echter, overeenkomsten sluiten kost tijd – soms te veel. Een goed voorbeeld is het ontwerp van een zestien kilometer lange spoorlijn, bedoeld om Geneve met Frankrijk te verbinden. Er wordt geschat dat het project zal worden afgerond in 2019. Het oorspronkelijke project dateert van 1850, en de bouw begon in 1912! Deze enorme vertraging werd veroorzaakt doordat het moeilijk was consensus te krijgen met alle betrokken aandeelhouders.

Interessant is dat we ooit min of meer aanvaard hebben dat democratie van nature herverdeelt en om die reden lagere klassen beschermt tegen de excessen van een heersende minderheid. Maar deze veronderstelling is onlangs onjuist gebleken. Uit een groot wereldwijd onderzoek van Doron Acemoglu en James Robinson (Democracy, Redistribution and Inequality, 2013) in meer dan honderd landen, blijkt dat democratie geen significant effect heeft op inkomensongelijkheid. Integendeel, de ongelijkheid neigt toe te nemen in democratieën als de economie reeds een structurele transformatie heeft ondergaan, wanneer er veel verschillen tussen landen onderling zijn en de afstand tussen de middenklasse en de armen relatief klein is.

Problemen van de alternatieven

Daarom kunnen we alleen maar de overwinning van de democratie claimen als we ook de problemen erkennen van de alternatieven. Dictatoriale regimes steunen op een soort van willekeurige toewijzing van politieke leiders. Landen kunnen het geluk hebben te eindigen met een welwillende dictator (de Verenigde Arabische Emiraten, Singapore), eentje met nobele bedoelingen en onbaatzuchtig beleid, maar dit is zelden het geval (Noord-Korea, Equatoriaal Guinea) en meestal zijn de dictators geen verantwoording verschuldigd aan het algemeen belang (China, Saoedi-Arabië).

Je zou zeggen dat de alternatieven voor democratieën corruptere systemen zijn, maar dat is niet altijd het geval. De groep die een democratisch gekozen leider steunt moet van nature groter zijn, en is daarom moeilijker te behagen. Deze groep is wat Bueno de Mesquita en Smith (The Dictator’s Handbook: Why Bad Behavior is Almost Always Good Politics, 2012) de ‘essentiëlen’ noemt, of de winnende coalitie. Ze schrijven dat er in elk politiek systeem drie belangrijke politieke groepen zijn om rekening mee te houden: ‘de onderling inwisselbaren’ of: nominaal kiezerselectoraat, die iedereen omvat die enigszins zeggenschap heeft over wie de leider wordt (in een democratie zijn dat de kiezers); ‘de invloedrijken’ of: echt kiezerselectoraat, degenen die werkelijk de leider kiezen (in een democratie degenen die daadwerkelijk stemmen) en ‘de essentiëlen’, wiens steun er werkelijk toe doet (in een democratie degenen die stemmen voor de winnende kandidaat).

Tegen elke prijs democratisch

Hoe minder democratisch een systeem is, hoe kleiner de laatste groep is, en om die reden hoe corrupter, omdat het systeem alleen maar de financiële tevredenheid van deze groep hoeft te waarborgen. Het is veelzeggend dat de tien meest corrupte economieën in de 2016 IMD World Competitiveness Ranking inderdaad democratische landen zijn.

Terwijl de meeste mensen democratische landen koesteren als voorbeeldplekken om te wonen, wordt als je grondig kijkt naar de competitiviteit van landen een ander beeld geschetst. Als onderzoeker op dit gebied kan ik niet elk land, zeker geen nieuw land, aanbevelen om tegen elke prijs democratisch te willen zijn. Zeker als je de wereldschokkende resultaten bekijkt die democratische processen ons hebben laten zien de afgelopen jaren.

 

Vertaald uit het Engels door Sietske Bergsma.