Interview

Koffie met de kandidaat (5): Julius Terpstra, de nummer 23 van het CDA

20-10-2016 14:19

Wie zijn de kandidaten voor de Tweede Kamer in maart 2017? Hoe word je Tweede Kamerlid? Elke week tot aan de Tweede Kamerverkiezingen gaat uw interviewer op bezoek bij diegenen op wie u in maart kunt stemmen. In de vijfde aflevering: Julius Terpstra (27), sinds 2014 duo-raadslid in Leiden en al drie en een half jaar voorzitter van het CDJA, de CDA-jongerenorganisatie. Hij solliciteerde zelf naar een plek op de lijst en is nu “de jongerenkandidaat van het CDA”. Uw interviewer praat met de nummer 23 bij Starbucks op station Leiden. “Ik heb nog geen mediatraining gehad,” zegt Julius.

“Het CDA wil een volkspartij zijn voor iedereen,” vertelt Julius: “Dat moet je dan ook aan de lijst kunnen zien. Jong en oud moeten erop staan. We hebben ook iemand van 73 op de lijst.” “Wat is een jongerenkandidaat?” wil uw interviewer weten. Julius: “Ik ben natuurlijk geen gewone jongen die je op een ROC tegenkomt. Het is eigenlijk abnormaal dat ik al ruim vier jaar lid ben van het CDJA en al drie en een half jaar voorzitter. Van mijn vrienden en leeftijdgenoten is het merendeel geen lid van een politieke jongerenorganisatie.”

Inzet is de moeite waard

Julius denkt dat hij iets van politiek weet en genoeg durf heeft om in de Kamer te gaan zitten. Zijn generatie is ondervertegenwoordigd in de politiek, denkt hij. Volgens hem worden veel problemen die jongeren tegenkomen niet aangepakt zoals het sociale leenstelsel, de waarde van een MBO-diploma en vinden van een eerste huis. “Dat is een giftige cocktail waar je in belandt als je tussen de twintig en de dertig bent,” aldus Julius: “Daar wordt niet genoeg aan gedaan. Het is misschien idealistisch maar het is de moeite waard je daarvoor in te zetten.”

Julius groeide op in Emmeloord: “Een vriend van mij werkt daar bij een uienboer. Hij heeft een opleiding op MBO2-niveau, maar een startkwalificatie is dat niet. Die ligt op MBO3-niveau. Deze jongeren hebben vaak op voorhand al geen mogelijkheden, ze komen niet eens op sollicitatiegesprek terwijl ze veel werk prima kunnen doen.” Uw interviewer vraagt zich af of de politiek dat op de radar heeft. Volgens Julius niet: “Het enige wat je over het MBO hoort is het mogelijke omvallen van ROC Leiden. Dit probleem met startkwalificaties wordt onvoldoende aanhangig gemaakt.”

Startkwalificaties op het MBO

“Er zijn twee opties: of je verlaagt de startkwalificatie naar MBO2 of je stopt met het aanbieden ervan,” aldus Julius. Als een jongere een startkwalificatie heeft, is hij niet meer leerplichtig. Met een startkwalificatie zou een jongere in theorie een realistische kans op een baan moeten hebben, maar met MBO2 is die kans nu minimaal. Julius: “Bij MBO2 zou je momenteel door moeten gaan tot MBO3 om een startkwalificatie te halen.” Julius antwoordt niet op mijn vraag wat er gedaan moet worden als een leerling niveau 3 niet aankan.

Het gaat er natuurlijk om dat een werkgever een bepaald opleidingsniveau goed genoeg vindt, denkt uw interviewer: “je kunt de startkwalificatie wel verlagen naar MBO2, maar als een werkgever toch MBO3 wil, schieten die jongeren er toch niets mee op.” Julius erkent dat, maar dat wil volgens hem niet zeggen dat er niets aan te doen is. De minister zou om de tafel moeten gaan zitten met werkgevers, vakbonden en ROC’s om dit aan te pakken, denkt Julius. “Ik wil met spelers die ertoe doen kijken of het MBO2-niveau niet omhoog kan, zodat het startkwalificatie-waardig wordt.”

Meer jongerenproblemen

In Leiden leidt Julius als duo-raadslid MBO-scholieren rond in het stadhuis. Deze scholieren zijn niet gemotiveerd want ze weten volgens Julius dat ze straks geen startkwalificatie hebben. Daarom weet hij: de politiek moet meer doen voor het MBO en zich er meer mee bemoeien. Hij wil zich niet vastleggen op concrete resultaten, maar wil zich er wel voor inspannen. “Ik ben politiek handig genoeg om geen beloftes te doen, maar die vriend uit Emmeloord moet wat van mijn inspanningen merken.”

Jongeren hebben meer problemen, denkt Julius. Zo is het krijgen van een woning moeilijk: “Als je van een opleiding afkomt en je krijgt een baan met een modaal salaris, kom je niet in aanraking voor sociale huur, al helemaal niet voor een hypotheek en als je hem krijgt, is het bedrag veel te laag. Daarmee kun je alleen in Emmeloord gaan wonen. Je bent overgeleverd aan de private huur, je blijft zitten in je studentenhuis of je gaat terug naar je ouders. Ook hier hoor ik te weinig over. Je hoort alleen dat jongeren meer moeten sparen. Dat is heel verstandig maar als je eenvijfde van de waarde van je huis mee moet brengen, wat dan? Er is net een leenstelsel ingevoerd waarbij je al een schuld opbouwt.”

Minder individualisering

Julius wil als “tussenoplossing” langere contracten voor jongeren en dus minder flexibilisering van de arbeidsmarkt. Als CDJA-voorzitter sprak hij hier al regelmatig over. Julius denkt dat meerdere CDJA-voorstellen het CDA-verkiezingsprogramma gaan halen zoals over het MBO, vaderschapsverlof en de maatschappelijke dienstplicht. Dat zouden stuk voor stuk successen van het CDJA zijn, zegt Julius. Als een paar dagen na ons gesprek het CDA-programma uitkomt, blijken al deze punten er ook echt in te staan.

“Is dit alles kritiek op het CDA?” vraagt uw interviewer. Julius weet dat CDA-Kamerlid Michel Rog zich ferm tegen het sociale leenstelsel uitsprak, maar verder hoorde Julius zijn partij dus kennelijk niet. Zou dat komen omdat het CDA normaliter nauwelijks jonge mensen op de lijst heeft staan? Volgens Julius was Sander de Rouwe dertien jaar geleden de laatste jonge CDA-kandidaat. Het CDJA is dan ook enthousiast over de kandidatuur van haar voorzitter. De organisatie gaat via sociale media campagne voeren voor Julius. Of ze ook bereid zijn te flyeren is nog onzeker.

Chris Aalberts (ChrisIsErbij) is dit half jaar de verkiezingsverslaggever van ThePostOnline. Deze journalistiek is gratis te lezen maar kost wel degelijk geld. Doneer nu.