David Pinto’s LEF: katapult naar de moderniteit

18-09-2016 14:52

Nederland is door en door gevormd door de reformatie. Zodra er een groep of genootschap wordt opgericht kun je er donder op zeggen dat er afsplitsingen en alternatieven komen. Filosoof Herman Philipse merkte eens op dat een consequente doorvoering van het protestantisme ertoe zal leiden dat uiteindelijk elke protestant zijn of haar eigen kerkgenootschap vormt. Zo ook in de politiek.

LEF: Liberté, Egalité, Fraternité

Nederland is weer een politieke partij rijker: LEF, opgericht door sociaal-wetenschapper David Pinto die oprichter en directeur is van het Instituut voor Interculturele Communicatie. De naam LEF! bestaat al, namelijk als lokale politieke partij in Emmen. Bij Pinto staat LEF voor de idealen van de Franse revolutie: Liberté, Egalité, Fraternité. Aanleiding voor oprichting van een politieke partij Pinto’s onvrede enerzijds over hoe er in de politiek wordt omgegaan met het probleem van allochtonen en anderzijds een Pinto’s afkeer van de volgens hem gangbare vriendjespolitiek van de politieke elite. LEF is het eens met de PVV dat er veel maatschappelijke problemen zijn met allochtonen en immigranten en dat dat politiek geadresseerd moet worden. De antwoorden op die diagnose van de problemen verschillen echter tussen Pinto en Wilders.

Policor terrorisme

Pinto vindt dat de goegemeente van politici (behalve dan de PVV) wegkijkt bij de problemen met allochtonen. Pinto spreekt zelfs over ‘policor terrorisme’. Policor is de term die Pinto hanteert voor politiek correct. Echter, door politici te beschuldigen van terrorisme wordt het begrip uitgehold. Terrorisme staat voor het moedwillig toebrengen van zoveel mogelijk leed aan willekeurige burgers om angst te zaaien of door specifieke personen (politici, opiniemakers) te intimideren of te vermoorden en daarmee een ideologie aan te samenleving met geweld op te dringen.

Nu kan er terechte kritiek geuit worden op hoe politici omgaan met de terreurdreiging maar het is een gotspe om politici van terrorisme te beschuldigen. Een dergelijke manier van discussiëren belooft niet veel goeds in de politieke arena. Je mag best verontwaardigd zijn, maar het gebruik van beschuldigen moet wel redelijk zijn. Het is helaas niet zomaar een blooper van Pinto. Want elders schrijft hij over de ‘neofascistische trekken van het Policorisme’.

Piramides

Het boek De piramide van Pinto (2016) geeft de achtergrond van de politieke ideologie van LEF. Maar eerlijk gezegd is er geen consistente ideologie te ontwaren (behalve dan de leus van de Franse revolutie). Pinto heeft een interessante sociaalpsychologische theorie heeft ontwikkeld, de piramide van Pinto. Zijn piramide is een alternatief van de piramide van Maslow die laat zien dat mensen naast basale levensbehoeften hogere behoeftes hebben als zelfontwikkeling, erkenning, acceptatie en zekerheid. Pinto betoogt dat dit weliswaar opgaat voor de moderne westerse mens maar niet voor mensen met een premodern wereldbeeld. De piramide van Pinto gaat over de behoeften van premoderne mensen; boven de basale behoeftes gaat het hen om eer, goede naam en het behagen van de groep. Pinto gaat uit van een dichotomie in de maatschappij tussen moderniteit en de premoderniteit: ‘Wij hebben het dan al snel over de islamisering van onze maatschappij of de vermeende sortering op huidskleur, terwijl het in werkelijkheid over culturele botsingen gaat of de tegenstellingen tussen moderniteit en premoderniteit.

Katapult naar de moderniteit

De moderniteit (die dus begon met de Franse revolutie) staat voor vrijheid, gelijkheid en broederschap. In moderne termen kun je zeggen dat moderniteit het mensenrechtendiscours is: democratie, gelijke rechten voor iedereen, secularisme, et cetera. Premodernisme staat voor een groepscultuur waarbij het individu ondergeschikt is aan de groep, waar mensenrechten niet worden erkend, waar democratische waarden ondergeschikt worden geacht aan cultuur en religie en waar mannen en vrouwen niet gelijkwaardig zijn. Pinto ziet in de samenleving (en in de wereld als geheel) een botsing tussen moderne en de premoderne waarden.

Pinto wil niet spreken van een botsing tussen islam en het westen, of tussen religie en secularisme, maar alleen over moderniteit versus premoderniteit. Volgens Pinto zijn er immers ook gelovigen die de moderniteit wel degelijk omarmen. Het staat in ieder geval als een paal boven water dat een zeer groot deel van de moslims in westerse landen ideologisch in de premoderne tijd staat. Pinto’s ideaal is om iedereen naar de moderniteit te katapulteren. Dat is ook de reden van zijn politieke partij: een katapult naar de moderniteit. Een fundamentele politiek-filosofische vraag is: hoe kun je mensen van de premoderne naar de moderne tijd brengen zonder dat hun individuele vrijheid in het gevaar komt? Pinto wil met zijn partij LEF een poging wagen.

Geen groen te bekennen

Het partijprogramma is weliswaar breder dan alleen het premodernisme probleem, maar een blik op die punten leert dat dat vooral gelegenheidsstandpunten lijken te zijn en voorkeuren van Pinto. Zoals bijvoorbeeld de uitspraak: ‘Ecologie is geen claim van links. LEF wil ondernemen & ecologie samenbrengen. Winst maken die zich uit in winst voor de planeet. LEF is voor ondernemen met lef.’ In zijn boek De piramide van Pinto staat echter helemaal niks over het milieubeleid. Pinto plaatst zich met zijn uitspraak in lijn met de mainstream politiek, met name de VVD die een groene economie bepleit. Ecologie is inderdaad niet links – en behalve de Partij voor de Dieren is er geen enkele politieke partij die de ecologische crisis serieus neemt en die ook het economische paradigma ter discussie stelt. Hoewel LEF een poging doet om geen one-issue partij te zijn, is het dat wel. Het gaat Pinto om de problemen met allochtonen, migranten, vluchtelingen, buitenlanders, moslims, Turken, Marokkanen of wat voor aanduiding er ook aan wordt gegeven.

Geen religieus onderwijs

‘De vrijheid van religie is een groot goed, maar betekent niet automatisch dat dit in de openbare ruimte verplicht geconsumeerd moet worden.’ Zo staat er in het partijprogramma. Hier kan echter een fundamentelere vraag worden gesteld: is de juridisch verankerde vrijheid van religie een groot goed of juist niet? De vrijheid van expressie, zoals de vrijheid van bijeenkomst, en de vrijheid van meningsuiting geven aan mensen en verenigingen genoeg vrijheid om zich in vrijheid te ontplooien. Waarom zou een specifieke vereniging of hobby, in casu religie, een geprivilegieerde status moeten hebben?

Zoals ik betoogd heb in mijn boek Hoe komen we van religie af? Een ongemakkelijke liberale paradox dienen de wetten die expliciet het recht geven op de vrijheid van religie uit de grondwet, andere wetten en uit de mensenrechtenverdragen geschrapt te worden. Het probleem is namelijk dat de vrijheid van religie kan leiden tot conflicten met andere vrijheden en dat de vrijheid van religie gebruikt kan worden als schuilplek voor intolerantie. LEF (en de PVV) gaat aan dit fundamentele probleem voorbij. Het is de Partij voor de Rede (de voormalige Atheïstische Seculiere Partij) met voorzitter Hans de Vries die deze problematiek wel consequent aankaart.

Geen hoofddoekjes achter de kassa?

LEF pleit niet alleen voor een religieus neutrale overheid en religieus neutraal onderwijs, maar ook voor een verbod op religieuze uitingen achter de balie en achter kassa’s. LEF pleit voor een sterke vorm van secularisme, naar het Franse model van laïcité waarbij de overheid religieus neutraal is en voor religieus neutraal onderwijs. Het is jammer dat er dan niet expliciet staat dat LEF staat voor afschaffing van art. 23 uit de Grondwet dat onderwijs op religieuze gronden niet alleen toestaat, maar ook financiert. De Partij voor de Rede is ook op dit punt duidelijker en consistenter. De toevoeging ‘een verbod op religieuze uitingen achter de balie en achter kassa’s’ is domweg stompzinnig. Hoe kan een liberale samenleving mensen gaan verbieden uiting te geven aan hun persoonlijke overtuiging?

Natuurlijk zouden supermarkten kunnen stellen dat ze geen hoofdbedekking willen. Prima. Maar het verbieden van religieuze uitingen (en het gaat natuurlijk over hoofddoeken) in de publieke ruimte is antiliberaal. Het is ook moeilijk te bepalen wat precies een religieuze uiting is. Welke baard is een relibaard en welke een hipsterbaard? Is een kruisje om de hals een religieuze uiting? Mag je wel uiting geven aan niet-religieuze ideologische overtuigingen? Het is van groot belang om in een liberale samenleving scherp het onderscheid te maken over een religieus neutrale overheid en over de publieke ruimte. De overheid dient zich niet in te laten met religieuze uitingen in de publieke ruimte, voor zover die niet in strijd zijn met geldende wetten en voorschriften. Bedrijven en instellingen moeten zelf bepalen of zij kledingeisen stellen aan hun werknemers en rechters moeten bepalen of die kleding eisen billijk zijn en consistent. En alweer heeft de Partij voor de Rede dit onderscheid tussen de publieke ruimte en de religieuze overheid scherp in het partijprogramma.

Liever geen spreiding bij mij in de buurt

LEF heeft een concreet voorstel ter voorkoming van zogenaamde zwarte wijken die dan probleem- of achterstandswijken worden, zoals Schilderswijk in Den Haag en Kanaleneiland in Utrecht: Quotum instelling voor het aantal bewoners, dragers van premoderne waarden per stad, per wijk en per straat. Maximum 25%; De vraag is alleen: hoe bepaal je of iemand premoderne waarden heeft? Iedereen weet dat het hier voornamelijk islamitische allochtonen betreft, maar om dit in beleid om te zetten lijkt lastig.

Spreiding klinkt prima. Maar niemand wil onaangepaste allochtonen (noch autochtone tokkies trouwens) naast zich hebben wonen. (Het is belangrijk om het woord ‘onaangepast’ te benadrukken, wie dat weglaat is een buitenlanderhater.) Het is dapper dat LEF dit met een helder standpunt aan wil pakken en ook adresseert, maar de uitvoering is nog niet zo makkelijk. Maar goed: er moet wat aan gedaan worden, anders zijn die wijken een soort lost cities die tot criminele broedplaatsen en no go areas vervallen.

Soldaatje spelen

LEF is duidelijk niet gecharmeerd van de huidige stand van het Nederlandse leger: Ons leger bestaat niet meer. Wat er over is lijkt nog slechts in staat de catering voor de strijdende partijen te verzorgen, maar dan houdt het al op. Soldaten op uitzending lenen schoenen en jassen bij collega’s uit andere landen en hebben amper gevechtscapaciteit. De Disneystudio’s zouden moeiteloos een avondvullend en komisch programma over onze strijdkrachten kunnen verzorgen. Met tekenfilms uiteraard, bij gebrek aan manschappen. Maar wat wil LEF hieraan doen? Moet er meer geld naar het leger? Wil LEF het leger (meer) inzetten in buitenlandse missies? Waarom zou het leger sterker en parater moeten zijn dan het thans is?

Mag je nou wel of niet zeggen dat je niet alles mag zeggen?

Pinto is een voorstander van de vrijheid van expressie (behalve blijkbaar als het over hoofddoeken in de publieke ruimte gaat blijkbaar): Burgers en politici moeten in het kader van de maatschappelijke inrichting vrijelijk hun mening kunnen geven, zonder bedacht te zijn op politiek-correcte terroristen die iedere discussie bij voorbaat ongeldig willen laten verklaren omdat het hen onwelgevallig is. Dat is een vreemde formulering van het principe van de vrijheid van meningsuiting. Ik neem aan dat Pinto doelt op uitingen van Wilders en dat Pinto vindt dat alles gezegd moet kunnen worden.

Daar ben ik het mee eens. Zolang er geen sprake is van geweld, oproep tot geweld of feitelijke discriminatie mag hij alles zeggen en schrijven (inclusief een koran verscheuren, mits het zijn rechtmatig eigendom is). Het is een schande voor Nederland als open samenleving dat Wilders niet op de fiets naar zijn werk kan, sterker nog hij kan helemaal niet vrij fietsen vanwege de reële dreiging van geweld door moslims. Pinto zou zeggen: mensen met premoderne opvattingen. Maar als iedereen alles mag zeggen, waarom zouden mensen dan niet mogen zeggen dat jij dat niet zou mogen zeggen? Zolang het blijft bij zeggen is het immers toegestaan! Mensen mogen heftige en fundamentele kritiek op elkaar uiten en Pinto ergert zich aan de policors, maar hoe wil hij voorkomen dat er geen kritiek komt van policors? Ook de policors hebben recht op de vrijheid van meningsuiting! Het is onduidelijk wat Pinto hier wil betogen en al helemaal hoe die onduidelijkheid dan politiek gestalte zou moeten krijgen.

Zoek de verschillen: LEF versus PVV

Er zijn overeenkomsten tussen de PVV en LEF. LEF is een alternatief antwoord op de door de PVV gestelde problemen. Dit zijn overeenkomsten:

– Afkeer van de huidige politieke establishment en het politiek correcte denken waarbij de problemen verbloemd en ontkend worden.

– Voorstander van directe democratie om het volk meer en directe politieke macht te geven. Er kleven echter wel gevaren aan directe democratie, zoals Brexit en het referendum over de Oekraïne aangeven. Wie bepaalt wat de onderwerpen zijn waarover gestemd gaat worden? De vatbaarheid voor populisme is groot wanneer er over onderwerpen gestemd moet worden.

– Beide partijen leunen teveel op een persoon. Bij LEF is er geen duidelijkheid over de partijstructuur. Is LEF een democratische partij? Er wordt gesproken van een ‘beweging’ en je kunt dit steunen, nergens gaat het over democratische inspraak.

– Kritiek op het mediabestel: beschuldiging van politieke correctheid

– Beide partijen zijn grotendeels een one issue partij, over hetzelfde issue

– Er ontbreekt een coherente politiek filosofische onderbouwing.

– Geen aandacht voor klimaatpolitiek en de milieucrisis (LEF wijdt er 1 nietszeggende zin aan).

– Geen aandacht voor dierethiek, zelfs geen expliciete oproep tot een verbod op rituele slacht. (Wilders doet dit waarschijnlijk niet omdat dan ook de joodse rituele slacht onder vuur komt te liggen en Wilders financieel gesteund wordt vanuit Israël).

Fortuyn als grote voorbeeld

Het grote verschil tussen LEF en PVV is wat de oorzaak van het probleem is. De PVV wijst de islam aan als zwarte piet aanwijst terwijl LEF betoogt dat premodernisme het probleem is. Zowel Wilders als Pinto grijpen terug op het voorbeeld van Pim Fortuyn, al noemen ze hem niet als zodanig. Fortuyn stond voor een nieuw soort politiek, een populistische politiek tegen het establishment en een krachtige kritiek op de islam. LEF lijkt echter het lef niet te hebben om expliciet de islam te nomen. LEF is een voorbeeld van een onvrede partij. Een partij die zich afzet tegen et establishment, maar met een gebrek aan een coherente ideologische visie. Als cultuurcriticus en sociaal-wetenschapper levert Pinto een waardevolle bijdrage aan het maatschappelijk debat, maar de vertaalslag naar de politiek laat zich als volgt samenvatten: van dik hout zaagt men Pinto.