Opinie

Jacques Monasch is volkomen onschuldig aan ‘versplintering’ en ‘zetelroof’

29-11-2016 17:28

Toen maandag de nieuwe partij van Jacques Monasch, genaamd ‘Nieuwe Wegen’, bekend werd gemaakt, waren de voorspelbare reacties weer niet van de lucht: Monasch en co zouden de zoveelste ‘splinter’ in het parlement worden, nota bene terend op de media-aandacht die is verkregen door een ’geroofd’ zeteltje. Elke keer als ik zulk gemakzuchtig commentaar lees, wordt de middels headdesken uitgebutste deuk in mijn bureau een klein stukje dieper. ‘Versplintering’ en ‘zetelroof’ zijn namelijk twee bijzonder misleidende termen, die desondanks te pas en te onpas worden gebruikt om elk nieuwe politieke initiatief bij voorbaat stuk te gaslighten. Het is tijd om deze begrippen voor eens en altijd te debunken.

Versplintering

‘Verplintering’ is een zeer negatief woord: niemand heeft bijvoorbeeld graag een splinter in zijn duim. Heeft daarom ook niemand behoefte aan kleine partijen? Welnu, de burger vindt blijkbaar iets anders – anders zou zij er wel niet op stemmen. Het zijn vooral de grote partijen die absoluut geen nieuwe partijtjes erbij willen, want dat gaat vanzelfsprekend af van hun eigen zetelaantal. Wie rept van een ‘versplintering’ in de Nederlandse politiek, die dient dus vooral de gevestigde orde maar laat de democratie links liggen. We hebben nu eenmaal 150 stoeltjes in de Tweede Kamer. Waarom zouden we die niet optimaal gebruiken, en dus ruimte geven aan zoveel mogelijk diversiteit in de politiek? Daarnaast zijn klachten over een dreigende ‘onbestuurbaarheid’ ongegrond: als het huidige kabinet iets bewees, dan is het wel de mogelijkheid om zelfs tussen 5, 6 verschillende partijen deals te kunnen sluiten. En tot diep in de 19e eeuw (1879) zaten er geen partijen, maar enkel afzonderlijke volksvertegenwoordigers in het parlement. Ging prima. Next!

Zetelroof

‘Roof’ impliceert een misdaad, het afpakken van iets dat eigenlijk niet van jou is. In juridische zin is dit eenvoudigweg quatsch: immers komt volgens onze Grondwet, die ‘stemmen zonder last’ predikt, de zetel toe aan het Kamerlid – en niet aan zijn partij. Ook moreel gezien is er reden om de term ‘zetelroof’ te verwerpen. De afsplitsingen DENK, VNL en ook Monasch’ Nieuwe Wegen zijn een rechtstreeks gevolg geweest van minderheden binnen grote partijen die op deelterreinen soms anders zouden willen stemmen, en dus van de alles verstikkende fractiediscipline af zouden willen stappen. En het is juist die fractiediscipline die ondemocratisch is: zie bijvoorbeeld Joost Taverne, die zich in de zomer van 2015 als enige (!) VVD’er aan de VVD-belofte ‘geen geld meer naar de Grieken’ durfde te houden. Of neem Monasch himself, die zich onlangs als enige (toen nog) PvdA’er aan de PvdA-belofte ‘respecteer de referendumuitslag van 6 april’ durfde te houden. Rond zulk nuttig dissidentisme hang steevast de dreiging van het afpakken van portefeuilles en een onverkiesbare plek bij de volgende verkiezingen, en daardoor is afscheiding soms de beste manier om de wens van de kiezer nog goed te kunnen laten horen. Wie voortaan nog ‘zetelroof’ zegt, die is dus af.

Symptomen van een kapot systeem

Resumerend, dienen de termen ‘versplintering’ en ‘zetelroof’ maar één enkel belang: dat van onze grote, machtige partijen. Zij zijn allang niet meer in staat om ons allen naar behoren te vertegenwoordigen, een situatie waar nieuwe partijen en afscheidingen juist een gevolg van zijn. Dat falen van de gevestigde orde is het echte probleem voor de democratie, waar dit soort misleidende termen enkel van afleiden. Dus hoort u iemand het zo meteen alwéér hebben over die o zo vervelende ‘versplintering’, of over ‘zetelroof’, bedenk dan, zoals ze bij de nieuwe ‘splinter’ DENK zouden zeggen: ‘’Trap. Er. Niet. In!’’