Vooruitgangsdenken en gemeenschappelijke morele principes: de naïeve basis van burgerinitiatieven

03-01-2017 20:16

In haar column in de Vlaamse krant De Morgen breekt hoofdredacteur An Goovaerts een lans voor wat de ‘uitklapdemocratie’ wordt genoemd. Met ‘uitklapdemocratie’ doelt mevrouw Goovaerts op het initiatief van ene Thomas Goorden, een Antwerpenaar die mee aan de basis ligt van de Burgerlijst die in diezelfde stad in 2018 naar de kiezer zal trekken. Goorden liet zich inspireren door Peter Macfayden, een Brit die enkele jaren terug van start ging met het propageren van burgerinitiatieven als alternatief voor de traditionele partijpolitiek. Uitklapdemocratie is de Nederlandse vertaling van het Engelse Flatpack Democracy, een term die door de voornoemde Macfayden werd gemunt.

In navolging van Macfayden gaat ook Goorden ervan uit dat de traditionele partijpolitiek teveel wordt gestuurd door een ideologisch verhaal. De ‘gewone burger’ blijft, zo stelt hij, verweest achter en ervaart derhalve een gebrek aan inspraak. Daarom ware het beter om een ‘gedeeld leiderschap’ na te streven, in plaats van het vigerende ‘leiderschap door één persoon’.

Tot zover valt er, behoudens een zeker geitenwollensokken-geurtje, aan het initiatief van Thomas Goorden weinig bijzonders op te merken. Maar dan komt het: ‘De uitklapdemocratie (…) vertrekt vanuit het vooruitgangsdenken en gemeenschappelijke morele principes’. Dat klinkt allemaal heel nobel, maar hoe realistisch is het?

Positivistisch vooruitgangsdenken

Laat ons beginnen met het ‘vooruitgangsdenken’. Net zoals heel wat Verlichtingsdenkers in de 18de en 19de eeuw, gaan ook de hedendaagse protagonisten van de burgerinitiatieven blijkbaar uit van het idee dat de menselijke geschiedenis gekenmerkt wordt door een niet aflatend proces van vooruitgang. Een belangrijke voorvechter van deze gedachte was de Fransman Auguste Comte (1798-1857). Comte ging ervan uit dat het tijdperk waarin hij leefde de logische culminatie vormde van de loop der geschiedenis. Dit hield onder meer in dat hij de (toentertijd) nieuwe wetenschappelijke inzichten in de plaats zette van de oude, doorgaans theologisch gekruide inzichten.

‘Moderne mensen’, zo stelde Comte, ‘dienen verschijnselen te verklaren op basis van de moderne wetenschappen. En niet meer op basis van bovennatuurlijke en/of enige andere verklaringen.’ Ook de geschiedenis en de relaties tussen mensen moesten volgen Comte door middel van dezelfde wetenschappelijke principes worden geanalyseerd. Op basis van die kennis kon vervolgens gewerkt worden aan een grote toekomst voor de mensheid. De basis voor de sociologische wetenschap was gelegd.

Kritiek op het vooruitgangsdenken

Een van de grootste critici van het positivistisch vooruitgangsdenken was Karl Popper (1902-1994). Popper verwierp de gedachte dat het heden een logisch gevolg zou zijn van het verleden. Hij verweet positivisten het verleden zodanig te herscheppen dat het als een voorbode voor het heden fungeerde. Dit terwijl zaken die vroeger zijn gebeurd niet altijd hebben geleid tot wat men er toen van verwachtte. De Spaanse conquistadores, bijvoorbeeld, hadden geen notie van het feit dat ze de Precolumbiaanse culturen van de kaart aan het vegen waren. Het ganse verloop van de kolonisatie van Amerika is bijgevolg vooral een aaneenschakeling van toevalligheden geweest, eerder dan een plan dat van A tot Z werd uitgevoerd.

Er zijn politieke stromingen (geweest) die zich baseren op het vooruitgangsdenken. In zijn boek Al-Qaida en de moderne tijd (2003) toonde de Britse professor John Gray aan hoe het hedendaagse moslimfundamentalisme, net zoals het nazisme en het communisme, perfect past in het vooruitgangsdenken. Voornoemde ideologieën baseren zich op de gedachte dat de geschiedenis naar een eindpunt toe beweegt. Dat eindpunt manifesteert zich dan in een Kalifaat, een Derde Rijk of een Communistische Heilstaat. De weigering van extremistische ideologen om te willen aanvaarden dat de menselijke geschiedenis grotendeels een aaneenschakeling van toevalligheden en onvoorziene gebeurtenissen betreft én het onaantastbaar geloof in de werkbaarheid van hun ideologische fata morgana’s, hebben geleid tot de vernietigingskampen van Hitler en Stalin. Meer recent leid(d)en op dezelfde wijze het extremisme van de Taliban en Islamitische Staat tot de vernietiging van “onislamitische” kunst en mensen.

Menselijke natuur

De link tussen de grote ideologieën die de maatschappij zien evolueren naar een grootse toekomst en de ietwat naïeve burgerinitiatieven die tegenwoordig het daglicht zien, is het vooruitgangsdenken. De verwachtingen van burgerinitiatieven houden te weinig rekening met de menselijke natuur. Uitlatingen zoals ‘we verwachten dat iedereen water bij de wijn doet’ getuigen bovendien van het naïeve geloof dat ‘het goede’ in de mens wel vanzelf de uitklapdemocratie zal vormgeven. Dat (groepen) mensen doorgaans weinig bereidheid tonen om water bij de wijn te doen en hun eigen grote gelijk voorop stellen, lijkt voor voorstanders van burgerinitiatieven onmogelijk.

En laat ons tot slot nog even stilstaan bij de ‘gemeenschappelijke morele principes’ waar Thomas Gooren en co zeggen naartoe te willen werken. Zeker in een multiculturele samenleving, waarin groepen mensen leven die er vaak conflicterende wereldbeelden op nahouden, is dit streven bij voorbaat een dode mus. Want hoe zal men een groep orthodoxe moslims en een groep voorvechters van holebi-rechten tot een compromis laten komen? Op welke ‘gemeenschappelijke morele principes’ zullen beide groepen zich baseren? Ook hier geldt weer dat het geloof dat ‘het goede’ en ‘de redelijkheid’ in de mens noodzakelijke voorwaarden zijn om tot ‘gezamenlijke oplossingen’ te komen. En dat komt op hetzelfde neer als een kasteel bouwen op drijfzand.

Gedeeld beleid’, een van de speerpunten van burgerinitiatieven, klinkt mooi maar is praktisch onuitvoerbaar. De mens – althans: veel mensen – is niet geneigd om ‘water bij de wijn te doen’. Als de geschiedenis al iets heeft bewezen, dan is het eerder het tegendeel. Zoals Thomas Hobbes het in de 17de eeuw stelde: ‘homo homini lupus est’ (‘de mens is een wolf voor andere mensen’). Niks is de mens vreemd en naar alle waarschijnlijkheid zullen ook burgerinitiatieven zoals dat van Thomas Gooren ten prooi vallen aan de ‘kleine kantjes’ die de mens eigen zijn. Onenigheid zal ontaarden in conflicten en ten langen leste zal het de burgerinitiatieven net zo vergaan als de groots aangekondigde initiatieven uit het verleden: ze zullen als zeepbellen uiteenspatten.