Opinie

Een nieuwe zuil is nodig, een oplossing tegen de val van Nederland

28-09-2016 11:52

Schrijfster Sietske Bergsma vatte de teloorgang van West-Europa samen in een gloednieuwe column. De strekking van haar betoog is dat de haat en onvrede groeien, en dat de publieke mediakanalen burgers bombarderen met des te meer blijmoedig tsjakka-optimisme om dat te compenseren. Ze haalt Jesse Klaver aan met zijn “We’re just getting started!” en zet dit af tegen het voorbeeld van de Jordanese schrijver-tekenaar Nahed Hattar. Die werd door het hoofd geschoten voor de rechtbank waar hij terecht moest staan wegens een islamkritische cartoon. De tegenstrijdigheid van de opgewekte emoties veroorzaakt cognitieve dissonantie. Oftewel het niet kunnen rijmen van de waargenomen wereld met de eigen overtuigingen. Dit leidt tot depressies, wegkijkgedrag en hysterische morele verontwaardiging.

Sietske Bergsma over de val van Nederland

Bergsma knipte haar bureaulampje aan en liet het “nog vormloze onbehagen van de vroege ochtend” langzaam bezit van haar nemen. Het onbehagen stroomde door haar heen en nam, terwijl haar blik over de nevelflarden van de nog blauwige straten gleed, de vorm aan van een zuivere gedachte:

 

Het nieuwe, activistische geloof in het behoud van een vrij, blij, vredig en divers Nederland staat steeds meer in een wanverhouding ten opzichte van de feiten: onrustige wijken, terreurdreiging, groeiend antisemitisme, overbevolking, een stuurloze EU, Trump, steeds meer islam in de publieke ruimte en het algehele gevoel dat Nederland zijn identiteit verliest. Dat mensen zich niet meer thuis voelen.

 

Wat ik mis in deze karakterschets van het heersend denken – hoe treffend ook – is [1] de rol die de instituties hierin spelen, en [2] een oplossing.

De rol van de ‘opiniehegemonie’

Nederland snakt al sinds Pim Fortuyn naar vernieuwing en verandering. Er is echter niets wezenlijks veranderd. Wat we wél hebben gekregen zijn nieuwe splinterpartijen. En het enige wat ons ‘democratische’ bestel zal brengen, de komende jaren, is meer splinterpartijen. Zoals ook TROTS, EenNL en Artikel 50 ondervonden: het grote probleem is de opiniehegemonie. Kranten en tv-programma’s zoals Pauw en consorten bepalen welke meningen in het politieke debat mogen komen. Deze kleine mediakring, die ook wel ‘regressief links’, ‘policor’ en ‘cultuurmarxistisch’ is genoemd, trekt alles uit de kast om realistische geluiden – dat wil zeggen geluiden die de Nederlandse cultuur en de moderniteit willen verdedigen – de kop in te drukken.

De opiniehegemonie bewaakt de sluizen van wat wel en niet door kan stromen naar het publieke debat. Standpunten die onwelgevallig zijn worden systematisch buitengesloten, gemarginaliseerd of met het stempel ‘radicaal’ beplakt. In de praktijk betekent dit dat bewegingen als VNL, Forum voor Democratie en LEF op de schaarse platformen die er voor deze geluiden zijn de strijd zullen moeten aangaan met hun directe concurrenten. Dat is precies wat de politiek-correcte opiniehegemonie wenst: de rechterflank klein houden en tegen elkaar uitspelen, zodat ze elkander met modder bekogelen en beschadigen.

Nee, het echte probleem is dit: de ruimte om de boodschap van het soevereine realisme uit te dragen is marginaal, want beperkt door de policor mainstream-media. In plaats van mee te dringen op de kleine ruimte en zo het probleem te versterken, moet er een ‘nieuwe zuil’ komen die zich richt op de transformatie van het opinie- en medialandschap.

Heimelijke beroepsverboden

Onlangs werd gesuggereerd dat financiële tekortkomingen de politieke campagne van dr. Baudet zouden aanzetten. Het lijkt mij dat hij altijd een idealist was: anders had deze begaafde man wel een ander carrièrepad gekozen. Want als je zo duidelijk het postmodernisme afwijst als hij – dat wat hij ‘oikofobie’ en ‘lelijkheidscultuur’ noemt – dan heb je snel een onuitgesproken beroepsverbod. Omdat de progressief-kosmopolitische zuil zó dominant is zijn alle instituties ingebed in de postmoderne denkwijze. Dit maakt een nieuwe zuil des te meer noodzakelijk. Anders is er gewoon geen bestaanskans voor niet-postmoderne denkers.

Ook Esther van Fenema publiceerde recent over deze kosmopolitische elite: denk aan hoogopgeleide mensen die werken in hoge kantoortorens, en van daar veilig en wel neerkijken op de burka’s die langzaam maar gestaag het straatbeeld inkleuren. Welnu, deze elite houdt de gelederen gesloten. Realistische en patriottische stemmen worden vakkundig buitenspel gehouden. Mensen met een nationaal danwel regionaal identiteitsbeeld kunnen zich niet vinden in deze policor-hegemonie. Hun beleving wordt dan ook niet meegenomen in het publieke debat over broodnodige democratische vernieuwingen: de cognitieve dissonantie neemt slechts toe. Het kartel van postmoderne mediacensuur plus politiek correcte mainstream partijen maakt de huidige democratie niet tot een weg naar de oplossing, maar tot een obstakel daarvoor. Wat de nieuwe partijen ook zullen bereiken in de verkiezingen van 2017: er komt sowieso géén stabiel Kabinet want daar is de Eerste Kamer te versplinterd voor.

Nederland kent vier zuilen

In haar duiding van de huidige tijdsgeest schetste Bergsma ook een heersend geloof: “Dat geloof is: ‘Ach, het zal allemaal zo’n vaart niet lopen met die islamisering’, ‘Ach, wie ben ik om me daar druk over te maken?’ ‘Ik kan niet in mijn eentje de wereld veranderen toch?’ ‘Geen slapende honden wakker maken.’ ‘Die bankiers en PVV’ers die zorgen voor de problemen.’” Ook haalde ze Jesse Klaver aan die had gezegd: “U bent niet boos, u wil er meer geld bij!”

Volgens Bergsma leeft Klaver in de waan dat mensen niet ontevreden zijn omdat ze ontevreden zijn over wat ze zien, maar omdat ze economisch achtergesteld zijn, of onze ‘universele waarden’ onvoldoende omarmen en toepassen. Zijn wereldbeeld is staatsminnend en berust op de aanname dat het individu niet zelf zijn eigen ondeugden hoeft te beteugelen, maar dat de overheid de samenleving moet aanpassen om zo de consequenties van deze ondeugden te verzachten. Wie dit wereldbeeld afwijst kan weinig kanten op: het lukte de PVV bijvoorbeeld niet om een solide gelaagde basis in het maatschappelijk middenveld te bouwen waarop een ‘nieuwe zuil’ kon ontstaan. Trekken we de lijn van Bergsma door, dan zien we Nederland verdeeld in vier zuilen.

Wat zijn de bestaande zuilen?

Zuilen zullen er altijd zijn: dat zit in het instinct van de mens. Samen sterk staan, een identiteit zoeken en een vorm van groepsgevoel. De nieuwe zuilen in Nederland zijn:

[1] Kosmopolitisch/Postmodern/Progressief

[2] Islam

[3] Biblebelt/SGP/ChristenUnie

[4] Soevereine patriotten, humanistisch realisme, post-progressieven

Zuil 4 zijn ‘wij’, wat wil zeggen: geaarde mensen die bespiegelingen als die van Bergsma serieus nemen en met interesse lezen. Alleen is dat ‘wij’ nu nog niet verenigd in een zuil. Maar die gaat komen. Hij ligt nog achter de horizon. Ons verlangen naar de nieuwe zuil is zoals het verlangen van Walter Benjamin naar een open toekomst, toen hij schreef: “De traditie van de onderdrukten leert ons dat de ‘uitzonderingstoestand’ waarin we leven, de regel is.”

Noodzaak van de nieuwe zuil

Dit moet snel gebeuren want het net begint zich te sluiten. Google steunt Hillary Clinton, Mark Zuckerberg luistert naar Merkel en Frans Timmermans werkt samen met technologiebedrijven om ‘hate speech‘ op het internet aan te pakken. Zie de schorsing van de Facebook-account van de directeur van TPO, toen hij een filmpje deelde waarin Annabel Nanninga een satirisch gedicht voordroeg over Erdogan. Milo Yannopoulos werd van Twitter getrapt.

Negen op tien media- en onderwijsbanen zijn in handen van de progressief-kosmopolitische zuil. Ze doen alsof er geen andere zuilen bestaan simpelweg omdat ze die niet aan het woord laten. Als je TV kijkt, dan zie je hoe Hilversum en de grote steden het beeld bepalen: het beeld wat binnen die mediacultuur wordt voorgehouden qua omgaan met seks, relaties, sociale mobiliteit, immigratie en vaderlandsgevoel is anders dan in de dorpen.

Paaseieren, geen verstopeieren

Als je dit postmoderne denken afwijst, dan heb je ook in sectoren als het onderwijs of bij grote bedrijven al gauw een beroepsverbod. Zie de roep om ‘safe-spaces‘ en de rage rond ‘trigger warnings‘ en ‘culturele diversificatie van de lesstof’. De oplossing is de nieuwe zuil, vol patriottische mensen die bij elkaar diensten en goederen afnemen. Geen “voorjaarseieren” of “verstopeieren” voor hen, maar paaseieren.

Let wel: de nieuwe zuil is géén politieke partij. Politieke mensen zijn zeker welkom bij de nieuwe zuil, maar erken dat partijen zijn geworden tot baantjesmachines waarin persoonlijk ego vaak een rol speelt. Je moet politieke baantjes zien voor wat ze zijn: een platform om media-coverage te krijgen en zo het Westers cultuurgoed in de publieke ruimte te verdedigen. De verbinding tussen [1] macht van de bureaucratische beleidsmachines en [2] levensbeschouwelijke inhoud, is volledig doorgesneden. Daarom worden ideologische mensen binnen partijen gesidelined. Het gaat nu om het verkopen van de persoon: de kneedbare oppep-personalities als Jesse Klaver worden naar voren geschoven. Voor grondig denken, bezieling en levensbeschouwelijke waarden moeten we niet meer bij de politiek zijn.

De nieuwe zuil gaat komen.